Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kan je de betekenis van de afkortingen in s = v x t benoemen
Advertisements

Rekenen met snelheid Een probleem oplossen
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
Tijd, afstand, snelheid.
Afstanden omrekenen Tijd omrekenen Snelheid omrekenen
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
Toepassingen 5L week 13: ‘Herhaling’ 5L week 13: ‘Herhaling’
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Meten en meetkunde in het verkeer
Meten en meetkunde in het verkeer
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Toepassingen 5de leerjaar.
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
LES 7 METEN EN MEETKUNDE IN RECEPTEN
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
LES 7 METEN EN MEETKUNDE IN RECEPTEN
Metend rekenen 5de leerjaar.
Les 5 Vermenigvuldigen en delen
Omrekenen eenheden massa
Les 2 Grote Getallen Rekenen Judith Iedema.
Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Les 3volgorde van bewerkingen
Les 4 Optellen en aftrekken in dagelijkse situaties
Les 6 Combineren van bewerkingen in berekeningen
Rekenen Verhoudingen 2f
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Les 8 Meten en Meetkunde in huis Les 9 Meten in de tuin
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Rekenen periode 3 Meten en meetkunde les 6: Meten en meetkunde in het verkeer (Les 5 figuren slaan we over)
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Les 7 Meten in recepten.
Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd. Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Herhaling Verhoudingen
Les 8: meten en meetkunde in huis
Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verbanden les 3: Rekenen met tabellen 1 Verbanden les 5: Rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen.
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
Les 6: Breuken en procenten 4
Rekenen periode 4: Verbanden
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Rekenen Verhoudingen 2f
Les 7: woordformules gebruiken
Rekenen Les 2: Oriëntatie.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
G13 2 Recht en omgekeerd evenredige grootheden M A R T X I
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Transcript van de presentatie:

Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!

Terugblik vorige week Je rijdt 113 km/uur. Je moet een afstand afleggen van 50 km. Hoe lang ben je onderweg? Rond af op hele minuten Stap 1: maak een verhoudingstabel en vul de gegevens in die je weet Afstand Tijd 113km 50km 60 min 26,5min Stap 2: is dit het antwoord op de vraag? Nee, je moet afronden op hele minuten.  27 minuten

Lesdoelen Les 6  Berekeningen maken met snelheden in combinatie met aankomst- en vertrektijden.

Ton in euro’s en gewicht

Belangrijk deze les Omrekenen van km/uur naar m/s en andersom: Een auto rijdt 30 m/s, hoeveel km/uur is dat: 30x3,6 = 108 km/uur Een auto gaat 120 km/uur, hoeveel m/s is dat? 120:3,6 = 33,3 m/s

Oefenen 8.30 – 40 min = 7.50 uur Afstand Tijd 66km 1km 44km 60min 0,90909 40 min Afstand Tijd 66km 44km 60min 40 min

Je legt dus in 60 min 16,2 km af  16,2 km/u Afstand Welke informatie kun je uit de tekst halen? Zet dit in een verhoudingstabel 6,75 km 16,2 km 25 min 60 Je legt dus in 60 min 16,2 km af  16,2 km/u Afstand Tijd 6,75 km 0,27 16,2 25 min 1 60

Oefenen Hond June heeft een geblesseerde poot en krijgt een kuur van 14 dagen. June weegt 11,5 kg. Hoeveel tabletten heeft ze nodig voor de kuur.

Uitwerking De hond weegt 11,5 kg  kijk in de rij ‘tot +/- 25 kg’ Dus: eerste 10 dagen 3 x daags 2 tablet á 600 mg 3 x 2 = 6 tabletten per dag, dus 6 x 10 = 60 tabletten over 10 dagen 3. De andere 4 dagen krijgt hij 3 x daags 1 tablet á 600 mg 3 x 1 = 3 tabletten per dag, dus 3 x 4 = 12 tabletten over 4 dagen. 4. 60 + 12 = 72 tabletten á 600 mg

Huiswerk Maken: Les 6 som 1, 6, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20 + Lestoets 6 Les 7 som 2, 3, 5, 7, 9, 10 + lestoets 7