WELVAARTSVERLIES DOOR KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN EN – VERLAGENDE SUSBSIDIES, MAXIMUM- EN MINIMUMPRIJZEN
Volkomen concurrentie Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P - 20 Evenwichtsprijs Consumentensurplus Producentensurplus 50 Qv prijs Qa 40 C evenwichtspunt 30 P 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000
MAXIMUMPRIJS Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P - 20 Maximumprijs Consumentensurplus Producentensurplus Harberger driehoek (=welvaartsverlies) 50 Qv prijs Qa 40 30 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000
MINIMUMPRIJS Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P - 20 Minimumprijs Consumentensurplus Producentensurplus Overheidsuitgaven om overschot te kopen Netto welvaartsverlies 50 Qv prijs Qa 40 30 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000
KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTING Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P - 20 Minimumprijs Consumentensurplus Producentensurplus Overheidsinkomsten belastingen Harberger driehoek (=welvaartsverlies) Q’a 50 Qa Qv prijs 40 30 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000
KOSTPRIJSVERLAGENDE SUBSIDIE Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P - 20 Minimumprijs Consumentensurplus Producentensurplus Overheidsuitgaven subsidies Harberger driehoek (=welvaartsverlies) Qa 50 Q’a Qv prijs 40 30 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000