Kanaries in de leerfabriek.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De (on)gezonde leerling?
Advertisements

Artikel over een wetenschappelijk onderzoek Gemaakt door Vicky Peers
Namen van de Abers die de presentatie geven.
Beroerte en vermoeidheid Beroerte en depressie
Deel II Psychiatrische stoornissen en strafbaar gedrag
Computerverslaving.
Autismespectrumstoornissen
De invloed van depressie en alcoholverslaving op testresultaten
Gedragsproblemen bij kinderen en jongeren
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Angststoornis.
Opvoeden van drukke kinderen
Hét expertisecentrum voor Oplossingsgericht Werken in het MW
ADHD Attention Deficit Hyperactivity Disorder
ADHD: diagnostische beoordelingsmethoden door APRN’s
Verstoorde slaap bij kinderen met ADHD: heeft melatonine een plaats in de behandeling? Holvoet, E., & Gabriëls, L., (2013), Verstoorde slaap bij kinderen.
Marco van Gijzen & Allard Bouwmeester
Informatie: gedragsproblemen.wikidot.com
Autismespectrumstoornis
HELP MIJN KIND IS DRUK! Welkom en voorstellen Karin Ariës
Workshop Datagestuurd werken met SWIS!
LES 2 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
LES 3 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
Informatie: gedragsproblemen.wikidot.com
Prikkelverwerkingsstoornis
Volksuniversiteit Zwolle
Wat met psychische stoornissen op school?
Presentatie voor de ouderkamer Jeanne D’arc 25 februari 2015
DBD Disruptive Behaviour Disorders 1 oktober 2007 Yvonne Bijl.
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Angst en Psychose: een Lacaniaans perspectief
Laaggeletterdheid & De apotheek
Omgaan met de gevolgen van trombose
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
 Een loodgieter is deskundig in het in bedwang houden van water en stelt een diagnose omtrent waar een lek zich bevindt of waar een onaangename geur.
Diagnoses in het maatschappelijk werk Johan Bastiaensen.
De kracht van positief opvoeden
Ouderbetrokkenheid 3.0© E-book Van informeren naar samenwerken
Aandoeningen/ziektes Functies & anatomische eigenschappen Activiteiten en participatie Omgevingsfactoren Persoonlijke factoren InschikkelijkheidIk ben.
Een jaar later… Inclusief praktische ervaringen van leerkrachten Jan Engelen & Nicole Goossens.
Richtlijnen en principes Over diagnostiek en behandeling van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking 29 maart 2011 Barbara Pot, orthopedagoge/gz-psychologe.
, Sociale veiligheid is cruciaal voor kinderen om te kunnen leren Evt. logo van de school.
ADHD Hoe gaat het nu en hoe willen we het straks in Almere?
Staessen Justine 1BaTP B1 Boek : Een patiënt met Autisme Auteur : Martine Delfos.
Terreur in de klas. Eerst een minuut stilte. Tips van Klasse: leerlingen-over-terreur-en-geweld/
Eddie Denessen* Henny van der Meijden* Lisanne Martens*
Ogo op de Achthoek Klik bij elke dia om verder te gaan!
ONL Congres Dyslexie 17 juni 2011 Workshop 3 "Hoe werkt het bij jou?" Drs. Evelyne van Veen.
LES 2 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
LES 3 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
Pedagogiek als beroep.
Maatschappelijke zorg 2
Week: 1 Ruimte: algemeen Ik houd mijn handen en mijn voeten bij mezelf
Executieve functies Marije Ruben.
BB - Theorie Donderdag 6-oktober.
Werken met verslavingsproblematiek. Les 1
Covey trainingsavond.
12 oktober 2017 Aanwezigen & je richten op deze les.
ADHD ADHD, als chaos overheerst Hermien De Backer Peter Raeymaekers
Urotherapie bij gedrags-/ontwikkelingsstoornissen
blok 2 les 2: taal thuis en op school
Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS)
Angststoornissen en hypochondrie
Verschillende probleemgedragingen
Gedragsproblemen en stoornissen
Gedragsproblemen en stoornissen
ADHD: zeker geen modegrill
Gedragsproblemen en stoornissen
Transcript van de presentatie:

Kanaries in de leerfabriek. Stijn Vanheule Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

