De huid in beweging Hst. 1 Cellen en weefsels (blz. 9 t/m 23)
De scheppingstheorie of de evolutietheorie?
Het ontstaan van het Leven https://www.youtube.com/watch?v=fgQLyqWaCbA
Argumenten voor de evolutie theorie: Homologe embryonale ontwikkeling Homologe organen Rudimentaire organen Fig. 1.2 Homologe organen
Verschillende cellen https://www.youtube.com/watch?v=U7eEFhFUv-Y
Onderdelen van de cel Celmembraan Celkern Celorganellen: Endoplasmatisch reticulum Ribosomen Lysosomen Golgi apparaat Endosomen Kern met chromosomen
De celmembraan sluit de cel niet hermetisch af maar maakt transport in en uit de cel mogelijk. De celmembraan bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden met daar tussen in eiwit moleculen. Cellen die niet met andere cellen kunnen communiceren gaan uiteindelijk dood.
De celmembraan Is opgebouwd uit: - 2 fosfolipide lagen - eiwitten
Schematische weergave van een transport eiwit in een celmembraan
Signaalstoffen: communicatie tussen cellen met behulp van chemische stoffen, neurotransmitters. Vb. – prostaglandines (voortplanting) - thromboxanen (bloedstolling) - leukotrienen (afweer) - neurotansmitters - hormonen
Zenuwcellen communiceren mbv neurotransmitters De ruimte tussen twee zenuwcellen noemen we de synaptische spleet.
Cellen, weefsels en organen https://www.youtube.com/watch?v=3eNaLHH42mA
Waaruit bestaat een dierlijke cel? https://www.youtube.com/watch?v=TmsmojqiACQ
De cel met alle organellen https://www.youtube.com/watch?v=vufu3VgobyU
Werking van het Endoplasmatisch Reticulum i.c.m. het Golgi apparaat.
Het verschil tussen Endosomen lysosomen Centrosomen
Endosomen: vervoeren van gevaarlijke stoffen in de cel. Lysosomen: vernietigen van indringers
Centrosomen: spelen een rol bij de celdeling
Verschil tussen mitose en meiose
Celdeling: mitose Bevruchting Embryo Foetus Jong Volwassene
Celdeling: mitose Mens: 2N= 46 (N= 23) DNA replicatie verdwijnen celkern scheiden chromatiden (2N 4N) Mens: 2N= 46 (N= 23)
Celdeling: mitose Trekdraden naar polen indikken kernmembraan
Celdeling: mitose 4N (N = 23) chromosomen = 92 chromosomen 2 x 46 chromosomen Een lichaamscel verdubbelt voordat de mitose begint haar chromosomen, daarna worden de chromosomen gesplitst en ontstaan twee dochtercellen met elk 46 chromosomen.
Meiose 2 x 46 chromosomen 4 x 23 chromosomen 46 chromosomen X (2N) (2 x 2N) (4 x N) Een lichaamscel verdubbelt voordat de meiose begint haar chromosomen, daarna worden de chromosomen gesplitst en ontstaan twee dochtercellen met elk 46 chromosomen. Deze delen opnieuw waarna 4 geslachtscellen ontstaan met elk 23 chromosomen.
Mitose en meiose https://www.youtube.com/watch?v=pdRHyBqumxs
mutatie
Maak nu de vragen t/m 39
Kubisch epitheel Cilindrisch epitheel Dekweefsel (epitheel) bedekking van het lichaamsoppervlak (de huid) en in sommige organen. Cellen liggen dicht tegen elkaar aan, weinig tussencelstof. Kubisch epitheel Cilindrisch epitheel Darm epitheel Talgklier epitheel
Bindweefsel : cellen liggen verder uit elkaar maar worden door vezels bij elkaar gehouden. Collageen bindweefsel (spieren) Elastisch bindweefsel (slagaders) Reticulair bindweefsel (vetcellen)
Kraakbeen (kniegewricht) Perichondrium
Botweefsel (osteocyten) Osteoblasten (bouwen botcellen op) Osteoclasten (breken botcellen af)
Trombocyten Erytrocyten Leukocyten
Glad spierweefsel Hartspierweefsel Dwarsgestreept spierweefsel
Neuronen
Diffusie: verplaatsing van een stof van een hoge naar een lage concentratie
Diffusie snelheid is afhankelijk van: Oppervlakte Afstand Concentratieverschil Temperatuur
Osmose: diffusie van water door semi-permeabel membraan Het celmembraan is een voorbeeld van een semi-permeabele wand.
Osmose
Osmose