HAVO/VWO 1 3.4 Driehoeken en hoeken 1 1
Theorie A Driehoeken tekenen Werkschema Zo teken je een ΔABC met AB = 6 cm, ÐA = 120° en ÐB = 33° 1 Teken de zijde AB van 6 cm. 2 Teken ÐA van 120°. 3 Teken ÐB van 33°. De benen snijden elkaar in punt C. Zet C bij het snijpunt van de benen. (Niet gummen!) 4 C A B
Theorie B Bijzondere driehoeken Gelijkbenige driehoek Een gelijkbenige driehoek heeft twee gelijke zijden. In een gelijkbenige driehoek zijn de basishoeken even groot.
Gelijkzijdige driehoek Een gelijkzijdige driehoek heeft drie gelijke zijden. In een gelijkzijdige driehoek zijn de drie hoeken even groot. Rechthoekige driehoek Een rechthoekige driehoek heeft één hoek van 90°. Een gelijkbenige rechthoekige driehoek.