Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rechtsstaat en democratie
Advertisements

Revolutie in Nederland
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
De Bataafse Revolutie Paragraaf 2.5.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 2: Verloop van.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap Les 31: De Franse,
H7:§ 3:p168-9 Verlichte Macht In de 18e zijn er absolute vorsten van het Ancien Régime die hun macht op sommige gebieden wijs aanwenden Zij voerde een.
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
Tijd van Pruiken en Revoluties
Tijd van Pruiken en Revoluties
18de eeuw Halverwege de 18de eeuw kwam de Verlichting (zie aantekeningen bij hoofdstuk 7 ) Vrijheidsrechten Verlichtingsfilosofen gingen uit van het idee.
Paragraaf 2.3 De Revolutie Begint!!.
Ontwikkeling van politieke rechten.
4.3 Revolutie in Frankrijk
Wetenschappelijke revolutie
Pruiken en revoluties – 1700 tot Aanloop naar de Franse Revolutie - De Franse revolutie - Napoleon grijpt de macht - Bataafse revolutie in de.
Tijd van pruiken en revoluties,
Bestuur in andere landen
Eén stem per afgevaardigde zul je bedoelen 600 burgers & boeren
Wat moet je weten aan het eind van de les
Wetenschappelijke revolutie
Vrijheid en democratie De opmars van het parlement
Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18de eeuw
De democratische revolutie in de Republiek
Historische overzicht Franse Revolutie
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Eind 18 e eeuw: Uitbraak van democratische revoluties Welk land heerste er over Amerika begin 18 e eeuw?
1.5 Vorsten in Europa Absolute vorsten
H2 Pruiken en revoluties§2.3 Revolutie in Frankrijk Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18 de eeuw en waarom waren zij ontevreden? Waarom.
Pruiken en revoluties – 1700 tot 1800
Historische overzicht Franse Revolutie
Revoluties in Europa. Doelen van dit blok Je leert waarom het Franse volk in 1789 in opstand kwam. Je leert hoe de bestorming van Bastille verliep. Je.
Revoluties in Europa.
De tijd van pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk.
Historische overzicht Bataafse Revolutie
Waarom is de Franse revolutie eigenlijk belangrijk?
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
De tijd van de pruiken en de revoluties
Pruiken en revoluties 4.5 Europa onder Napoleon
Revolutie in Nederland
Regenten en vorsten 2.1 Machthebbers in Europa
Democratie in Nederland
Pruiken en revoluties 3.2 Revolutie in Frankrijk
Revolutie in Frankrijk
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 BK Lesweek 1
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 KGT Lesweek 2
Absolute vorsten De vorsten (koningen) waren afhankelijk van de adel, de adel betaalde namelijk veel geld en zorgden voor soldaten  een koning is dit.
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Regenten en vorsten 3.1 Machthebbers in Europa
Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Pruiken en revoluties 4.4 Revolutie in Nederland
VROEG MODERNE TIJD De democratische revoluties is westerse landen, discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
Cursus 2.2 Het Leven van de Eerste Mensen Klas 2 BK Lesweek 2
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 KGT Lesweek 3
Het Koninkrijk der Nederlanden
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
Cursus 3.4 Rechten van de Mens Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 3.4 Rechten van de Mens Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 KGT Lesweek 6
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 KGT Lesweek 2
Thema 8: hoe vrij ben jij? Blok 1: Franse volk eist vrijheid
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
§6.2 Nederland en Europa In deze presentatie leer je over:
Transcript van de presentatie:

Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4 Mens en Maatschappij Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4 Blz. 89 in het handboek.

1950 - Nu 1700 - 1800 Vorige Les Rechten Plichten Je mag iets. Je moet iets. Verdachte Dader/Misdadiger Je bent nog niet schuldig aan een misdrijf. Je bent schuldig aan een misdrijf. Strafbaar feit Misdrijf/Misdaad Je hebt de wet overtreden. Je hebt de wet ernstig overtreden. Civiel en burgerlijk recht is als je als burger het ergens niet mee eens bent dan kan je een rechtszaak beginnen. Er wordt dan recht gesproken over het onderwerp. Ik weet hoe een rechtbank ongeveer werkt.

