Hoofdstuk 10 Handig rekenen 2
Vergelijkbare sommen, + en - Paragraaf 10.1 Vergelijkbare sommen, + en -
1 + 4 = 5 2 + 3 = 5 3 + 2 = 5 4 + 1 = 5 1 + 4 = 2 + 3 = 5
Je kunt de som aanpassen: Dus: 632 + 199 = 631 + 200 = 631 is één minder dan 632 200 is één meer dan 199
5 - 3 = 2 6 - 4 = 2 7 - 5 = 2
743 - 99 = 744 - 100 744 is één meer dan 743 100 is één meer dan 99 743 - 99 = 644 744 - 100 = 644
39 + 15 = 40 + 28 + 55 = 30 + 101 – 38 = 100 – 59 – 12 = 60 –
Vergelijkbare sommen, × Paragraaf 10.2 Vergelijkbare sommen, ×
4 × 6 = 8 × 3
Maak de keersom 4 × 3 met elkaar Kun je met deze 12 mensen op een andere manier gaan staan zodat er een andere keersom ontstaat? Maak de keersom 4 × 3 met elkaar
Het rekenwerk opsplitsen Paragraaf 10.3 Het rekenwerk opsplitsen
4 × 21 kun je opsplitsen in 4 × 20 en 4 × 1
3 × 28 kun je uitrekenen door 3 × 30 – 3 × 2 (want dit heb je teveel gedaan)
4 × 32 =
Hoofdstuk 10 Extra opgaveN
Vraag 1 112 + 496 = … + 500
Vraag 2 459 + 354 = …
Vraag 3 59 – 21 = … - 20
Vraag 4 512 – 85 = …
Vraag 5 28 x 250 = … x 500 = … x 1000
Vraag 6 8 x 75 = …
Vraag 7 203 x 25 = …
Vraag 8 30 x 52 = …