De rol van lokale besturen bij armoedebestrijding Wim Van Lancker wim.vanlancker@kuleuven.be Voorstelling kansarmoedeatlas West-Vlaanderen, 3 oktober 2017
Great Smokey Mountains Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Armoede is gebrek aan middelen Geldgebrek maakt het moeilijker om een goede ouder te zijn Geldgebrek maakt het moeilijker om voldoende te investeren in het materiële welzijn van kinderen Geldgebrek maakt het moeilijker om vooruit te plannen Armoede gaat om uitsluiting omwille van een gebrek aan middelen Middelen? Netto beschikbare gezinsinkomen = alles wat je te besteden hebt Een gezinsinkomen op de armoedegrens voor een alleenstaande ouder met twee jonge kinderen bedraagt €1.784 per maand. Dat betekent €38 per dag om rond te komen na aftrek van (gemiddelde) huur. Centrum voor Sociologisch Onderzoek
(Kinder)armoede in Europa Bevolking en kinderen (0-18 jaar) die leven in een gezin met een gezinsinkomen onder de armoededrempel Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Stabiliteit verhult beweging 23% 19% 15% 16% Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Hoe meten we armoede? Probleem: Ruwe indicator, geen informatie op niveau van de stad of wijk. In 2013: ‘Armste wijk’ van Vlaanderen ligt in Aalst? Aanvullen met secundaire indicatoren die min of meer ‘kwetsbare factoren’ meten: Bijvoorbeeld: Aantal leefloners, mensen met schuldenlast, sociale huur, werklozen, etc Hoeveel armen zijn er in Brugge volgens de relatieve armoedenorm? Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Wat zeggen de secundaire indicatoren? Kansarmoede-indicator Kind en Gezin: % kinderen (0-3 jaar) geboren in ‘kansarmoede’ Bron: Kind en Gezin Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Stabiliteit verhult beweging Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Risico op armoede is niet gelijk verdeeld 4% van de werkende Belgen 15% van de Belgen 41% van de alleenstaande ouders 30% van de laaggeschoolden 36% van de huurders 52% van de niet-EU migranten 80% van de kinderen die opgroeien in een gezin waar niemand werkt (cijfers EU-SILC 2016) Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Kinderarmoede Voornamelijk bij gezinnen waar niet of amper wordt gewerkt Voornamelijk bij eenoudergezinnen enerzijds, en gezinnen met migratie-achtergrond anderzijds Laaggeschoolden Tekort aan middelen op gezinsniveau Speelt op meerdere dimensies (gezondheid, wonen, werk) Context voor het lokale beleid Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Armoedebeleid is een tweesporenbeleid Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Armoedebeleid is een tweesporenbeleid Om het armoedecijfer te laten dalen moet je een structureel beleid voeren dat gericht is op het verhogen van het gezinsinkomen van een grote groep mensen Structureel: Beleid dat de lage inkomens van een grote groep gezinnen kan beïnvloeden. Flankerend: Beleid om de gevolgen van leven in armoede te verzachten Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Welvaartsstaat cruciaal voor structureel armoedebeleid Zonder stelsel van uitkeringen: 42% Met stelsel van uitkeringen: 15% Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Casus kinderarmoede Kinderbijslag beschermt Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Flankerend beleid De beleidsinstrumenten (vaak op een lager beleidsniveau) waarmee de verdeling van inkomens niet wordt beïnvloed maar die tot doel hebben directe noden te ledigen Opvoedingsondersteuning, budgetbeheer, gratis maaltijden op school, (kinder)armoedeprojecten, Uitpas, voedselbanken, 1 euro maaltijden… Noodzakelijk, maar dweilen met de kraan open indien niet ingebed in een structureel beleid Lokaal beleid is voornamelijk flankerend Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Rode draad Structureel kader bepaalt de handelingsvrijheid van lokale actoren #gent #Commissie Welzijn @ResulTapmaz Gent alarmeert Vlaamse overheid: "Afbouw psychiatrische bedden vertaalt zich in toename daklozen" Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Lokaal beleid zal de armoede niet doen dalen Maar dat hoeft ons niet tot wanhoop te drijven… Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Lokale niveau zal de armoede niet doen dalen Schaalnadeel Hoe het gezinsinkomen van een grote groep mensen te verhogen? Weinig instrumenten van structureel beleid voorhanden Quid inkomensbescherming? Weinig mogelijkheden om het beleid te evalueren Armoedemeting op Vlaams of federaal niveau Lokale indicatoren zijn secundaire indicatoren Bijvoorbeeld: aantal leefloners in een wijk of stad, geboortes in ‘kansarmoede’ (inschatting Kind en Gezin) Wat is de impact van het beleid ?
Beleidsevaluatie
Beleidsevaluatie
Wat dan wel te doen? Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Lokale beleid speelt een belangrijke rol Op lokaal niveau vooral flankerende maatregelen te nemen die de effecten van leven in armoede kunnen verzachten Coördineren Vb. Huizen van het kind Initiëren Vb. Voldoende en toegankelijke dienstverlening in de buurt Ondersteunen Vb. Wijkgezondheidscentra, sociale economie Remediëren Vb. Schoolfacturen, woonomgeving Structureel werken op lange termijn Vb. Kinderopvang, signaalfunctie naar hogere overheden Vb. Tegen de stroom in zwemmen
De rol van de kansarmoedeatlas Voor een goed lokaal beleid zijn goede statistieken onontbeerlijk… Up-to-date, op regelmatige basis aangevuld, vergelijkbaar over de tijd heen Bijvoorbeeld: dienstverlening daar optimaliseren waar meest kwetsbare mensen wonen Principe van het progressief universalisme Bijvoorbeeld: premies op lokaal niveau vasthangen aan recht op verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering (Tongeren) Grote mate van non-take up Lokale beleid kan zo de sociale grondrechten van mensen vrijwaren Centrum voor Sociologisch Onderzoek
…maar beleidsevaluatie blijft heikel! Als de opname van verhoogde tegemoetkoming stijgt dankzij het lokaal beleid, dan zullen de secundaire indicatoren een stijging noteren ‘Meer kwetsbaarheid’ kan dus een gevolg zijn van goed beleid Indicatoren niet blind gebruiken om beleid te evalueren, maar als hulpmiddel om het beleid te optimaliseren Wees realistisch en pragmatisch Leg duidelijke doelstelling vast op voorhand Vergeet het budget niet! Probeer zélf het proces en de uitkomsten te evalueren Cf. OCMW Kortrijk Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Afsluitende overwegingen Het lokale beleidsniveau heeft heel wat troefkaarten in handen om een effectief armoedebeleid te voeren Maar zal de armoede niet doen dalen (toch niet op korte termijn) Zowel structureel beleid als flankerend beleid zijn noodzakelijk Goede indicatoren om de werkelijkheid te kennen zijn daarbij onontbeerlijk Maar onthoud: beleidsevaluatie op lokale niveau is erg moeilijk Centrum voor Sociologisch Onderzoek