Wat ga ik vandaag leren : Ik kan in eigen woorden uitleggen hoe de Franse Revolutie verlopen is. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat absolutisme is. Ik weet wat een revolutie is en kan dit in eigen woorden uitleggen. Ik kan de Bataafse Revolutie in chronologische volgorde zetten. Ik weet wat een democratische revolutie is en kan dit in eigen woorden uitleggen. Je leert de volgende begrippen: Revolutie, guillotine, absolutisme, Verlichting, wetenschappelijk denken, Orangisten, Patriotten, volksvertegenwoordiging, Bataafse Revolutie, Franse Revolutie en kan deze in eigen woorden uitleggen. Cursus 3.2 Opgaven: 1 t/m 7, 9, 10 Klaar? Herhaling : 8 Uitdaging : 11 Verder met 3.3

1700 - 1800 Absolute Macht In de achttiende eeuw heeft de Franse koning Lodewijk XVI de absolute macht. Absolute macht = alles zelf beslissen zonder met iemand te overleggen. Lodewijk had echter wel geld nodig om een hoop dingen te betalen: paleizen, oorlogen en zijn hofhouding. Hij overlegde daarom met de vertegenwoordigers van de drie groepen: edelen, geestelijken en burgers(standen), en vroeg hen om geld.

1700 - 1800 Franse Revolutie De vergadering van deze groepen noemen we de Staten Generaal, mensen die het volk vertegenwoordigen. Lodewijk XVI vroeg de Staten Generaal om geld, zij wilden hem dat niet geven. Zij eisten: vrijheid, gelijkheid en democratie. Zij wilden meebeslissen over het bestuur van het land. Op 14 juli 1789 kwam de bevolking in opstand tegen Lodewijk. Hij werd in 1793 met een guillotine vermoord. Bestorming van het paleis van Lodewijk Bestorming van de Bastille (1789)

Napoleon Na 1789 komt Napoleon aan de macht in Frankrijk. 1700 - 1800 Napoleon Na 1789 komt Napoleon aan de macht in Frankrijk. Veroverd een groot deel van Europa waaronder ook Nederland. Veroverd zelfs een deel van Rusland Voert in Nederland onder andere in: Achternamen Parlement = Volksvertegenwoordiging Gelijk rechten voor ieder mens Godsdienstvrijheid Napoleon Bonaparte

1700 - 1800 Bataafse Revolutie In Nederland hadden in plaats van Lodewijk, enkele mensen de macht: de stadhouder (provinciehoofd en generaal) en een paar regenten (burgermeesters). De mensen die deze machthebbers steunden werden ‘Orangisten’ genoemd, de mensen die meer macht voor het volk wilden werden ‘Patriotten’ genoemd. De Patriotten kwamen in opstand en verjaagden de stadhouder Willem V. De Patriotten namen met hulp van de Fransen het bestuur over en stichtten de ‘Bataafse Republiek.’ De macht kwam nu in handen van een parlement. (volksvertegenwoordiging) Stadhouder Willem V

Samenvatting – Franse Revolutie 1700 - 1800 Samenvatting – Franse Revolutie Mensen gingen meer nadenken over hoe een land geregeerd moest worden. Ze gingen wetenschappelijk denken = Verlichting. Absolutisme: alle macht bij één iemand. Lodewijk XVI = Absolute macht, Volk is ontevreden over Lodewijk XVI = één persoon alle macht? Niet de bedoeling! Gevolg: Het volk wilde zelf besluiten gaan nemen over het land. Meer macht bij het volk = meer democratie. De Franse en Bataafse Revolutie zijn ook wel ‘democratische revoluties’ omdat het volk meer mocht gaan beslissen over het land.

Samenvatting – Bataafse Revolutie 1700 - 1800 Samenvatting – Bataafse Revolutie Willem V had gedroeg zich in Nederland als een koning maar was stadhouder. De burgers waren ontevreden over hoe het met het land en de stadhouder ging. Patriotten: waren tegen de stadhouder Orangisten: waren voor de stadhouder Willem V wordt in 1795 met behulp van de Fransen weggejaagd. Napoleon komt in Nederland aan de macht. Nederland krijgt een volksvertegenwoordiging.