cijferen 5de leerjaar
schatten Waarom? Om achteraf de schatting te kunnen controleren met je uitkomst. Hoe? Afronden, houd het simpel. Voorbeelden 47 548 + 6 222 + 748 172 ~ 50 000 + 6 000 + 750 000 = 806 000 1 637,079 + 385,66 ~ 1 600 + 400 = 2 000 100 847 – 89 054 ~ 100 000 – 90 000 = 10 000 45,06 – 8,376 ~ 45 – 8 = 37 7 452 x 18 ~ 7 500 x 20 = 150 000 38,69 x 4,5 ~ 40 x 5 = 200 85 438 : 27 ~ 90 000 : 30 = 3 000 548,14 : 1,6 ~ 550 : 2 = 275
optellen 1 2 4 7 5 8 6 + 9 1 6 7 3 7, 9 8 5, 2 2, + termen termen som som alle termen mooi onder elkaar (T onder T, E onder E, t onder t, … ) komma’s staan dus ook onder elkaar zoek de som van 435 en 258 OPTELLEN
aftrekken 14 9 10 7 1 4 8 - 5 3 aftrektal verschil aftrekker 15 3 14 9 10 6 4 5, 7 8, 8 6, aftrektal verschil aftrekker - alle termen mooi onder elkaar (T onder T, E onder E, t onder t, … ) komma’s staan dus ook onder elkaar zoek het verschil tussen 435 en 258 AFTREKKEN
vermenigvuldigen We vermenigvuldigen alsof er geen komma’s staan. We plaatsen de komma achteraf in het product. 6 3 8, 9 4, 5 4 1 7 . x + factoren product Hoeveel cijfers na komma in product? 2 cijfers na komma in factor 1 1 cijfer na komma in factor 2 dus 3 cijfers na komma in product Aantal cijfers na komma in factoren optellen!
delen door natuurlijk getal deeltal deler 5 4 8, 3 2 7 1 4, 6 8 - 9 We plaatsen de komma als we hem tegenkomen. Let op bij de waarde van de rest! quotiënt rest = 1,9 85 438 : 27 (tot op 1t) = 85 438,0 : 27 Onmiddellijk ‘komma 0’ plaatsen in deeltal. Zo vergeet je het niet.
delen door kommagetal 4 8 1, 1 6 5 3 2, 2 9 - Quotiënt blijft gelijk. deeltal deler 4 8 1, 1 6 5 3 2, 2 9 - Quotiënt blijft gelijk. De rest moet je terug delen door 10 (!) (of 100, 1000) quotiënt - - - rest =0,12 548,14 : 1,6 = 5 481,4 : 16 geen komma in deler deeltal EN deler vermenigvuldigen met 10 (of 100, 1000) 548,14 : 1,6 = 342,58 rest 0,012 (!)