Consctructiestralen bij een positieve lens.
Hoe bepaal je waar het brandpunt ligt bij een bolle lens? Laat er een evenwijdige bundel opvallen! Ná de lens gaat die bundel door één punt: het brandpunt (=F) De afstand van dit brandpunt tot het midden van de lens is de brandpuntsafstand ( =f) + Hoofd-as F f = brandpuntsafstand O
De stralengang ín een lens Het oppervlak van en lens is een deel van een cirkel De evenwijdige bundel treft de lens onder verschillende hoeken De licht straal wordt twee keer gebroken oppervlak normaal oppervlak normaal Hoofd-as F
Elke andere lichtstraal uit het voorwerpspunt gaat naar het beeldpunt Hoe bepaal je de plaats van het beeld bij een bolle lens? 1: Een lichtstraal door het midden van de lens gaat n.d.l. rechtdoor Met de drie constructiestralen! 2: Een lichtstraal evenwijdig invallend gaat n.d.l. door F 3: Een lichtstraal door F gaat n.d.l. evenwijdig scherm Elke andere lichtstraal uit het voorwerpspunt gaat naar het beeldpunt voorwerp 3 cm hoog + F f = 3 cm Hoofd-as beeld v = 5 cm b = ??cm
Hoe bepaal je de plaats van het beeld bij een bolle lens? Natuurlijk gaat er een hele bundel licht van het voorwerpspunt naar het beeldpunt! scherm voorwerp 3 cm hoog + Hoofd-as beeld
…..gaat niet meer de hele bundel naar het beeldpunt! Als je een deel van de lens afdekt……. …..gaat niet meer de hele bundel naar het beeldpunt! Dus het beeld wordt lichtzwakker, maar ook scherper immers de bundel is smaller geworden! scherm voorwerp 3 cm hoog + Hoofd-as beeld
Zomaar een straal, afkomstig van een voorwerpspunt . . . . gaat naar het beeldpunt.
Een straal door het midden van de lens . . . . gaat gewoon rechtdoor.
1. Scherm 1 is zo gezet dat . . . er een scherp beeld te zien is. 2. Scherm 2 staat te dichtbij . . . 2 1 het beeld is niet scherp.
Daar gaat ook de willekeurige lichtstraal naar toe!! Hoe bepaal je hoe een willekeurig lichtstraal verder gaat? 1: Doe net alsof deze lichtstraal uit een bron (lampje) komt…… 2: teken vanuit die bron de drie constructiestralen……. 3: Je weet dan waar het beeldpunt van het lampje ligt….. scherm Daar gaat ook de willekeurige lichtstraal naar toe!! + F f = 3 cm Hoofd-as b = ??cm
De loep (vergrootglas) Het voorwerp staat tussen F en de lens (dus v < f) Lichtstralen n.d.l. zijn divergent, maar lijken uit één punt te komen virtueel beeld b = negatief virtueel beeld niet op een scherm, wel te bekijken!! + Hoofd-as v < f b = - x cm
De loep (vergrootglas)
Bij een scherpe afbeelding De vergroting = N = BB’/VV’ (‘hoeveel keer groter is het beeld….’) 3-hoeken gelijkvormig N = óók b/v voorwerp + VV’ b v beeld BB’
+ b v beeld + b beeld v v klein en b groot ? N > 1 Bijvoorbeeld: beamer, filmprojector, + b v beeld + b v beeld v groot en b klein ? N < 1 Bijvoorbeeld: fototoestel,