Les politieke stromingen J. Harinck
Leerdoelen Herkennen en toepassen van kenmerken van politieke stromingen, in Nederland
Politieke stromingen en partijen Socialisme en communisme Liberalisme christendemocratie
Sociaal democratie en communisme SDAP(1894) wordt SDP(1909) en CPH(1919) sociaal democratie communisme
sociaal democratie Een uitgebreid systeem van sociale zekerheid ( verzorgingsstaat) Zorgen voor onderwijs, gezondheidszorg en kinderopvang voor alle burgers door middel van overheidssubsidie.
communisme Communisme is een klasseloze maatschappijvorm waar arbeiders zelf de macht hebben. De fabrieken e.d. zijn gemeenschappelijk eigendom. Er is geen uitbuiting. Iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte.
Liberalisme de vrijheid van het individu. macht van de staat en de kerk beperkt vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Ook willen liberalen dat de staatsinrichting wordt vastgelegd in een grondwet waarin ook de grondrechten van de burger staan.
christendemocratie de ideologie die stelt dat religie als principe binnen de politiek ten uitvoer gebracht dient te worden. De christen-democratie in Nederland houdt een middenpositie in tussen het liberalisme (kapitalisme) en het socialisme (planeconomie). De laatste jaren ziet men echter een verschuiving naar het liberalisme, met name op economisch gebied.
EINDE