De huid in beweging Hst. 1 Cellen en weefsels (blz. 9 t/m 23)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
de cel als bouwsteen van levende wezens
Advertisements

De cel.
De Cel Een blik op de cel.
Mitose A. Bekkers.
Communicatie tussen cellen
Weefsels.
ENDOPLASMATISCH RETICULUM p. 20.
de submicroscopische bouw van een cel
De wondere wereld van de cel
Wat is de genlocatie van rode haarkleur?
Cellen en organen Wat zijn dierlijke cellen, hoe zijn ze opgebouwd.
Celorganellen.
Diffusie, osmose en plasmolyse.
Genetisch materiaal onder de loep
1 Mitose en celdeling DNA.
Membranen en transport van moleculen
Erfelijkheid chromosomen.
Weefsels Epitheelweefsel Zenuwweefsel Spierweefsel steunweefsel.
Cellen en weefsels.
Groei -Dankzij cel-cel communicatie: bevruchte eicel groeit uit tot individu: juiste vormen en alles op juiste plaats. -Gezonde voeding is nodig, veel.
De wondere wereld van de cel
Passief en actief transport
Anatomie Fysiologie.
Inleiding. inleiding weefsels worden gevormd door cellen met hun intercellulaire materie worden opgebouwd door één of meer celtypen, waarbij de cellen.
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Cel structuur en functie
Jong blijven? Vernieuw je cellen!
Industrie op miniformaat Video: The inner life of a cell
Paragraaf 2.4 Aan de celgrens.
DNA 5 havo 2014.
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
Basisstof 6 & 7: Chromosomen en Celdeling
HAVO 4 Boek: biologie voor jou HAVO A
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
THEMA 2 CELLEN Basisstof 1: Weefselonderzoek
Bouwstenen van het leven
Inleiding in de biologie
B. Stof 5 De celorganellen Plantencellen en hun organellen 1
Thema cellen Processen
HAVO 4 Thema 1: Inleiding in de biologie Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO A.
ANATOMIE FYSIOLOGIE PATHOLOGIE
Hoofdstuk 2 De cel.
Hoofdstuk 4 Transport in cellen
Celdeling, celgroei en ontwikkeling
Thema 3 Organen en cellen
Basisstof 1: Organen en weefsels
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Mitose Kerndeling.
Menselijke cel De cel is de kleinste functionele bouweenheid van het menselijk lichaam.
Celorganellen Een celorganel is een klein celonderdeel met een specifieke taak of taken Er zijn veel verschillende soorten organellen. Voor dit jaar moet.
Anatomie = Bouw van het lichaam …….. ………. ………
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Hst. 3 De huid: het grootste orgaan!
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Genetisch materiaal onder de loep
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Elektronenmicroscopisch
Weefsels en organen 1 Meercellige organismen zijn opgebouwd uit een groot aantal cellen. Afhankelijk van de functie hebben cellen een specifieke vorm.
Organen en cellen Thema 1.
Cellen Bouwstenen van het leven
Hst. 3 De huid: het grootste orgaan!
Thema 1 Cellen en Organen
Celkern Kernplasma. Kernmembraan met kernporiën.
Dierlijke cel 1=lysosoom; 2=celmembraan; 3=mitochondrium; 4=endoplasmatisc reticulum (ER); 5=cytoplasma; 6=kernmembraan; 7=kernporie; 8=kern; 9=kernlichaampje;
Thema 6 De cel Celdeling - Mitose.
Organen en cellen.
Transcript van de presentatie:

De huid in beweging Hst. 1 Cellen en weefsels (blz. 9 t/m 23)

De scheppingstheorie of de evolutietheorie?

