Jasper van Rhijn Researchbegeleider: Gabriëlle van Son KP15V

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
ROM als interventie Omdat geen cliënt hetzelfde is
Advertisements

Suïcide en schizofrenie, risicofactoren en implicaties voor behandeling M. De Hert & J. Peuskes.
Onderzoek naar de effecten van het Thuisadministratie programma
DE KLIMOPSTUDIE OUDEREN EN KANKER
De follow-up van NICU-kinderen met gehoorverlies na 3-5 jaar
Gokverslaving.
Therapeutisch Psychologisch Onderzoek vs
Demografie, human capital, en de vraag naar woningen
Effecten van alcohol en kwetsbaarheid voor verslaving
Informatie vaardigheden
Twee-factor Variantie-analyse
Levensbeschouwing en maatschappelijke participatie Is levensbeschouwing nog steeds een motiverende factor voor participatie? Sarah Botterman – KULeuven.
Acceptatie en Commitment Therapie Ouderen
Dotteren bij Vaatspasmen na SAB
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
Annerie Moers 11 augustus 2006
Kinesiofobie bij lage-rugpijn: kan het eenvoudig en toch ‘’evidence-based? Prof.dr. Rob Oostendorp, Nancy Demolon MSc, Olaf van der Zanden MSc, Prof dr.
Angststoornissen bij kinderen met autismespectrumstoornissen
Nederlands tijdschrift voor Diabetologie
Perl Kohen1BaOAOICT en bronnen. Er is vaak onderkenning van dyslexie bij volwassenen →ontstaan en signaleren in de basisschoolleeftijd Sociaal-emotionele.
Behandeling (RA) 1. Langdurend intensief bewegingsprogramma is gunstig voor functionele mogelijkheden en emotioneel welbevinden en niet ongunstig voor.
The ethical decision making of men and women executives in international business situations Valentine & Rittenburg (2007). Journal of Business Ethics,
Doel onderzoek : ALGEMEEN : De kwaliteit van leven in de verschillende zorggroepen. Is er een verband tussen : veranderingen in fysieke, psychische en.
Robbin Bloo & Manon Rijkens
Dag van de Psychotherapie, 19 december 2008
Gezondheid en participatie
Wat is de relatie tussen angstgevoeligheid en depressieve symptomen, vermoeidheid en slaapkwaliteit tot 2 jaar na behandeling van borstkanker? Jannie Lockefeer.
De Invloed van Populaire leeftijdgenoten op de Bereidheid van Adolescenten om Alcohol te Drinken: Een Experimentele Chat Room Studie Hanneke Teunissen,
Effectiviteit van oefentherapie bij heupartrose
Scholing als strategie voor het implementeren van de fysiotherapie richtlijn artrose heup/knie Wilfred Peter.
Gerald Riedstra STOEIEN TUSSEN VADER EN KIND Onderzoek naar de psychometrische kwaliteiten van de Nederlandse versie van Rough and Tumble Play-Quality.
Marit Dhondt Master PMT
Minder moe door verbetering van het lichaamsbewustzijn?
Gezin in beweging Resultaten van kortdurende PMGT M. van Campen - Kramer R. Bosscher, J.T. van Busschbach, M. Visser, J. Maurer.
Effect van een reactiveringsprogramma Bij mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Camille Coussée 1 BaTP B2 DEPRESSIE PREVENTIE.  Betekenis: voorkomen van een ziekte  Doel:  meer kwaliteit van leven  mensen minder/korter ziek 
Internet interventie voor angst en depressie: de rol van begeleiding Eerste verkenning van resultaten Annet KleiboerAnnemieke van Straten Heleen Riper.
Vermoeidheid staat in de top 5 van revalidatiedoelstellingen met de hoogste prioriteit voor visueel beperkte cliënten. Daarnaast komt uit wetenschappelijk.
Functioneel | Herstel Een visie vanuit de psychische gezondheidszorg Jaap van der Stel – Lector GGz – Hogeschool Leiden.
Vroegtijdig signaleren van misselijkheid en braken verbetert de kwaliteit van leven van zorgvragers met kanker Tineke Scheerhoorn, Marijke Kuperus Conclusie.
Evaluatieonderzoek VVTO Engels Kees de Bot Sieneke Goorhuis BCN/RUG.
 Wie zijn wij?  Waar hebben wij dit gedaan?  Wat hebben wij gedaan?  Tandheelkunde en fysiotherapie?
Voorspellende factoren voor een verandering van gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven gedurende 6,7 jaar in vrouwen met overgewicht Achtergrond:
De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,
Effectiviteit van gedeelde besluitvorming in de huisartspraktijk bij diabetes type 2: OPTIMAAL studie Dr. R.C. (Rimke) Vos, Julius Centrum UMC Utrecht.
Maagzuurremmers: effecten van de verandering in de vergoeding voor patiënten met een verhoogd risico op maagaandoeningen Linda Flinterman (NIVEL)
Functioneren en fysieke activiteiten van patiënten na chirurgie in verband met botsarcoom; resultaten van een lange termijn studie J.C. van Egmond-van.
Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli’s in Nederland en Zweden Martje van der Wal
Vermoeidheid bij COPD Dr. Jan Vercoulen, Klinisch Psycholoog
Analyse uitgaven B&D Kerkrade, 9 / 16 december 2016.
POP poli Traumatische partus
IHT en psychotherapie / systeemtherapie in de acute fase
studiedag Ongekwalificeerde Uitstroom door actiegroep
Disclosure belangen NHG spreker
E.F. Taminiau-Bloem, M. Locadia, M.A.G. Sprangers
Wijkscan Bevelanden, Schouwen- Duiveland, Walcheren
Het effect van bekkenfysiotherapie en pessarium bij een matig/ernstige genitale prolaps
RUG-NETWERK regio Heerhugowaard
e-Exercise: blended interventie met gereduceerd face-to-face contact
Disclosure belangen NHG spreker
Gedragsproblemen en stoornissen
Hoofdstuk “Cognities” Medische Psychologie
Eric Blaauw Hendrik Roozen
Het voorspellen van agressie tijdens de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten a.d.h.v. DE hcr-20.
Disclosure belangen NHG spreker
Kortdurende dynamische psychotherapie
Interpersoonlijke psychotherapie in een groep
Geef me de 5® Onderzoek effectiviteit van behandeling Geef me de 5
Disclosure belangen NHG spreker
Meldt u dan aan bij uw fysiotherapeut!
Transcript van de presentatie:

Jasper van Rhijn Researchbegeleider: Gabriëlle van Son KP15V Veranderingen van modi en klachten tijdens een schemagerichte groepstherapie: een naturalistisch onderzoek Jasper van Rhijn Researchbegeleider: Gabriëlle van Son KP15V

Schematherapie is een evidence based behandeling is een kostenefficiënte behandeling met een lage drop-out (Farrell, Shaw & Webber, 2009; Giesen-Bloo et al. 2006; Nadort et al. 2009; Nordahl & Nysaeter, 2005; Renner et al., 2013, Sempértegui, Karreman, Arntz, Bekker, 2013; Van Asselt et al., 2008; Van Vreeswijk, Spinhoven, Eurelings-Bontekoe & Broersen, 2014)

Literatuur Evidentie voor de rol van (reductie van) maladaptieve copingmodi bij reductie van de klachten. En ... door verbetering van gezonde modi.

Literatuur Twee onderzoeken naar voorspellende & mediërende factoren: Nordahl, Holthe, Haugum (2005): Reductie in de ernst van schema’s voorspellend voor symptoomverlichting na de behandeling. Van Vreeswijk et al. (2014): Hogere scores op zelfopoffering/onderwerping/bevestiging zoeken voorspellen een grotere symptoomvermindering. Veranderingen in schema's en symptomen versterken elkaar wederzijds. Weinig onderzoeken gaan in op de modidynamiek, hoe deze van invloed zou kunnen zijn op de ernst van de klachten en of en hoe modiscores tijdens het behandelproces veranderen.

