W. POPPE Gynaecologie-verloskunde UZ Gasthuisberg Leuven

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Prostaatkanker Dr. Mariëtte van den Heuvel
Advertisements

Mamma Screening en Diagnostiek
mammotoombiopsie Techniek, indicaties en resultaten.
INSPIRATOIRE DYSPNEE ZONDER STRIDOR
Hyponatriemie en de hersenen
Indicaties voor screening buiten bevolkingsonderzoek
Centrum voor Medische Genetica Diensthoofd prof. dr. A. De Paepe
Organisatie mammapoli ADRZ
Revalidatie na oncologische behandeling
Cytologie of histologie
Benigne afwijking, wat nu?
Beeldvorming en follow-up adviezen
Follow-up na mammacarcinoom
Frederieke de Bever Yvonne van Riet Karin Schenk Venetië, april 2013
Autismespectrumstoornissen
Galblaasproblemen Galstenen Galblaasontsteking Obstructies Trauma
DIAGNOSE ‘MASSA IN THORAX’
MOEDER EN KINDMAP DE TAAK VAN DE HUISARTS DR KARIN VAN DEN BULCKE.
Obesitas Een teveel aan lichaamsvet en daarmee een (ernstige mate van) overgewicht.
Prof Dr J De Schepper Adolescenten Endocrinologie UZ Brussel
RADIO ACTIEF IODIUM THERAPIE
Dokter, ik heb een knobbel in de hals
We zien poliklinisch veel patiënten met lage rugpijn, met of zonder uitstraling naar een been. Indien er geen operatie-indicatie is, overwegen we soms.
DE FILOSOFIE VAN MAMMOGRAFIE
1.
Diagnostiek mammapathologie.
Therapie & Prognose Dr. A. Janssen.
Die ziekte in mijn familie krijg ik die later ook?
Handelen bedrijfsarts bij rugklachten (herzien)
Datum naam 1 datum plaats Carpaal Tunnel Syndroom multidisciplinaire richtlijn CBO 2006 naam persoon.
Ganglion Cyste Zohra Kerami
OPVANG VAN CHRONISCHE PIJNPATIENTEN IN DE EERSTELIJN
Mammacarcinoom en SWK+, wat nu?
Cervixkankerscreening Bron: Aanbeveling WVVH 2002/03
Trombose en Longembolie Wat is het en hoe kom ik er aan?
Jarna Jelles.  Doel presentatie  Start cijfers  Redenen keuze kunstvoeding  Redenen stoppen borstvoeding  Overeenkomsten, verschillen, verandering.
Help ! Blauwe plekken: Eerste benadering bij diagnostiek
Down syndroom screening: geïnformeerde keuze mogelijk maken Prof.dr. Martina Cornel Papendrecht, 28 november 2013.
Klinische Genetica Prenatale Diagnostiek & Screening
Dr. Urszula Kiendys. Vroege borstkanker detectie: georganiseerde borstkanker screening.
Psychiatrie en metabool syndroom. Waarom dit onderwerp Gemiddelde levensverwachting van schizofrenie patienten is 20 jaar korter dan levensverwachting.
H2 antagonisten dé behandeling van wratten!?
Man, 57 jr. Rookt 1 pakje/dag, Alcohol 4E/dag.
Dr. Anne Vancauwenbergh. Vroegtijdige screening van prostaatkanker Dr. Anne Vancauwenbergh.
Borstkanker Mammacarcinoom algemeen chirurgische behandeling VU medisch centrum Sandra Muller 14 oktober 2009.
Gezwollen & pijnlijk been. Suggesties? Gezwollen & pijnlijk been Wie? 34 jarige vrouw zonder voorgeschiedenis Waarom? Gezwollen & pijnlijk linker been.
Dr. Alexander Goegebuer
De lever van vet tot virus
Bronchiolitis Guideline AAP 2014: diagnose, behandeling en preventie. (i.e. Update 2006)
PICO P: status na okselkliertoilet (bij mammaCa) I: wel bloedafname/infuus plaatsen C: geen bloedafname/infuus plaatsen O: meer risico op infecties/complicaties?
Cardiopulmonale consulten op de huisartsenpost: interviewstudie Angel Schols Basisarts en promovendus.
Anorexia nervosa of toch niet ? Elke Janssens, Philippe Alliet Kindergastro-enterologie Symposium 20 jaar kindergastroenterologie, 17/09/11.
Een afspraak op de mammapoli Judith Nijhuis, verpleegkundig specialist
Scrotale pathologie kind
POP poli Traumatische partus
B. Stof 7 soa’s VEILIG VRIJEN EN Geslachtsziektes
ProtonpomPinhibitoren – langdurig gebruik
Sophie Fibbe Linda Klungel
Casus 1 vrouw van 45j cT2N0, borstsparende chirurgie mogelijk, ER en PR 8/8, IDA III Botmeta 2 wervels.
Endometriose Stadia en classificatie
PCOS Langetermijnrisico’s
Oncoplastie bij borstsparende heelkunde
Meten van de bloeddruk.
Art Asrian,Huisarts 20 april 2017
Te vroeg? Te laat? Net op tijd... Opvolging Barrett en colonpoliepen
Overzicht verschillende longziekten
Angststoornissen en hypochondrie
Transcript van de presentatie:

