LES ADVERBES
Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord. Ik lees een goed boek. Een bijwoord zegt iets over een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord. Jij werkt goed. Het bijwoord heeft in het Nederlands meestal dezelfde vorm als het bijvoeglijk naamwoord. In het Frans verandert de vorm van het bijvoeglijk naamwoord. Je lis un bon livre - je lis un très bon livre. Je lis bien - je lis très bien.
Bijzondere gevallen BIJVOEGLIJK NAAMWOORD BIJWOORD Bon (goed) bien Mauvais (slecht) mal Meilleur (goed) mieux Rapide (snel) vite Long (lang) longtemps
Bijwoord in -MENT Je maakt een bijwoord door –ment achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten. - eindigt het bijvoeglijk nw. Op een klinker, dan –ment acther de mannelijke vorm: bijvoeglijk naamwoord bijwoord absolu – absolument vrai - vraiment terrible - terriblement
Eindigt het bijvoeglijk nw op een medeklinker, dan –ment achter de vrouwelijke vorm: bijvoeglijk nw bijwoord Certain certaine -certainement Doux douce -doucement Heureux heureuse -heureusement Seul seule -seulement Lent lente -lentement
Bijzondere gevallen Gentil gentiment Précis précisément Profond (diep) profondément Énorme (enorm) énormément Long longtemps
Eindigt het bjvoeglijk nw op –ENT of –ANT, dan eindigt het bijwoord op –EMMENT - AMMENT bijvoeglijk naamwoord bijwoord Apparent (blijkbaar) apparemment Fréquent (vaak) fréquemment Évident (natuurlijk) évidemment Constant (constant) constamment Suffisant (voldoen) suffisamment
Er zijn ook bijwoorden die niet afgeleid zijn van een bijvoeglijk naamwoord, zoals: Beaucoup – peu – plus – moins – autant – très – trop – notamment (met name) – grièvement (ernstig) Met sommige uitdrukkingen wordt het bijvoeglijk naamwoord onveranderd als bijwoord gebruikt: Je travaille dur La jupe coûte cher. (mais ELLE EST CHERE).