ja nee ja nee Waar of niet waar? als het vriest moet je een dikke muts op nee met je schaatsen ga je van de berg af ja van sneeuw wordt je nat nee wanneer het sneeuwt is het lekker warm
nee nee ja nee sneeuw is blauw met 1 ski kun je skiën met de sneeuwscooter kan je in de sneeuw rijden nee sneeuwvlokken zijn vierkant
ja nee nee ja Waar of niet waar? op een slee kun je met z’n tweetjes zitten nee een kruik vul je met koud water nee een das doe je om je billen ja met sneeuw moet je langzaam rijden met de auto
ja nee ja nee Waar of niet waar? een Eskimo woont in een iglo een spoor zie je slecht in de sneeuw ja wanneer het sneeuwt is het lekker koud nee het water in een wak is lekker warm
ja nee ja nee Waar of niet waar? als de zon schijnt smelt de sneeuwman als de zon schijnt moet ik bibberen ja als het koud is doe ik mijn winterjas aan nee op de thermometer kan je zien hoe laat het is
ja nee nee ja Waar of niet waar? een pinguïn woont op de Zuidpool een handschoen doe je aan je voet nee een ijsklontje doe je in je warme thee ja een ijsbeer is gevaarlijk
einde