 Psychiatriseren = Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

 Het ‘moeilijke’ kind stelt de volwassene vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen krijgt het kind vanuit zijn of haar omgeving te maken?  Psychiatriseren wekt de schijn dat we een ziekte of een stoornis in het kind beoordelen. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Meten is weten… VS: 35 keer meer kinderen met een diagnose in 2007 dan in 1987; volwassenen: 46% ooit een psychiatrische stoornis België: bruto uitgaven psychoactieve geneesmiddelen tussen 1998 en 2004: van 232,6 miljoen EUR tot 454,0 miljoen EUR. 1996: 390.000 personen gebruiken antidepressiva; 2006: 860.000. Gebruik ADHD medicatie kinderen tussen 2004 en 2007: + 387% (vooral jongens tussen 5 en 11 jaar), tussen 2007 en 2011: + 35%. West-Vlaanderen: 12% van de jongens neemt ADHD medicatie 2011: RIZIV 5,45 miljoen euro voor de terugbetaling van Rilatine; 66000 frequente gebruikers tussen 6 en 17 jaar (5 à 6% van de kinderen) 80% van de huisartsen ervaart druk om voor te schrijven Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

plots heel veel meer mensen gestoord geworden? Welke oorzaak?  Of gaan wij als maatschappij op een andere manier om met diagnoses en met medicatie? Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Tot welk weten leidt ‘meten’? Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Marcel Duchamp: 3 standard stoppages Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Belangenvermenging: wiens brood met eet diens woord men spreekt. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

ADHD – Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) A Een persisterend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat het functioneren of de ontwikkeling belemmert, zoals gekenmerkt door (1) en/of (2): (1) Onoplettendheid Zes (of meer) van de volgende symptomen zijn gedurende minstens zes maanden aanwezig geweest in een mate die niet consistent is met het ontwikkelingsniveau en die een negatieve invloed heeft op sociale en schoolse of beroepsmatige activiteiten. De betrokkene: a Slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details, of maakt achteloos fouten in schoolwerk, op het werk of gedurende andere activiteiten (kijkt bijvoorbeeld over details heen of mist deze; levert slordig werk af). b Heeft vaak moeite om aandacht bij taken of spelactiviteiten te houden (heeft bijvoorbeeld problemen om geconcentreerd te blijven tijdens een les of gesprek, of bij het lezen van een lange tekst). c Lijkt vaak niet te luisteren als hij of zij direct wordt aangesproken (lijkt bijvoorbeeld afwezig, zelfs als er geen duidelijke aanleiding is). d Volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er dikwijls niet in om schoolwerk, karweitjes of taken op het werk af te maken (begint bijvoorbeeld wel met een taak, maar raakt snel afgeleid). Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

ADHD –DSM (vervolg) e Heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten (heeft bijvoorbeeld moeite om een reeks taken achter elkaar af te maken; vindt het lastig om benodigdheden en eigendommen op hun plek op te bergen; het werk is slordig en wanordelijk; heeft moeite met tijdsindeling; haalt deadlines niet). f Vermijdt vaak om, heeft een afkeer van, of is onwillig om zich bezig te houden met taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen (bijvoorbeeld schoolopdrachten of huiswerk; bij adolescenten en volwassenen: een rapport opstellen, formulieren invullen, of lange artikelen doornemen). g Raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of activiteiten (bijvoorbeeld materiaal voor school, potloden, boeken, gereedschap, portemonnee, sleutels, papieren, bril, mobiele telefoon). h Wordt gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels (bij oudere adolescenten en volwassenen kan het gaan om gedachten aan iets anders). i Is vaak vergeetachtig tijdens dagelijkse bezigheden (bijvoorbeeld bij karweitjes, boodschappen doen; bij oudere adolescenten en volwassenen bijvoorbeeld terugbellen, rekeningen betalen, afspraken nakomen). Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

ADHD –DSM (vervolg) (2) Hyperactiviteit en impulsiviteit Zes (of meer) van de volgende symptomen zijn gedurende zes maanden aanwezig geweest in een mate die niet overeenstemt met het ontwikkelingsniveau en die een negatieve invloed heeft op sociale en schoolse of beroepsmatige activiteiten. De betrokkene: a Beweegt vaak onrustig met handen en voeten, of draait in zijn of haar stoel. b Staat vaak op in situaties waarin verwacht wordt dat je op je plaats blijft zitten (staat bijvoorbeeld op van zijn of haar plek in de klas, op kantoor of op een andere werkplek, of in andere situaties waarin je op je plaats moet blijven zitten). c Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (NB Bij adolescenten of volwassenen kan dit beperkt zijn tot gevoelens van rusteloosheid). d Kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten. e Is vaak ‘in de weer’ of ‘draaft maar door’ (is er bijvoorbeeld niet toe in staat, of voelt zich ongemakkelijk om lang stil te zitten, zoals in een restaurant, tijdens een vergadering; anderen kunnen de betrokkene onrustig of moeilijk bij te houden vinden). f Praat vaak excessief veel. g Gooit het antwoord er vaak al uit voordat een vraag afgemaakt is (maakt bijvoorbeeld de zinnen van anderen af; kan niet op zijn of haar beurt wachten tijdens een gesprek). h Heeft vaak moeite op zijn of haar beurt te wachten (bijvoorbeeld bij het wachten in een rij). i Stoort vaak anderen of dringt zich op (bijvoorbeeld mengt zich zomaar in gesprekken, spelletjes of activiteiten; gebruikt ongevraagd en zonder toestemming te verkrijgen de spullen van een ander; bij adolescenten en volwassenen: dringt zich op bij de activiteiten van anderen of neemt deze over). Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

