Exponentiele verbanden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Gelijkmatige toename en afname
Advertisements

Omrekenen van oppervlakte- , en inhoudsmaten
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 13
Omtrek is er omheen. lengte breedte breedte lengte
Overzicht van de leerstof
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
44 Doosjes (1) Lengte, breedte, hoogte meten Inhoud berekenen
Oppervlakte Oppervlakte = op het vlak Dit is 1 cm²
Gelijkwaardige formules
Verbanden JTC’07.
Wat doet een magneet?.
Oppervlakte en inhoud.
Inhoud prisma en cilinder Eerst snel een LIVE uitleg Daarna een filmpje Daarna: KEIHARD WERKEN :D.
Inhoud van een balk en cilinder
Exponentiele groei en procenten En weer een opdracht uit het huiswerk.
Exponentiele verbanden En wat opdrachten uit het huiswerk.
Halveringstijd Havo 5 deel 3 Hoofdstuk 10 Opgave 33,34,37.
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Diagnostische toets Vanaf opdracht 4. A B P B C K C R Q
Thema 1: Wat is biologie? Basisstof 5: GROEI.
Inhoud Lengte, oppervlakte en inhoudsmaten. Tijd..
1 / 2 x 5 x ( ) = 65 Dus de uitkomst is 65 1Magisch vierkant Hieronder staat een formule die de uitkomst van een magisch vierkant uitrekent waarbij.
Wiskunde G3 Samenvatting H2: Parabolen
Inhoud berekenen.
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
SCHAAL in toepassingssituaties
Nakijken Opdracht 33a, 33b en 34a.
Exponentiele toename en afname
Hoofdstuk 3 Lineaire formules en vergelijkingen
Rekenen.
Grafiek van lineaire formule
Diagnostische toets Vanaf opdracht 4.
Bereken de inhoud van de kubus en balk
Les 5 Vermenigvuldigen en delen
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 KGT Lesweek 4
Grafiek van lineaire formule
Rekenen periode 2: Verhoudingen
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
Formule bij en tabel maken
Van grafiek naar formule
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Meten en Meetkunde Verbanden
Keuzevoorlichting havo wiskunde AB.
Leerjaar 3 Nask1 H1 §1 krachten herkennen.
H1 §4 krachten in werktuigen
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Vierkant en kubus Vierkant en kubus Vierkant en kubus © André Snijers.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
2 vmbo-t/havo Samenvatting Hoofdstuk 1 (vmbo-T)
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
SCHAAL in toepassingssituaties
Meten en Meetkunde Verbanden
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Regelmaat en formules Regelmaat en formules Regelmaat en formules
Voorkennis Wiskunde Les 4 Hoofdstuk 1: §1.1 t/m 1.3.
Voorkennis Wiskunde Les 9 Hoofdstuk 4: §4.1 t/m §4.4.
Kwadrateren ..is een getal vermenigvuldigen met zichzelf. Dus ⨯ zichzelf. Je kunt en mag ook zeggen: een getal tot de tweede macht. Of : tot de macht.
Voorkennis Wiskunde Les 5 Hoofdstuk 1: §1.4 en 1.5.
Uitkomst = begingetal x groeifactor tijd
Eerst balk, kubus, prisma en cilinder herhalen
Kom maar op…. Ik zal je laten zien hoe slim ik ben…
Exponentiële en logaritmische functies
En wat opdrachten bespreken
En natuurlijk wat opdrachten uit het huiswerk
Transcript van de presentatie:

Exponentiele verbanden En wat opdrachten uit het huiswerk

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 =

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2.

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2.

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2. 32 : 2 = 16

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2. 32 : 2 = 16

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2. 32 : 2 = 16 3.