Het ontstaan van het Leven https://www.youtube.com/watch?v=fgQLyqWaCbA

Argumenten voor de evolutie theorie: Homologe embryonale ontwikkeling Homologe organen Rudimentaire organen Fig. 1.2 Homologe organen

Verschillende cellen https://www.youtube.com/watch?v=U7eEFhFUv-Y

Onderdelen van de cel Celmembraan Celkern Celorganellen: Endoplasmatisch reticulum Ribosomen Lysosomen Golgi apparaat Endosomen Kern met chromosomen

De celmembraan sluit de cel niet hermetisch af maar maakt transport in en uit de cel mogelijk. De celmembraan bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden met daar tussen in eiwit moleculen. Cellen die niet met andere cellen kunnen communiceren gaan uiteindelijk dood.

De celmembraan Is opgebouwd uit: - 2 fosfolipide lagen - eiwitten

Schematische weergave van een transport eiwit in een celmembraan

Signaalstoffen: communicatie tussen cellen met behulp van chemische stoffen, neurotransmitters. Vb. – prostaglandines (voortplanting) - thromboxanen (bloedstolling) - leukotrienen (afweer) - neurotansmitters - hormonen

Zenuwcellen communiceren mbv neurotransmitters De ruimte tussen twee zenuwcellen noemen we de synaptische spleet.

Cellen, weefsels en organen https://www.youtube.com/watch?v=3eNaLHH42mA

Waaruit bestaat een dierlijke cel? https://www.youtube.com/watch?v=TmsmojqiACQ

De cel met alle organellen https://www.youtube.com/watch?v=vufu3VgobyU

Werking van het Endoplasmatisch Reticulum i.c.m. het Golgi apparaat.

Het verschil tussen Endosomen lysosomen Centrosomen

Endosomen: vervoeren van gevaarlijke stoffen in de cel. Lysosomen: vernietigen van indringers

Centrosomen: spelen een rol bij de celdeling

Verschil tussen mitose en meiose

Celdeling: mitose Bevruchting  Embryo  Foetus  Jong  Volwassene

Celdeling: mitose Mens: 2N= 46 (N= 23) DNA replicatie  verdwijnen celkern  scheiden chromatiden (2N  4N) Mens: 2N= 46 (N= 23)

Celdeling: mitose Trekdraden naar polen  indikken kernmembraan

Celdeling: mitose 4N (N = 23) chromosomen = 92 chromosomen 2 x 46 chromosomen Een lichaamscel verdubbelt voordat de mitose begint haar chromosomen, daarna worden de chromosomen gesplitst en ontstaan twee dochtercellen met elk 46 chromosomen.

Meiose 2 x 46 chromosomen 4 x 23 chromosomen 46 chromosomen X (2N) (2 x 2N) (4 x N) Een lichaamscel verdubbelt voordat de meiose begint haar chromosomen, daarna worden de chromosomen gesplitst en ontstaan twee dochtercellen met elk 46 chromosomen. Deze delen opnieuw waarna 4 geslachtscellen ontstaan met elk 23 chromosomen.

Mitose en meiose https://www.youtube.com/watch?v=pdRHyBqumxs

mutatie

Maak nu de vragen t/m 39

Kubisch epitheel Cilindrisch epitheel Dekweefsel (epitheel) bedekking van het lichaamsoppervlak (de huid) en in sommige organen. Cellen liggen dicht tegen elkaar aan, weinig tussencelstof. Kubisch epitheel Cilindrisch epitheel Darm epitheel Talgklier epitheel

Bindweefsel : cellen liggen verder uit elkaar maar worden door vezels bij elkaar gehouden. Collageen bindweefsel (spieren) Elastisch bindweefsel (slagaders) Reticulair bindweefsel (vetcellen)

Kraakbeen (kniegewricht) Perichondrium

Botweefsel (osteocyten) Osteoblasten (bouwen botcellen op) Osteoclasten (breken botcellen af)

Trombocyten Erytrocyten Leukocyten

Glad spierweefsel Hartspierweefsel Dwarsgestreept spierweefsel

Neuronen

Diffusie: verplaatsing van een stof van een hoge naar een lage concentratie

Diffusie snelheid is afhankelijk van: Oppervlakte Afstand Concentratieverschil Temperatuur

Osmose: diffusie van water door semi-permeabel membraan Het celmembraan is een voorbeeld van een semi-permeabele wand.

Osmose

Osmose