Virussen NW 2015 Hygiene en Gezondheid
Virussen erfelijk materiaal RNA of DNA omhulsel van eiwit (enveloppe) (membraan) (glycoproteïnen) enkel bij dierlijke en menselijke virussen NW 2015 Hygiene en Gezondheid
Virussen Levend of dood? Kan niet zelf voortplanten alleen met gastheer ultieme vorm van parasitisme gewoonlijk niet als organisme gezien verwant aan organismen duidelijke evolutie (meestal veel sneller)
Virussen Levend of dood? Kan niet zelf voortplanten alleen met gastheer ultieme vorm van parasitisme gewoonlijk niet als organisme gezien verwant aan organismen duidelijke evolutie (meestal veel sneller)
Virussen diameter 0,02 en 0,3 mm (20 en 300 nanometer) reuzenvirussen tot 0,75 mm of 750 nm.
Antibiotica niet effectief tegen virale infecties
Antibiotica niet effectief tegen virale infecties
Geneesmiddelen specifieke geneesmiddelen tegen virale infecties zoals HIV, Hepatitis B en C, influenza A en B en recent ook tegen het Ebola-virus
Computervirus virus in natuur Dringt binnen Verstopt zich (incubatietijd) Vermenigvuldigt zich Breekt uit
Voortplanting van een virus
Voortplanting van een virus Virus koppelt zich aan een cel. injecteert eigen erfelijk materiaal of versmelt met de cel. endocytose enzymen ook in de cel Specifiek contact eiwitmantel van het virus antigenen op de cel In gastheercel: maak nieuwe virussen!
Voortplanting van een virus
Voortplanting van een virus alleen vermenigvuldigen Als in een (gastheer)cel dood van de gastheercel de dood van het meercellig organisme ook nuttige genen cel Menselijke of humane virussen gemuteerd uit dierlijke virussen
Virussen Indeling van virussen naar gastheren Bacteriële virussen of bacteriofagen de grootste groep van virussen Plantenvirussen Dierlijke virussen meest complexe virussen