Les 3Regels voor de volgorde van bewerkingen Rekenen Judith Iedema Les 3Regels voor de volgorde van bewerkingen
TOA-toets Rekenblokken - uitslag? - wie zit er nog niet in? -Laatste les van de toets controle op al het huiswerk - Vrijstellingen? -Problemen of vragen over les 1/2?
Vorige keer Kies uit <, > of = 0,6 miljoen ……….60 duizend 1,25 miljard ……..1.350.000.000 0,38 miljoen…….. 338 duizend anderhalf miljoen …….1.600.000 > < > <
Regels voor volgorde van bewerkingen
Machten en worteltrekken Machtsverheffen is herhaald vermenigvuldigen. Een machtsverheffing bestaat uit twee getallen: - grondtal - exponent. Het grondtal schrijf je gewoon. De exponent staat er als een klein geschreven getal rechtsboven. Bijvoorbeeld: 52 (spreek uit: vijf tot de tweede). 52 betekent dat je de vijf twee keer moet vermenigvuldigen. Dat wordt dus 5 x 5 = 25 De uitkomst van machtsverheffingen wordt snel erg groot. Want bij een hoge exponent moet je veel vermenigvuldigingen maken. Bijvoorbeeld: 34 = 3x3x3x3= 81 Let op!!! 34 = 3x3x3x3, niet 3x4 52 = 5 x 5, niet 5x2
Machten en worteltrekken Worteltrekken is het omgekeerde van kwadrateren Een kwadraat is de uitkomst van een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf. Bijvoorbeeld 6^2 = 6 x 6 = 36. Het omgekeerde van een kwadraat is de wortel. Bijvoorbeeld: Wat is de wortel uit 36? De wortel uit 36 is 6 (want 6 x 6 = 36). √ 49 = 7 (want 7 x 7 = 49). √ 81 = 9 (want 9 x 9 = 81). √ 25 = 5 (want 5 x 5 = 25).
Oefenen op je rekenmachine 1 Want, 1x1x1 64 Want, 4x4x4 10 Want, 10x10=100 6 Want, 6x6=36 8 Want, 8x8=64
Oefenen Haakjes: 14+2 =16 Wortel: √van 16 = 4 Delen: 16:2 = 8 Aftrekken: 4 – 8 = -4 Machten: 5³= 125 Delen: 150:5 = 30 Aftrekken: 125 – 30 = 95 Machten: 12²= 144 Wortel: √10.000 = 100 Vermenigvuldigen: 100 x 3 = 300 144 – 300 = -156 Hoe Moeten Wij Van De Onvoldoendes Afkomen
Oefenen De familie Beni gaat zwemmen. Er zijn zes volwassenen. Er gaan ook zes kinderen onder de zestien jaar mee. Daarvan zijn twee kinderen tussen de vier en twaalf jaar. 4 kinderen zijn tussen de 12 en 16. De familie huurt zes kluisjes. Een kwart van de familie drinkt thee en de rest neemt fris. De volwassenen betalen de kosten. Hoeveel betaalt elke volwassene? Stap 1 Wat moet je berekenen? Stap 2 Welke berekeningen horen daarbij? Hoeveel elke volwassene betaalt Stap 3 Wie gaat dit bedrag betalen? 6 volwassenen, dus 85,50 : 6 = 14,25 per volwassene
Aan de slag! Som 15 Som 17 Tip: Kijk goed naar som 20! 3f getallen Les 3 en lestoets 3 (regels voor volgorde van bewerkingen) De volgende sommen hoeven niet: Som 7 Som 15 Som 17 Tip: Kijk goed naar som 20!
Huiswerk Na de vakantie Les 1/2/3 + lestoets 1/2/3 Som 2 lestoets 3 hoeft niet!!!!