Welkom Havo/vwo 3.
Les vandaag: Vandaag: 2.6 de ondernemingsvormen. Toetstof = hoofdstuk 2, behalve de paragraaf begroting en resultatenrekening (wel bespreken niet toetsen)
Belasting toegevoegde waarde. Wanneer je een product koopt in de winkel betaal je de verkoopprijs. Deze verkoopprijs is niet volledig voor de verkoper van het product een gedeelte hiervan gaat naar de overheid door middel van belasting. Deze belasting noemen wij: belasting toegevoegde waarde. In Nederland zijn er 3 btw tarieven. 0 % = medische hulp en diensten bank 6% = eerste levensbehoeftes, boeken, ambacht 21% = de rest (vooral luxe goederen)
De BTW. BTW = belasting toegevoegde waarde (omzetbelasting). Alle goederen en diensten die een onderneming verkoopt ontvangt het BTW over wat ze moeten afdragen aan de belasting (balans heet dit: te betalen btw) alle goederen en diensten die een onderneming koopt betaald het BTW over wat ze mogen terugvragen aan de belasting. (balans heet dit: te vorderen btw) Verschillende btw tarieven. 6% voor noodzakelijke levensbehoeften 21% luxe goederen 0% voor producten die geëxporteerd worden. Verschil tussen af te dragen en te ontvangen BTW betaal/ontvang je van de ficus. Cq als je 10 euro moet afstaan, en je mag 4 euro terug vragen dan betaal je uiteindelijk 6 euro aan de overheid. BTW heeft geen invloed op je winst/verlies. Je bent eigenlijk doorgeefluik voor de overheid.
200 exclusief 21% btw = 242 euro inclusief btw. Bedrag exclusief btw / 100 * (100 + btw) = bedrag inclusief btw. 200 / 100 * 121 of 200 * 1.21 242 euro inclusief 21% btw = 200 exclusief btw. Bedrag inclusief btw / (100 + btw) * 100 = bedrag exclusief btw. 242 / 121 * 100 of 242 / 1.21
Als we alleen het btw bedrag willen weten. Van exclusief btw naar btw berekenen = bedrag * (0 + btw percentage) = btw. 1000 * 0.21 = 210 euro. Van inclusief btw naar btw berekenen = bedrag / (100 + btw percentage) * btw percentage = btw 2420 / 121 * 21 = 420
Vandaag doen we het lekker anders Rechter rij: eenmanszaak en V.O.F (2.3) Rij midden: BV en NV (4,5) Rij links: stichting en vereniging. Bereid voor een presentatie waarin je benoemd in deze volgorde: Wie heeft de leiding: Wie heeft het eigendom: Wie is er aansprakelijk: Hoe komen ze aan geld: De dikgedrukte begrippen. Over 10 minuten haal ik iemand naar voren die laat in presenteren. Je mag spiekbriefje maken voor jezelf. 8 7 9 10 6 4 1 2 3 5
De eenmanszaak: Wie heeft de leiding: de eigenaar Wie heeft het eigendom: de eigenaar Wie is er aansprakelijk: de eigenaar Hoe komen ze aan geld: lenen, maar lastig want maar 1 eigenaar. Eenmanszaak: zaak met 1 eigenaar, die voor alles verantwoordelijk is. Aansprakelijkheid: hij is op ze privé bezit aansprakelijk. Voortbestaan: als de eigenaar ziek wordt of komt te overlijden is er een grote kans dat de eenmanszaak wordt opgeheven.
Het vennootschap onder firma Wie heeft de leiding: meerdere eigenaren Wie heeft het eigendom: meerdere eigenaren Wie is er aansprakelijk: meerdere eigenaren Hoe komen ze aan geld: lenen, iets minder lastig, want meerdere eigenaren. V.O.F: zaak met meerdere eigenaren, die voor alles verantwoordelijk zijn. Meerhoofdige leiding: meerdere eigenaren die vaak hun eigen taak hebben. Hoofdelijke aansprakelijkheid: de schuldeiser kan bij elke firmant zijn schuld terug eisen, die moeten onderling maar regelen dat iedereen mee betaald. De V.O.F en de eenmanszaak betalen inkomensbelasting.
Het besloten vennootschap Wie heeft de leiding: directie/de raad van bestuur Wie heeft het eigendom: aandeelhouders. Wie is er aansprakelijk: alleen aansprakelijk op wat je hebt ingelegd (je inleg kan je verliezen) dus niet op prive vermogen. Hoe komen ze aan geld: lenen of het uitgeven van aandelen. Dividend: winstuitkering voor aandeelhouders. (niet alle winst wordt uitgekeerd, gedeelte wordt gereserveerd) BV kunnen hun aandelen niet vrij verhandelen. NV en BV betalen vennootschapsbelasting. Ze moeten een jaarverslag publiceren: overzicht hoe het binnen een bedrijf gaat
Het naamloos vennootschap Wie heeft de leiding: directie/de raad van bestuur Wie heeft het eigendom: aandeelhouders. Wie is er aansprakelijk: alleen aansprakelijk op wat je hebt ingelegd (je inleg kan je verliezen) dus niet op prive vermogen. Hoe komen ze aan geld: lenen of het uitgeven van aandelen. Dividend: winstuitkering voor aandeelhouders. (niet alle winst wordt uitgekeerd, gedeelte wordt gereserveerd) NV kunnen hun aandelen vrij verhandelen. De koers bepaald de waarde van het aandeel, NV en BV betalen vennootschapsbelasting. Ze moeten een jaarverslag publiceren: overzicht hoe het binnen een bedrijf gaat Koers: de waarde van de aandelen, hoe hoger de vraag hoe hoger de waarde van de aandelen.
De vereniging: non-profit organisatie. Wie heeft de leiding: bestuur Wie heeft het eigendom: de leden. Wie is er aansprakelijk: de vereniging is aansprakelijk, niemand op prive vermogen Hoe komen ze aan geld: contributie door leden, subsidie en sponsering. Vereniging: groep mensen met een gemeenschappelijk doel. Waarom betalen verenigingen geen belasting? Omdat ze geen tot bijna geen winst maken. Ze mogen de winst die ze maken niet uitkeren.
De stichting: non-profit organisatie. Wie heeft de leiding: bestuur Wie heeft het eigendom: bestuur. Wie is er aansprakelijk: de stichting is aansprakelijk, niemand op prive vermogen Hoe komen ze aan geld: subsidie/donaties en sponsors. Stichting: vermogen wat bij elkaar gebracht is om een bepaald doel te behalen. Waarom betalen stichtingen geen belasting? Omdat ze geen tot bijna geen winst maken. Ze mogen de winst die ze maken niet uitkeren.
8 7 9 10 6 4 1 2 3 5 Aankomende 10 minuten. Maak opgave 1 tm 4. Eerder klaar? Verder met 5 tm 8 Tm opgave 3 moet je nu zo kunnen invullen, opgave 4 mogelijk even teruglezen en zoeken. 8 7 9 10 6 4 1 2 3 5
4a: eigenaar aansprakelijk op prive vermogen. 4b: elke eigenaar van de V.O.F is aansprakelijk. 4c: de egenaren (aandeelhouders) zijn niet verder aansprakelijk dan hun inleg, dus niet op prive vermogen. 4d: meerdere eigenaren dus overleg en makkelijk aan geld komen. 4e: niet aansprakelijk op prive bezit, je hoeft je als eigenaar niet bezig te houden met het dagelijkse bestuur van de onderneming.
4 5 2 1 3 Aankomende 5 minuten. Maak opgave 5 en 8c Eerder klaar? Held, doe een dansje in je hoofd, lees eendere paragrafen door. 4 5 2 1 3
5a: BV zijn de aandelen op naam en niet vrij verhandelbaar, bij een NV zijn de aandelen vrij verhandelbaar op de effectenbeurs. 5b: aandeelhouders, die kunnen dan zien hoe het het afgelopen jaar is gegaan en of ze mogen verwacht dat de koers van hun aandelen gaat stijgen of dalen. 8c: hoe hoger de rente, hoe duurder lenen wordt, hoe hoger de uitgave aan leningen wordt voor bedrijven, hoe minder goed het bij een bedrijf gaat, hoe lager de koers. Of: mensen gaan hun aandelen verkopen en hun geld op de bank zetten waardoor de vraag naar aandelen daalt en de koers daalt