Hoofdstuk 9 LES 3 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 6

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Break-even-analyse oftewel “quitte spelen”
Advertisements

Marktvormen Economie.
Ondernemen Inleiding: Tips
Agenda  Les 13  wkn 13 2 e  hs 2.4 overige kosten  bestuderen tb 32 tm 47 maken 2.15 tm 2.20 (wb tm 84)
Markt en marktvormen.
Kenmerken Veel aanbieders Vrije toe- en uitreding Homogene goederen
kosten break-even-analyse grafisch
gemiddeld & marginaal…
WELKOM H3B 11 MAART STUDIEWIJZER NOG MAAR 4 LESSEN TE GAAN EN EEN LAATSTE PROEFWERK! WeekLes Week 10: 5 maartT/m opdr. 31 Week 11: maartT/m.
Welkom H3b 12 maart Studiewijzer Nog maar 3 lessen te gaan en een laatste proefwerk! WeekLes Week 10: 5 maartT/m opdr. 31 Week 11: maartT/m.
Totale Constante Kosten (TCK)
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Vandaag Nabespreking toets Crediteuren/debiteuren
Havo
Rekenen 10 januari.
Hoeveelheidsaanpassing I
Hoeveelheidsaanpassing II
Break-even analyse Hoeveel moet ik minimaal produceren om geen verlies te maken?= p.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
TO = P*Q TO = 8q TO = Totale opbrengst q = hoeveelheid 8 = de prijs qTO
LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 4 M&O hoofdstuk 9, opgave 1-2.
LES 3 Huiswerk was: Werkblad tot en met pagina 5 M&O boekje hoofdstuk 9, opgave
Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 5 M&O boek opgave
Hoofdstuk 9 M&O JUNI 2016 H3. Wat gaan we doen? - Hoofdstuk 9 M&O - Introductievragen - Uitleg / aantekeningen - Sommen maken.
Les 1. Wat voor les krijgen we nu? Tijdens de lessen over hoofdstuk 9, 10 en 11 krijg je op een andere manier les. Het doel is om je zelfstandigheid te.
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA). Wat kost internet ? Vroeger moest je internetkosten betalen per minuut. Dat ging via een vorm van bellen. Joep.
De optimale productiegrootte (bij een markt van volkomen concurrentie)
Les 1 Huiswerk was: HST 9 helemaal af.. HST 10 aan de PC Om meer op eigen tempo te kunnen werken, gaan we HST 10 zelfstandig aan de computer maken. Je.
Constante kosten / variabele kosten. Ondernemer zijn Waarom ben je ondernemer? Om geld te kunnen verdienen. Voordat je kunt beginnen: Ga je:
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod Hoofdstukken 1-6.
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Welkom VWO 5..
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Lesbrief Vervoer H2.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hft 2 Totale Kosten TK MODULE MARKT.
verwarring begrippen omzet of winst
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hoofdstuk 9 M&O + in groepjes Havo3 iPad.
Wanneer er maar één aanbieder is
HUISWERK: Boek M&O hoofdstuk 11, opgave (4 dus nog niet!)
Wat zijn constante kosten? Wat zijn variabele kosten?
Break-even-analyse oftewel “quitte spelen”
Welkom VWO 5..
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod
Economie Vraag & aanbod : winst voor hoeveelheidsaanpassers
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Begroten & Budgetteren
Welkom Havo/vwo 3..
Examenopgave Havo M&O opgave 3
Huiswerk: Hoofdstuk 11 m&o boek, opgave 1 Oefenopgave 2 (stencil)
Havo en vwo 3 Versie stencil hst 9 voor leerlingen
Welkom 8 mei 2018.
Break-Even Hoofdstuk 11 M&O.
Hoofdstuk Break-evenpoint
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
HUISWERK: Oefenopgave 4 stencil. Boek M&O hoofdstuk 11, opgave4
Rekenen periode 4: Verbanden
Hoofdstuk 9 LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 5
Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen
Afzet is hetzelfde als de verkochte hoeveelheid
Extra uitleg H4 Domein Markten
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 9 LES 3 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 6 M&O hoofdstuk 9, opgave 4-5-6

