Effect van vertelstandpunt, tijd

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tijd en opbouw: Verteltijd:
Advertisements

Lesbrief 2 Schrijf wat je ziet..
Fictieanalyse College 3.
Gemaakt door: Fenna Vervat
Fictieanalyse- proza Eerste bijeenkomst.
ANW - mythen & pseudowetenschap
Beeldvorming (inleiding)
STOF PW hst. 3 Fictie vertelstandpunten
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6
4 VWO / HAVO Laagland, Module 4.
Vorige week Menukaart/woordweb Verzorgingsstaat
F O T O – O P D R A C H T.
Literaire bouwstenen 1 Vertelperspectief.
Morfologie G41 Plantenfysiologie.
Fictie Blok 3.
Briant College Fictie h4 Spanning. Briant College ­ Wat een verhaal spannend maakt ­ Welke ‘trucjes’ de schrijver gebruikt om het verhaal spannend te.
Briant College Fictie h4 Tijd. Briant College ­ Op welke manier een schrijver ‘tijd’ gebruikt in een verhaal. 2 Wat ga je deze les leren.
Hoofdstuk 7 Paragraaf 4 Hoe werken enzymen?. Wat gaan we doen vandaag?  Uitleg paragraaf 4  Afronden paragraaf 4.
De theorie achter de verhalen
Paragraaf 1.2 Les 3: Hoe blijven planten stevig?.
Literaire bouwstenen Vertelperspectief.
MEDMEC01 – Q1 – JAAR /2010 THEMA: Het creatieve proces.
LAATSTE LES! 13 JANUARI WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? Lesdoelen Leesvaardigheid Feedback geven Verrassingsles!
Voeding en hygiëne Ranjana de Vries 24 november 2015.
Interactief voorlezen in de kinderopvang Taal in peuterboeken Verhalende tekst (en rijm) © Gottmer; De rommelige reus.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat een verhaalprobleem/thema is en hoe dit verwoord wordt. Hoe spanning ontstaat en welke.
WOORDEN 5.3 SPREEKWOORDEN EN UITDRUKKINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE: Een aantal spreekwoorden en hoe je betekenis daarvan kunt afleiden Wat.
WOORDEN 5.7 VERSTERKINGEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Herhaling: Wat een samenstelling is 2.Wat een versterking is van een bijvoeglijk naamwoord.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je.
Presentatie Nederlands Over 4 stellingen Naam: xx Klas: 4vmbo bk Datum:
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Nederlands Blok 5.
Klas 3vwo Over lezen Blok 3
ADL Les 3 31 mei 2016 Berthe/Mirjam.
In 2017 ga jij: je diploma halen;
Beeldspraak: de vergelijking
Nakijken Opdracht 33a, 33b en 34a.
Griekse leenwoorden samenstelling en afleiding
Professionele ontwikkeling
Fictie 2.1 tijd.
Een reisverslag schrijven
Realistische en niet-realistische verhalen
Communicatie Les 1.
Instructie geven en uitvoeren
Fictie 2.1 tijd.
SCHM Literatuur Les 1 #havo5.
Lezen samenvatten.
Veilig vrijen.
Zelf schrijven van een ‘grappig’ nieuwsbericht
Poster ontwerpen Opdracht fictie klas 1.
Living lab & Storytelling
Informatieve teksten, interviewverslag
Interview verslag schrijven
Introductie, filmanalyse verhaal en mise-èn- scene
Leerjaar 3 Nask1 H7 Materie §1 Moleculen.
Betrouwbaarheid van teksten: kritisch lezen
Leesanalyse en schrijfopdracht
Vandaag De Alpen: wat, waar, waarom daar?
Toedienen meststoffen
Les 5: Verbale communicatie
Hoofdstuk 6 – les 4 Druk.
Vandaag Les 6: Dieren Wat Tijd Start 5 Nakijken opgaven
Hoofdstuk 3 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
Hoofdstuk 8 Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik Doel
Hoofdstuk 2 Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik Doel
Landschappen en klimaten
Kritiek geven en krijgen
Literaire Begrippen.
Vandaag Herhalen endogene en exogene krachten Nakijken huiswerk

Transcript van de presentatie:

Effect van vertelstandpunt, tijd Fictie 4.1 Effect van vertelstandpunt, tijd

Aan het einde van e les weet je… Welke effect het vertelstandpunten heeft voor de manier van vertellen. Wat het verschil is tussen een alwetend en niet-alwetend perspectief.

Wat gaan we vandaag doen? Nakijken opdrachten fictie 3.1 (10m) Uitleg alwetende en niet-alwetende verteller Voorlezen verhaal en klassikaal maken van opdr 1 (10m) Elkaar feedback geven op opdr. 7a paragraaf 3.1 (10m) Maken opdrachten 3,4,7 paragraaf 4.1 (20m)

Nakijkdia 1

Nakijkdia 2

Alwetend en niet alwetend perspectief hij/zij kent het hele verhaal en weet ALLES van IEDEREEN. Verhaal wordt achteraf door de hoofdpersoon verteld. Niet alwetend perspectief Hoofdpersoon vertelt met het verhaal mee. Hij weet alleen zijn eigen aandeel in gebeurtenissen.

Alwetend en niet alwetend perspectief Vertelstandpunt 1ste persoon kan Vertelstandpunt 3de persoon Wisselend standpunt Altijd!

Opdrachten Fictie 4,1 m opdr 3,4 en 7