Toegepast rekenen HEO Lijnen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Tweedegraads Verbanden
Advertisements

Eigenschappen van parabolen
Gelijkmatige toename en afname
Het prijs- of marktmechanisme
havo A Samenvatting Hoofdstuk 7
Figuur maken met coördinaten in vier kwadranten
Samenvatting H29 Parabolen
Het prijs- of marktmechanisme I
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 13
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
Kwadratische vergelijkingen
Multiplechoise toets voor havo 4 H2 & H3 Na een poosje komt er een tijdbalk in beeld. Als deze bij het paarse vakje aangekomen is heb je nog maar 1 a.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Lineaire vergelijkingen
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
Optische eigenschap van de parabool
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 6
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 5
WIS21.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
Vwo C Samenvatting Hoofdstuk 15. Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel.
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
H4 Differentiëren.
H2 Lineaire Verbanden.
Lineaire Verbanden Hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 1 Roosterpapier, hoekpunten, zijden, diagonalen
Hoeveelheidsaanpassing I
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Vergelijkingen oplossen
Verbanden JTC’07.
Functies, vergelijkingen, ongelijkheden
Basisconstructie I Snijpunt van een rechte en een vlak Vakgroep WISK-TW.
Wiskunde A of B?.
Vergelijkingen.
Assenstelsel tekenen.
Vergelijkingen van de tweede graad. Vergelijkingen van 2 de graad  Een vergelijking van de tweede graad geeft een verband tussen 2 onbekenden.  Bijvoorbeeld.
Snijpunt bepalen. Lijn p en lijn q snijden elkaar. Wat zijn de coördinaten van het snijpunt ?
Wat gaan we vandaag doen?  Voorbereiding op toets 17 mei 2016 lesuur 7  Eerst luister je / noteer je wat er in de toets komt. Vervolgens mag je:  Naar.
Toegepast rekenen Differentieren. Veranderende vergelijkingen: Lineaire functies: rechte lijn ∆O= k x ∆ A O = omzet A = afzet ∆ = delta k = ∆O/∆ A = richtingscoefficient:
Meetkunde 5de leerjaar.
Lesbrief Vervoer H2.
Raaklijnen en snijpunten bij cirkels een kennisclip voor 4 HAVO wiskunde B.
Hoofdstuk 3 Lineaire formules en vergelijkingen
Kennismaking met programmeren
Grafische vergelijking
Grafiek van lineaire formule
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Kennismaking met programmeren
Keuzevoorlichting havo wiskunde AB.
2. Tweedegraadsfuncties en vergelijking cirkel
Grafieken en formules 1-1 puntgrafiek, horizontale en verticale lijnen
Hoofdstuk 5 Les 3: Markten.
Transformaties van grafieken
Examentraining.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Voorspellende analyse
Regelmaat en formules Regelmaat en formules Regelmaat en formules
Voorkennis Wiskunde Les 7 Hoofdstuk 2/3: §2.5, 3.1 en 3.2.
De natuurlijke getallen op een getallenas en in een assenstelsel
Transcript van de presentatie:

Toegepast rekenen HEO Lijnen

Vergelijking van een lijn q TO=625q TK=250q+450000 TVK=250q TCK=450000 TW=TO-TK 450000 -450000 100 62500 475000 25000 -412500 200 125000 500000 50000 -375000 300 187500 525000 75000 -337500 400 250000 550000 100000 -300000 500 312500 575000 -262500 600 375000 600000 150000 -225000 700 437500 625000 175000 -187500 800 650000 200000 -150000 900 562500 675000 225000 -112500 1000 700000 -75000 1100 687500 725000 275000 -37500 1200 750000 300000 1300 812500 775000 325000 37500 1400 875000 800000 350000 1500 937500 825000 112500

Vergelijking van een lijn

Vergelijking van een lijn Een rechte lijn heeft altijd de vorm: y = ax + b. a = de richtingscoëfficiënt (r.c.) = het getal dat de lijn stijgt of daalt als je horizontaal 1 naar rechts gaat. = ∆ verticaal / ∆ horizontaal = ∆ y / ∆ x b = het startgetal. Het getal waarbij de lijn de y-as snijdt. Voorbeeld: y = 2x - 4

Voor het tekenen van een lijn zijn 2 punten nodig: Neem voor de x het getal 0. Dat is handig, want dan weet je meteen het snijpunt met de y -as: invullen en je ziet snel dat y = -4. Neem voor de y ook het getal 0. Ook dat is handig, want dan weet je het snijpunt met de x-as: Oplossen geeft: 0 = 2x -4 x y 2x = 4 -4 x = 2 2

Vanuit een bepaald punt, bijvoorbeeld (3,2) zie je dat als je 1 naar rechts gaat de lijn 2 ( = r.c.) hoger loopt. Weet je alleen tweepunten van de lijn, bijvoorbeeld (3,2) en (5,6) dan is de r.c.= ∆ y / ∆ x = 6 - 2 / 5 - 3 = 4 / 2 = 2

Hieronder zie je dat hoe groter de r.c. hoe stijler de lijn:

2 vergelijkingen 2 onbekenden Eliminatiemethode: (voorkeur) 2x +3Y = 12 6x + 9y = 36 3x – 2y = 5 6x – 4y = 10 13y = 26 -> y = 26/13 = 2 Y = 2-> 2x+ 3*2 = 12 -> 2x = 12 -6 = -> x = 6/2 = 3 (3,2)

Subsititutiemethode 2x +3Y = 12 -> x + 1,5y = 6 -> x = 6 -1,5y 3x – 2y = 5 -> 3(6 -1,5y) – 2y = 5 18 – 4,5y – 2y = 5 -> 13 = 6,5y y = 13/6,5 -> y = 2

Lineair programmeren