Voorbereiding op mondeling examen deel 1 Literair taalgebruik Voorbereiding op mondeling examen deel 1
Wat doet het taalgebruik met het verhaal? Carl Friedman ‘Tralievader’ VS Ronald Giphart ‘Ik ook van jou’ Het taalgebruik past bij het verhaal, bij de personages of het gevoel dat overgebracht moet worden. Wat doet taalgebruik met jou als lezer?
Robert Vuijsje ‘Alleen maar nette mensen’ VS Maartje Wortel ‘IJstijd’ Wat zegt literair taalgebruik over de schrijver?
Symboliek Woorden/begrippen met een dieper karakter Traditioneel/cultuurhistorisch bepaald
Quiz (Socrative) Bestudeer met een groepje het onderdeel Stijlfiguren Beeldspraak Ironie Stijlbreuk Over 10 minuten word je getest.
Noteer drie woorden of uitdrukkingen die passen bij de personages van dit boek (jonge criminelen). Hoe wordt Hamid door zijn taalgebruik getypeerd? ‘Wettig en overtuigend’ is dit een tautologie? Waarom? ‘Een strak begin van de dag’ is dit ironie? Is het taalgebruik van Anbeek passend bij dit onderwerp? Wat doet het voor de sfeer van het verhaal?
Morgen Leesles literatuur boek 2 verwerkingsopdracht boek 2 Let op je eigen planning. De tijd vliegt!