Betrekkelijk voornaamwoord Digitaal klaslokaal Maaike zijm Digitaal Klaslokaal: Maaike ZijmD
Betrekkelijk voornaamwoord Verwijzen naar personen of zaken die al eerder in de zin genoemd zijn. Heeft betrekking op een ander woord. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Betrekkelijk voornaamwoord Die Dat Wie Wat Welke Hetgeen Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm Voorbeeld Het boek dat ik gekregen heb. Dat -> verwijst naar het boek. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm Voorbeeld Het broodje dat ik net kocht, is alweer op. Dat -> verwijst naar het broodje Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm Antecedent Datgene waarop het betrekkelijk voornaamwoord betrekking heeft. Verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm Antecedent Het boek dat ik gekocht heb. Dat -> verwijst naar het boek Dat -> betrekkelijk voornaamwoord Het boek -> antecedent Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Ingesloten antecedent Soms zit het antecedent al in het betrekkelijk voornaamwoord. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Ingesloten antecedent Wie dit leest, is gek. Wie = betrekkelijk voornaamwoord In plaats van wie kun je zeggen: hij die of degene die. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm
Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm Einde Zie voor meer: www.maaikezijm.com Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm