Imperialisme H6 geschiedenis Memo
Periode rond 1800 en rond 1900 imperialisme 1. Start: Portugezen en Spanjaarden 1500 2. Goud, zilver, specerijen, suiker en slaven 3. Eeuw later: Europeanen naar Afrika en Azië 4. Vestigingen aan de kust 5. 2e helft 19e eeuw: steeds meer binnenlands 6. Ontstaan modern imperialisme
Eerste contacten met Afrika en Azië In Afrika waren de eerste mensen: missionarissen, ontdekkingsreizigers, handelaren en zendelingen. Vanaf 1600 al contacten in Azië en India VOC (handelsposten) Door verschillende uitvindingen was het makkelijker om Afrika en Azië binnen te vallen en hier delen te veroveren: betere bewapening (de Maxim – 1884), telegraaf, directe scheepvaartverbindingen en stoomtrein.
Bestuur, gebieden bezetten Europese landen (Spanje, Portugal, Engeland, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Italië en België) hadden rond 1900 grote delen van Afrika en Azië veroverd. Engeland en Frankrijk veroverde tussen 1870 en 1900 grote delen van Afrika en Azië.
3 belangrijke oorzaken ontstaan imperialisme: Goedkoper bestuur: 19e eeuw technische uitvindingen: tegen lage kosten groot gebied beheren. Indirect bestuur: Inlandse bestuurders behielden hun taak, maar kregen orders vanuit Engeland. Grondstoffen en afzetmarkt Afrika en Azië hadden ook grondstoffe zoals katoen, rubber en olie. Vanuit lage prijs in Afrika en Azië verbouwen. Engelse handelaren hoopte dat de inheemse bevolking hun producten zou kopen (afzetmarkt). Nationalistische gevoelens Mensen waren trots op hun vaderland en geschiedenis. Met veel koloniën had je als Europees land veel aanzien. Populaire kranten schreven over de expedities waarbij meer koloniën werden gesticht. Tot halverwege de 19e eeuw waren Frankrijk en Engeland grootmacht, Duitsland begon nu ook op te komen.
Nederlands-Indië Eerste contacten in 16e eeuw Azie: Portugezen, Engelsen, Fransen en Nederlanders. Dreven handel in specerijen, thee, koffie en katoen. Boek Max Havelaar van Edward Douwes Dekker (1859) VOC was grootste onderneming in handel drijven met Azië. 1799 ging de VOC failliet regering nam bezittingen over nieuwe naam: Nederlands-Indië. Tussen 1850 en 1860 kwam 32% van verdiensten Nederland uit Nederlands- Indië. 1870 Agrarische wet (door liberalen): ongebruikte grond van de regering pachten of rijstvelden van boeren huren. Interesse vanuit Nederland voor: rubber, tin en aardolie.
Brits-Indië Frans-Indochina In 1858 nam Engelse regering India over. Interesse van Britten: Katoen, jute, theeen indigo Frans-Indochina In 1887 ontstond Frans-Indochina. Interesse van Fransen: Rubber en rijst
Conferentie van Berlijn Rond 1800 eerste contacten in Afrikaanse binnenlanden met “blanke” Europeanen 1880 Europeanen koloniën in Afrika. Schotse arts Mungo Park maakte twee reizen door West-Afrika bloeiende steden (handel en cultuur) onder Islam. Duitsland was sinds de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) een eenheid. Duitse kanselier Bismarck wilde van Duitsland een belangrijk land maken. Conferentie in Berlijn door Bismarck (nov. 1884-febr 1885): Regels verdeling Afrika onder de grootmachten
Verdeling Afrika 20 jaar tijd: Afrika bezet Noord- en West Afrika: Frankrijk Midden-Afrika: België Zuid- en Oost Afrika: Engelsen 1900 Afrika bestaat uit 40 landen Grondstoffen uit Afrika naar Europa goud, ivoor, cacao, koper en rubber Succes Christenlijke hervorming
Gevolgen imperialisme voor europa Onderlinge spanning tussen Europese landen (1898 oorlog tussen Frankrijk en Engeland over Sudan Fasjoda incident) Invoer en uitvoer producten goed voor Europese industrie, weinig inkomsten in verband met spoorwegen aanleggen, scholen, medische zorg etc. Interesse naar nieuwe culturen en gebieden. Dt leidde soms ook tot racisme, mensen werden op grond van hun ras anders behandeld
Gevolgen modern imperialisme veroverde gebieden Economie afhankelijk van Europa Weinig landbouwgrond over voor eigen voedselproductie Geldeconomie werd geintroduceerd, mensen verlieten hun geboorteland door te weinig geld Groepen bevolking werden voorgetrokken, scheve verhoudingen onderling Geen eigen bestuur meer Last met de verdeling gericht naar oudere stammen en volkeren
Opdracht deze les: Maak een samenvatting van paragraaf 6 over koningin Victoria: Waarom was Koningin Victoria zo geliefd? Waarom werd zij de grootmoeder van Europa geoemd? Wat is de rol van haar kinderen hierin? Maak een samenvatting van paragraaf 7 over Japan: Wat werd er verbouwd in Japan? Hoe bestuurde de keizer zijn rijk en wie hielp daarbij? Wat wilde de Portugezen in Japan? Wat kun je vertellen over Deshima? Wie is admiraal Perry? Hoe ging het met de industrie in Japan? Oorlogen?