W. POPPE Gynaecologie-verloskunde UZ Gasthuisberg Leuven BENIGNE BORSTZIEKTEN W. POPPE Gynaecologie-verloskunde UZ Gasthuisberg Leuven Lentevergadering VWAG - Affligem 15-3-2003

Welke problemen? Massa 44% Massa/pijn 8% Pijn 23% Abnormale mammografie 12% Tepelvochtverlies 8% Mastitis/abces <0.5% Follow-up en andere 9% N=4820 Breast Diagnostic Centre, WH Hindle (LACUSCMC)

Welke leeftijd ?

Diagnostische evaluatie . Familiale en persoonlijke voorgeschiedenis: vroegere onderzoeken, biopsies, medicatie,... . Klacht: pijn, massa, tepelvochtverlies, ontsteking . Specifieke ondervraging in verband met klacht . Systematisch borstonderzoek: inspectie, palpatie, zittend, ruglig, zijlig, thoraxwand, lymfeklieren . Algemeen klinisch onderzoek . Documentatie en voorstel tot bijkomend onderzoek

Bijkomend onderzoek Echografie RX Mammografie Kernspintomografie Fine needle aspiration cytology (FNAC) Core needle biopsy (CNB) Open biopsie, excisie, microdochectomie Hormonale bepalingen

Diagnose en therapie Onderling overleg tussen artsen en informatie Integratie resultaten en vergelijken met vorige bevindingen (klinisch, RX/echo, biopsies, cytologie,...) Documentatie diagnose in dossier Voorstel tot therapie en/of opvolging Voorstel tot herevaluatie probleem en/of therapie Voorstel tot latere opvolging

Fibrocysten

Fibrocysten Goedaardige uitgesproken fysiologische veranderingen APO: grote en kleine cysten, stromale veranderingen, epitheliale hyperplasie en adenosis, meestal focaal en verspreid in beide borsten Geen specifieke klinische of RX tekens van atypische hyperplasie 54% autopsies, 34% biopsies, 40% borstca Piekincidentie: 35 - 50 jaar Geen aantoonbare consistente endocriene afwijkingen

Fibrocysten Symptomen: cyclische borstpijn en “nodulariteit” Diagnose: APO Is dit pathologie? Geen duidelijk verband met borstca, tenzij voor atypische lobulaire en ductale (3.6%) hyperplasie (en zeker in combinatie met eerstelijns verwante met borstca) : RR 4 - 5 en x 2 igv familiaal borstca Dupont WD, Page DL. NEJM, 1985

Therapie fibrocysten Correcte diagnose: exclusie ernstige pathologie Geruststelling is meestal voldoende Chirurgie: te mijden Macrocysten en pijn: aspiratie Borstpijn: algemene richtlijnen en soms farmaca

Cyclische borstpijn >80% van de borstpijn Gemiddeld 34 jaar Daily breast pain chart gedurende twee cycli >40% van menstruerende vrouwen Goede therapierespons Geen verband met RX densiteit, wel met ductectasie (echo)

Niet-cyclische borstpijn 20% van de borstpijn Gemiddeld 43 jaar Pre- en postmenopauze Gelocalizeerd, subareolair en mediaan Minder therapierespons dan cyclische pijn Correlatie met focale ductectasie Borstpijn: minder risico voor Ca (OR 0.60 95% CI 0.50-0.74)

Differentiële diagnose Syndroom van Tietze: costochondrale pijn zonder RX afwijkingen Musculoskeletale pijn: 90% unilateraal en 60% heeft irradiatie naar de oksel/arm Inwendige oorzaken: angor, pleurapijn … Na trauma, radiatie, biopsie Macrocyste, ontsteking, massa, Mondor flebitis, (kanker) Zwangerschap, lactatie, hyperprolactinemie Farmaca: oestrogenen, OAC

