geloof in en lijden voor Christus Filippenzen 1:27-30 (19)
weest burgers, waardig van het evangelie van Christus Filippenzen 1:27 Efeziërs 4:1 – van de roeping Kolossenzen 1:10 – van de Heer 1 Thessalonicenzen 2:12 – van de God
…..deelt genade toe opdat leven in vrijheid zo blijft - weest burgers, waardig het evangelie van Christus – (Galaten 1:7). Filippenzen 1:27 F19 …..deelt genade toe opdat leven in vrijheid zo blijft Hij stierf voor onze zonden werd begraven werd opgewekt op de derde dag werd in de hemel opgenomen
alleen, weest burgers waardig het evangelie van Christus, opdat ik, hetzij ik kom en jullie zie, hetzij ik afwezig ben, hoor wat jullie aangaat Filippenzen 1:27 F19 hetzij ik kom: om aan te passen afwezig : via brief - wat jullie aangaat : de geestelijke toestand leven in vrijheid, in genade - eenheid
F19 ….dat jullie vast staan in één geest……….Filippenzen 1:27 vast staan: 1 Corinthiërs 16:13 - in het geloof Filippenzen 4:1 - in de Heer 1 Thessalonicenzen 3:8 - in de Heer Romeinen 14:4 - tot de eigen Heer in één geest – Zijn geest – dat is de kracht!
F19 .één van ziel, gezamenlijk wedijverend in het geloof van het evangelie ……….Filippenzen 1:27 één van ziel: ziels mens neemt niet van de geest van God aan (1 Corinthiërs 2:14); woord scheidt ziel en geest (Hebreeën 4:12) ziel ondergeschikt aan de geest dan is gezamenlijk mogelijk
F19 .één van ziel, gezamenlijk wedijverend in het geloof van het evangelie ……….Filippenzen 1:27 gezamenlijk wedijverend = sunathleo, vergelijk: atleet, atletiek Samen! Gericht op Hem, Die ons liefheeft in Paulus’ evangelie van genade. Filippenzen 4:3 Euodia en Syntyche, Clemens en anderen
….het geloof van het evangelie Filippenzen 1:27 geloof = vertrouwen op/in de ene God, Die alles in Zijn hand heeft: het geloof van Jezus Christus het geloof van de Zoon van God het geloof van de gelovige
tegenstand, vragen stellen, onenigheid F19 ..en in niets verbijsterd wordend door de tegenstrevers… Filippenzen 1:28 tegenstand, vragen stellen, onenigheid geest(en) mensen 1 Corinthiërs 16:9; Galaten 5:17; 2 Tessalonicenzen 2:4;
F19 ..en in niets verbijsterd wordend door de tegenstrevers… Filippenzen 1:28 tegenwind tegenstrevers….tegen wie? Jannes en Jambres tegen Mozes 2 Timotheüs 3:8,8 Korach, Datan en Abiram tegen Mozes 2 Timotheüs 2:19, Numeri 16:5 tegen Paulus en medewerkers (Alexander, Hymeneüs, Filetus) tegen het evangelie van genade (wettische predikers) tegen oudsten (gemeenteleden)
…wat voor hen een bewijs van ondergang is…. Filippenzen 1:28 ondergang = apoleia, letterlijk: vanaf-geheel-losmaking hen = de tegenstrevers (vergelijk Amalek) organisatie versus organisme trouw aan Hem of ……..?
F19 wat voor hen een bewijs van ondergang is, voor jullie echter van redding, en dit vndoor God Filippenzen 1:28 redding van Paulus en alle opvarenden redding : bewaard worden in het Woord verloren gaan/ondergang = t.o.v. evangelie van Paulus