ADHD –DSM (vervolg) B Verscheidene symptomen van onoplettendheid of hyperactiviteit-impulsiviteit waren voor het 12e jaar aanwezig. C Verscheidene symptomen van onoplettendheid of hyperactiviteit-impulsiviteit zijn aanwezig op twee of meer terreinen (bijvoorbeeld op school of werk; met vrienden of gezinsleden; tijdens andere activiteiten). D Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de symptomen het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren belemmeren, of de kwaliteit daarvan verminderen. E De symptomen treden niet uitsluitend op in het beloop van schizofrenie of een andere psychotische stoornis en kunnen niet worden verklaard door een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld een stemmingsstoornis, angststoornis, dissociatieve stoornis, persoonlijkheidsstoornis, intoxicatie door of onttrekking van een middel). Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Overzicht van de overeenkomst tussen allerlei soorten beoordelaars in hun diagnostische uitspraken over kinderen: (Meyer, G.J., Finn, S.E., Eyde, L.D., et al. (2001). Psychological Testing and Psychological Assessment. A Review of Evidence and Issues. American Psychologist, 56, 128-165.) - Ouders en leerkrachten bij beoordeling van algemene gedragsproblemen en emotionele problemen bij kinderen (n = 29163): correlatie tussen hun meningen = .29  8% gemeenschappelijkheid - Ouders en leerkrachten bij beoordeling van specifieke gedragsproblemen en emotionele problemen bij kinderen (n = 1161): correlatie tussen hun meningen = .16  4% gemeenschappelijkheid - Ouders en professioneel getrainde observatoren voor probleemgedrag bij kinderen (n = 279): correlatie tussen hun meningen =.27  7% gemeenschappelijkheid Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

En wat met professionals onderling? (Kirk, S.A., & Hsieh, D.K. (2004). Diagnostic consistency in assessing conduct disorder: an experiment on the effect of social context. American Journal of Orthopsychiatry, 74, 43-55.) fictieve beschrijving van een jongen die voldoet aan DSM de inclusiecriteria voor een gedragsstoornis. 1334 psychiaters, psychologen en sociaal werkers 29 verschillende DSM hoofddiagnoses; 45.5% diagnosticeert effectief een gedragsstoornis Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

In de beperking toont zich de meester ↔ reïficatie Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

ADHD = paraplubegrip voor vormen van druk en onaandachtig gedrag Van wat getuigt deze toenemende labeling? Wat zegt die over het systeem? Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Voorlopig zijn er geen methodologisch goede studies die voor ADHD eenduidig een afwijkend breinproces of een genetisch defect kunnen vaststellen, en die overeind blijven wanneer ook contextuele factoren zoals medicatiegebruik, familiale problemen en maatschappelijke factoren in rekening worden gebracht, of wanneer andere onderzoekers deze bevindingen proberen te bevestigen. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Intussen in De Standaard... Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Rilatine werkt toch? Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

ADHD in context: Sociale context Culturele context  Welke ideologie en mensbeeld zit impliciet in onze onderwijspraktijk? Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Welke ideologie? Pascal: "kniel en bid, en gij zult geloven.” Althusser: "Ik zal daarom stellen dat, in het geval van één subject [...], dat het bestaan van zijn ideeën materieel is in de zin dat zijn ideeën materiële handelingen zijn, geplaatst in materiële praktijken, beheerst door materiële rituelen die zelf op hun beurt bepaald worden door het materiële ideologische apparaat waarvan de ideeën van het subject komen” Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Van klok tot spinmachine René Descartes (1633); Julien Offray de la Mettrie (1747): de mens als mechanische klok Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Op naar de rendementsmachine… Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

versus Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

onderwijs = ontmoeting en niet te programmeren scheppende act onderwijs = planmatige en gemanagede actie versus Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Leren van degene die het systeem de rug toe keert Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

DUS… Welke invloed hebben maatschappelijke factoren? (Drukke) kinderen niet over één kam te scheren Volwassenen moeten dringend wat minder expert worden over (probleem-)kinderen, maar met kinderen onderzoeken hoe zij hun leven kunnen leven en eventueel op een betere manier kunnen vormgeven. Welke invloed hebben maatschappelijke factoren? Welke invloed hebben sociale factoren? Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

De onderzoekende professional als alternatief Onaandachtig gedrag wijst erop dat een kind in de knoop zit: het zegt iets over dit kind in die omgeving en over de mismatch die zich op dat moment voordoet. Geval per geval goed onderzoeken wat zich als probleem voordoet en hoe dat probleem zich stelt: ‘onderzoeker’ zijn i.p.v. ‘expert’. Professioneel handelen beschouwen als een ontmoeting (tussen professional, kind en omgeving) waarbinnen andere ontmoetingen (tussen kind en omgeving) bestudeerd worden. Druk en onaandachtig = een ‘probleem’, ≠ een ‘stoornis’. Problemen beschouwen als gebeurtenissen die worden en werken met casusformulering. Oplossingsgericht denken! Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

@StijnVanheule Blog:http://stijnvanheule.psychoanalysis.be Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen