De deur vliegt open. Poes Muis rent naar binnen. Ze huilt De deur vliegt open. Poes Muis rent naar binnen. Ze huilt. ‘Dikkie Dik, m’n staart, m’n staart…’
‘Ben je met je staart tussen de deur gekomen ‘Ben je met je staart tussen de deur gekomen? Of ben je soms door een grote muis gebeten? Wacht, ik plak er een pleister op.’
‘Dank je wel,’ zegt Poes Muis, ‘wat een mooie pleister ‘Dank je wel,’ zegt Poes Muis, ‘wat een mooie pleister. En mijn staart doet geen pijn meer.’ ‘Dan gaan we nu spelen,’ zegt Dikkie Dik.
‘Pak me dan, als je kan,’ roept Poes Muis ‘Pak me dan, als je kan,’ roept Poes Muis. Ze springt op de stoel en, hup, er weer af. Dikke Dik rent haar achterna.
Hij is veel dikker dan Poes Muis. Dikkie Dik zit vast in de stoel.
‘Help,’ roept Dikkie Dik, ‘help, haal die stoel weg ‘Help,’ roept Dikkie Dik, ‘help, haal die stoel weg. Hij ligt op mijn poot. Het doet pijn!’
‘Is m’n poot stuk. ’ vraagt Dikkie Dik ‘Is m’n poot stuk?’ vraagt Dikkie Dik. ‘Nee,’ zegt Poes Muis, ‘het is maar een schrammetje. Ik plak er een pleister op, dan voel je er niets meer van.’
Dikkie Dik en Poes Muis zijn heel blij met hun pleisters Dikkie Dik en Poes Muis zijn heel blij met hun pleisters. ‘Ik vind mijn pleister het mooist,’ zegt Poes Muis. ‘Welnee,’ roept Dikkie Dik,‘ de mijne is veel mooier.’
Wat ligt daar op de kast. Een toilettas Wat ligt daar op de kast? Een toilettas! Nee, daarnaast, het lijkt wel een muis met stekels. Laten we hem pakken!
Dikkie Dik en Poes Muis springen boven op de kast Dikkie Dik en Poes Muis springen boven op de kast. Het is geen muis met stekels. Het is een haarborstel.
Poes Muis gooit de borstel in de lucht en vangt hem weer op Poes Muis gooit de borstel in de lucht en vangt hem weer op. ‘Hi, hi, het kriebelt,’ lacht ze. ‘Nou ik,’ roept Dikkie Dik.
‘Dikkie Dik, ik ga je haar borstelen,’ zegt Poes Muis ‘Dikkie Dik, ik ga je haar borstelen,’ zegt Poes Muis. ‘Hmmm, wat lekker,’ knort Dikkie Dik. Hij strekt zich helemaal uit, zo lekker vindt hij het.
De toilettas is op de grond gevallen. Er ligt iemand onder. Het is Beer. Als die zich maar geen pijn heeft gedaan!
‘Sta niet zo te suffen, Dikkie Dik,’ roept Poes Muis. ‘Help me nou ‘Sta niet zo te suffen, Dikkie Dik,’ roept Poes Muis. ‘Help me nou! Ze trekt en trekt. Samen halen ze Beer onder de toilettas vandaan.
Beer heeft pijn aan z’n kop, z’n poot en z’n arm Beer heeft pijn aan z’n kop, z’n poot en z’n arm. Poes Muis en Dikkie Dik plakken overal pleisters op.
Met z’n drieën kijken ze in de spiegel. Wat een mooie pleisters Met z’n drieën kijken ze in de spiegel. Wat een mooie pleisters! En we hebben helemaal geen pijn meer. HOERA!