Etiologie cyclische borstpijn ? Normale prolactine- of progesteronesecretie Normale water- en electrolytenbalans Geen verband met koffie- of methylxanthinegebruik Geen tekort aan vitaminen A, B, D of E

Behandeling borstpijn Sluit ernstige (kanker) pathologie uit en stel gerust --- 80% is geholpen ! Sluit extra-mammaire pathologie of onderhoudende factoren uit Overweeg farmaca in ernstige gevallen en bespreek anticonceptie Algemene maatregelen zijn nooit zinloos: aangepaste BH, aerobe sport, gewicht- en dieetadvies

Farmaca borstpijn 20 µg ethinyloestradiol OAC Teunisbloemolie (evening primrose oil): Aomix 2 x 2/dag veertien dagen premenstrueel - 4 maanden (geen RCT) met 45% response rate Vitex Agnus Castus extract: Biofemin 1/dag - 84 dagen (1 RCT) 52% effect op PMS en borstpijn en 24% met placebo Spironolactone 50-100 mg /dag effectief op ‘mood’ en borstpijn in 1 RCT Vit A, B, D, E: geen gedocumenteerd effect en potentieel toxisch Locaal of cyclisch progestativum: geen gedocumenteerd effect Tamoxifen: 10 mg/ dag: 80% effect op cyclische borstpijn in 1 non-RCT

Therapie borstpijn Bromocryptine 2 x 2.5 mg/dag - 2 maanden, evt nog 3 maanden indien effectief (geen RCT) 47% reponse rate, 33% neveneffect Danazol 2 x 100 mg/dag - 2 maanden en indien effectief 100 mg/dag - 2 maanden 80% effect, 22% neveneffect (anticonceptie!) Heelkunde vermijden: tenzij groeiende vaste letsels, electief blijvend pijnlijke klierzone, pijn door te grote borsten (niet obesitas) Pijnlijke macrocysten: punctie en aspiratie

Algemene maatregelen Volledig onderzoek Geruststelling voldoende bij 80% Keuze BH Gewichtsreductie en beweging Aanpassen H(S)T Love and tender care

Hormonale therapie

Ontsteking in de borst Mastitis tijdens de zwangerschap (dd. Ca) Mastitis tijdens de borstvoeding: STASE door slechte zoogtechniek, obstructie melkgang of tepelporus en daarna overgroei van Staphylococcus aureus Abces (echo! fluctuatie meestal afwezig ) Macrocyste met ontsteking Vetnecrose: trauma,heelkunde,radiotherapie Niet-infectieuze mastitis Mastitis carcinomatosa

Infectieuze mastitis Penicillinase-resistente penicillines of cephalosporines: Dicloxacilline 500 mg 4/d gedurende 10 dagen en verbetering na 48 uren of Erythromycine 500 mg 4/d of Clindamycine 300 mg 4/d NSAID: Ibuprofen Lediging door borstvoeding Abces: echo geleide 18 g-naalddrainages, herevalueren na 3 dagen (soms heelkunde) Mastitis carcinomatosa?? Huidbiopsie !!

Niet-infectieuze mastitis Squameuze metaplasie en obstructie van de galactoforen Vooral premenopauzaal en premenstrueel Subareolaire ontsteking, abces, fistulisatie en drainage van gekleurd visceus vocht Mastitis zonder abces of met abces of recurrente mastitis gedurende jaren Verband tussen recurrent abces en roken

Recurrent subareolair abces Kulturen meestal steriel (of contaminatie) Antibiotica hebben geen effect Incisie en drainage hebben geen blijvend effect Subareolaire exploratie en excisie van de verantwoordelijke galactoforen Excisie van het volledige tepel-areola complex

Palpabele massa CYSTISCH VAST WEEFSEL .Fibro-adenoma dd. Tubulair adenoma dd. Medullair of colloidCa .Hamartoma, lipoma, phyllodes .(TBC, actinomyces, lues, diabetes) . Macrocyste dd. Ca met necrose dd. Cyste met papillaire Ca .Phyllodes tumor met cyste

Macrocysten Meestal tussen 35 en 50 jaar en nadien met hormonale therapie? Genetische predispositie? Kankerrisico is niet verhoogd Aspiratie onder echo geleiding ENKEL indien pijn of ander ongemak Cytologie indien bloederig aspiraat Herevaluatie een maand na aspiratie; indien (zeldzaam) recidief herprikken of biopsie Biopsie indien zeldzaam intracystisch papilloma of Ca