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2. 32 : 2 = 16 3. 32768 – 17157,28468 =

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2. 32 : 2 = 16 3. 32768 – 17157,28468 = 15610,71532 cm3

1. Eerst de inhoud van de hele kubus berekenen 2. Dan de inhoud van de globe 3. Inhoud kubus – inhoud globe = overgebleven ruimte 1. Inhoud kubus = Lengte x breedte x hoogte 32 x 32 x 32 = 32768 cm3 2. 32 : 2 = 16 3. 32768 – 17157,28468 = 15610,71532 cm3 4. Er is nog 15611 cm3 over in de doos

Exponentiële verbanden Wat is eigenlijk het verschil met lineair? (In een tabel en een grafiek)

Herkennen in een tabel 29

Herkennen in een tabel 29 + 3000 + 12000

Herkennen in een tabel 29 Niet echt….. Wat dan wel? + 3000 + 12000

Herkennen in een tabel 29 x 4 x 4

Herkennen in een tabel 29 Dat is hem! Dus…… x 4 x 4

Bij exponentiele groei is het altijd x hetzelfde getal Herkennen in een tabel 29 Bij exponentiele groei is het altijd x hetzelfde getal Dat is hem! Dus…… x 4 x 4

Herkennen in een tabel 29 x 4 x 4 x 4

Herkennen in een tabel 29 64000 256000 1024000 4096000 x 4 x 4 x 4

Volgende!! Herkennen in een tabel 29 64000 256000 1024000 4069000 x 4

Herkennen in een tabel 29 64000 256000 1024000 4096000 x 4 x 4 x 4

Herkennen in een tabel 29 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4

Herkennen in een tabel 29 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

29 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = begingetal x groeifactort 29 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt 29 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 1000 x 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 1000 x 4 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 1000 x 4t 64000 256000 1024000 4069000 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 1000 x 4t Aantal = 64000 256000 1024000 4069000 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 1000 x 4t Aantal = 2 x 64000 256000 1024000 4069000 Aantal = 2 x x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 1000 x 4t Aantal = 2 x 10 64000 256000 1024000 4069000 Aantal = 2 x 10 x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

H = b x gt Aantal = 1000 x 4t Aantal = 2 x 10t 64000 256000 1024000 4069000 Aantal = 2 x 10t x 4 x 4 x 4 20000 200000 2000000 x 10 x 10 x 10

Maak opdracht 26 t/m 38 Vanaf blz 79

Verschillende vormen

Verschillende vormen Begingetal

Verschillende vormen Groeifactor

Dit betekent een stijging van 15% Verschillende vormen Dit betekent een stijging van 15%

Verschillende vormen Je begint altijd met 100%

Verschillende vormen Je begint altijd met 100% Als het hetzelfde blijft, doe je x 1

Verschillende vormen Je begint altijd met 100% Als het hetzelfde blijft, doe je x 1 (100% : 100 = 1)

Verschillende vormen Je begint altijd met 100% Als het hetzelfde blijft, doe je x 1 (100% : 100 = 1) groeifactor = nieuw % : 100

Verschillende vormen Je begint altijd met 100% Als het hetzelfde blijft, doe je x 1 (100% : 100 = 1) groeifactor = nieuw % : 100 Als er 50% bij komt

Verschillende vormen Je begint altijd met 100% Als het hetzelfde blijft, doe je x 1 (100% : 100 = 1) groeifactor = nieuw % : 100 Als er 50% bij komt wordt het dus 150%

Verschillende vormen Je begint altijd met 100% Als het hetzelfde blijft, doe je x 1 (100% : 100 = 1) groeifactor = nieuw % : 100 Als er 50% bij komt wordt het dus 150% 150 : 100 = 1,5

Verschillende vormen Je begint altijd met 100% Als het hetzelfde blijft, doe je x 1 (100% : 100 = 1) groeifactor = nieuw % : 100 Als er 50% bij komt wordt het dus 150% 150 : 100 = 1,5 Groeifactor is dus 1,5

Het was 100% en er is 15% bijgekomen… Verschillende vormen Het was 100% en er is 15% bijgekomen… Dus 115% 115 : 100 = 1,15

Dit betekent een stijging van 8% Verschillende vormen Dit betekent een stijging van 8%

Maak opdracht 26 t/m 38 Vanaf blz 79