Opgave 4 A. Totale telefoonkosten per minuut = € 195,50 / 850 minuten = € 0,23 B. Totale nota: abonnement (Vast) + gesprekskosten (Variabel). Ze willen hier het gespreksdeel weten! Gesprekskosten per minuut = (€ 195,50 - € 42,50) / 850 minuten = € 0,18 C. 850 minuten x 0,80 = 680 minuten Variabele telefoonkosten = 680 minuten x 0,18 = € 122,40 Constante telefoonkosten = € 42,50 + Totale telefoonkosten = € 164,90 D. De totale telefoonkosten per minuut zijn nu hoger, omdat de constante kosten (abonnementsgeld) nu over minder belminuten wordt verdeeld. €164,90 / 680 = € 0,24)

Opgave 5 A. Totale variabele kosten = tot. kosten – const. Kosten € 488.000 - € 340.000 = € 148.000 Variabele kosten per stuk = € 148.000 / 4000 stuks = € 37,- B. Totale variabele kosten = € 37 x 4.800 stuks = € 177.600 Totale constante kosten = € 340.000 + Totale kosten = € 517.600  

Opgave 6 A. 1 op 15 betekent: met 1 liter benzine kun je 15 km rijden. Variabele kosten per km = € 1,05 / 15 km = € 0,07 per km B. Totale variabele kosten = € 0,07 x 12.000 km = € 840 Totale constante kosten = € 150 x 12 maanden = € 1.800 + Totale kosten per jaar = € 2.640 C. Totale autokosten per km = € 2.640 / 12.000 km = € 0,22 per km D. (15.000 km – 12.000 km) x € 0,07 = € 210  

Opgave 6 E. Totale variabele kosten = € 0,07 x 15.000 km = € 1.050 Totale constante kosten = € 150 x 12 maanden = € 1.800 + Totale autokosten bij 15.000 km = € 2.850 Kosten per km = € 2.850 / 15.000 km = € 0,19 per km Buurjongen zal per week meerijden = 3 dagen x 46 km= 138 km p/w De kosten die Marianne de buurjongen in rekening moet brengen bedragen: € 0,19 x 138 km x 0,5 = € 13,11 per week  

Van totaal naar gemiddeld Als je 5 cijfers hebt staan en je wilt het gemiddelde uitrekenen, heb je geleerd deze 5 cijfers op te tellen en het totaal te delen door 5. Bij economie is het totaal vaak al bekend en wilt men het gemiddelde weten. Dan delen we het totaal door de productie, ofwel door Q TK: Totale kosten TCK: Totale constante kosten TVK: Totale variabele kosten GTK: gemiddelde totale kosten GCK: gemiddelde constante kosten GVK: gemiddelde variabele kosten

OEFENOPGAVE 4 + 5 Maak nu oefenopgave 4 met behulp van de powerpoint

Oefenopgave 4 Je totale constante zijn overal hetzelfde. Je totale variabele kosten = Variabele kosten p/product * aantal producten Je totale kosten is de optelsom van constant en variabel

Oefenopgave 4 Je constante kosten per product: TCK / Q Je variabele kosten per product = TVK / Q Je totale kosten per product: TK / Q

Oefenopgave 5A

Oefenopgave 5B De variabele kosten per product zijn € 4. Bij 30.000 stuks -> € 120.000 variabele kosten Totale kosten waren: € 150.000 Constante kosten: € 150.000 – 120.000 = € 30.000 Bij 40.000 stuks -> € 160.000 variabele kosten Totale kosten waren: € 190.000 Constante kosten: € 190.000 – 160.000 = € 30.000

HUISWERK Werkbladen tot en met pagina 8