Fibro-adenoom Vooral bij jongeren: 12-30 jaar Fibro-adenoma en Ca: <0.1 -0.3% en gemiddeld 45 jaar (19-70 j) Meestal solitair (80%). Solitair: FNAC en FU (echo 6 -12) of excisie. Multiepele: FNAC en FU (echo 6 -12 maanden) Juveniel FA en reuze FA zijn snelgroeiend (dd juveniele hypertrofie): excisie is nodig voor cosmetische redenen Cystosarcoma phyllodes: 10% maligne sarcoma ---excisie tot in normale klier

Intraductaal papilloma Papillaire uitgroei in een grote melkgang of sinus, 1-2 cm van de tepel Meestal solitair en slechts enkele mm groot Bloederig of waterig tepelvochtverlies uit een porus Meerdere papilloma’s verdubbelen het risico voor borstkanker (Dupont and Page, 1985)

Andere vaste massa’s Hamartoma: lobulair normaal klierweefsel in een dun kapsel Adenoma: tijdens zwangerschap en borstvoeding of bij jonge vrouwen. Beperkte stromale component Vetnecrose: oppervlakkig, onregelmatige aflijning en soms huidveranderingen Lipoma: lobulair met kapsel Adenolipoma: met epitheliale component Granulaire celtumor: soms stellair dd Ca

Diagnose vaste massa Klinisch onderzoek RX mammografie en echografie FNAC

Criteria voor biopsie Verdacht of zeer suggestief voor Ca of CIS Onzekere diagnose: FNAC is niet conclusief Verdachte microcalcificaties (Le Gal 3,4,5) Kliniek, RX/echo, FNAC waarschijnlijk goedaardig: vergelijk met vroegere bevindingen en herhaal binnen zes maanden (<2% van de niet-verdachte vaste letsels blijken Ca en tonen evolutie) “Eenvoud” van minimaal invasieve biopsie laat geen bredere criteria toe dan voor open biopsie

Criteria excisie benigne letsels Pijnlijke vaste massa Groeiende vaste massa +/- pijn Grote massa en een cosmetisch probleem Reciverende cyste (of met onregelmatige wand) Patiënte wenst een excisie DCIS na CNB (risico invasief Ca: 10-20%) Atypische lobul hyperplasie of LCIS na CNB? Intraductaal papilloma(ta): microdochectomie

Na de biopsie Histologie conform met kliniek/RX/echo? Na CNB: Excisie nodig bij DCIS. Quid bij LCIS of atypische lobulaire hyperplasie? Vals-negatieve CNB: 1.2 - 1.9% Follow up na 6-12 maanden!!

Tepelvochtverlies 50-80% vrouwen hebben opwekbaar tvv Etiologie van uniductaal spontaan tvv: 23% ductectasie, 44% papilloma, 16% fibrocysten, 11% carcinoma, 6% andere oorzaken Bloederig en waterig vochtverlies komen meest voor bij maligniteit, groen-geel minst Differentieer van normaal fysiologisch en galactorree

Tepelvochtverlies .Differentieer fysiologisch, postlactatie, galactorree en uniductaal tv .Zoek naar andere borstziekte: klinisch, tepel, RX/echo .Denk aan hypothyroidie, hyperprolactinemie, locale wandirritatie, medicatie: opiaten, OAC, tricyclische antidepressiva, methyldopa, methoclopramide, cimetidine, calciumkanaalblockers, prochloperazine, sulpiride

Galactorree

Problemen in de ductus .Meeste intraductale papillomen binnen 2 cm van de tepel .Meerdere papillomen betekenen een kankerrisico x 2 .Cytologie van het tepelvocht is weinig sensitief .Negatieve galactografie sluit geen pathologie uit

Microdochectomie Identificatie van de verantwoordelijke ductus volgens kliniek en radiaire druk van perifeer naar centraal, evt rx galactografie Circumareolaire incisie boven de ductus Excisie van de ductus van net achter de tepel tot 4-5 cm perifeer met wat klierweefsel Geen sluiting van de klier of drainage Intradermale hechting 3.0 of 4.0 Monocryl

Valkuilen voor de clinicus Minimalizeren van de klacht of veranderingen opgemerkt door patiënte (cave zwangerschap en lactatie, “reclus”) “Zij is toch te jong om kanker te hebben” Te veel vertrouwen in negatieve RX Minimalizeren van risicofactoren Gebrek aan informatie, voorstel tot opvolg/ behandeling of verwijzing Geen documentatie of bewijs van informatie, voorstel opvolg of onderzoeken