Onderzoeksvragen Voorspellen modiveranderingen in de eerste fase van de behandeling (vanaf de start tot 3 maanden van behandeling) een verandering in de ernst van klachten na 6 maanden? Nemen de klachten toe na 3 maanden behandeling en vervolgens weer af na 6 maanden behandeling?

Hypothesen De scores op de maladaptieve coping modi zullen eerst stijgen en vervolgens dalen. De scores op de disfunctionele oudermodi zullen eerst stijgen en vervolgens dalen. De scores op aangeboren kindmodi zijn na 6 maanden behandeling gedaald. De scores op de gezonde modi zijn na 6 maanden behandeling gestegen.

Design Pre-treatment – Mid-treatment design (0-6 maanden) Patiënten met persoonlijkheidsstoornissen namen deel aan een SFT-groep. Meetinstrumenten Symptom Questionnaire (SQ-48): totaalscore (behalve subschalen Work en Vitality) Schema Mode Inventory (SMI): gemiddelde scores per modigroep: 4 modigroepen Meetschema T0: meting voor de start van de behandeling T1: meting na 3 maanden behandeling T2: meting na 6 maanden behandeling

Onderzoeksgroep N=38 Completers Drop outs 8 mannen (21.1%) 30 vrouwen (78.9%) M =31.1 jaar ± 8.5 Completers N = 28 6 mannen (21.4%) 22 vrouwen (78.6%) M = 31 jaar ± 8.4 Drop outs N = 10 2 mannen (20%) 8 vrouwen (80%) M = 31.3 jaar ± 9.4 ±

Resultaten

Resultaten

Resultaten

Resultaten

Resultaten Geen significante verschillen tussen klachtengroepen (T1 en T2) voor verandering in scores van de modicategorieën tussen T0 en T1. Wel significante verschillen tussen klachtengroepen (T2) voor verandering in scores van de modicategorieën tussen T1 en T2: Gemiddelde scores voor maladaptieve copingmodi daalden meer voor patiënten die verbeterden dan voor patiënten die verslechterden of onveranderd bleven. Gemiddelde scores voor gezonde modi stegen meer voor patiënten die herstelden dan voor patiënten die verslechterden. Ook een effect voor dysfunctionele oudermodi maar geen significant verschil tussen de klachtengroepen.

Resultaten Veranderingen in scores van modigroepen tussen T0 en T1 verklaarden 21.2% van variantie van de verandering in klachten tussen T0 en T2 (na controle voor leeftijd en geslacht) maar …… p = .25 ΔT0-T1 β p Aangeboren kindmodi .62 .09 Maladaptieve copingmodi -.40 .24 Dysfunctionele Oudermodi .18 .60 Gezonde modi .05 .88

Beperkingen Relatief klein aantal cliënten Te korte meetperiode YSQ niet geïncludeerd

Conclusie Modiveranderingen in de eerste drie maanden van de behandeling kunnen een afname van de ernst van de klachten na 6 maanden niet statistisch significant voorspellen. De ernst van de klachten daalt van T0 – T2; er is geen initiële stijging tussen T0 en T1. Daling van aangeboren kindmodi, maladaptieve copingmodi en dysfunctionele oudermodi vanaf T0 Stijging van gezonde modi tussen T0 en T2. Nauwelijks verbetering van klachten maar toch meer gebruik van gezondere copingstijlen, functionele gedachten, gedragingen en vaardigheden die nodig zijn om goed te functioneren na 6 maanden behandeling. Schematherapie lijkt zich in eerst instantie te richten op de verandering van de maladaptieve modi i.p.v. klachtenreductie.

Klinische implicaties Verandering begint vanaf het begin van de behandeling! Na 3 maanden de ‘working stage’: schemamodiverandering. 20% tot 25% van de cliënten verbetert of herstelt klinisch tijdens de eerste 6 maanden: ook daarom herstelgerichte behandeling vroegtijdig inzetten bij clienten die verbeterd of hersteld zijn