Semi-kwantitatief chemisch urineonderzoek

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Verplichte practica natuurwetenschappen
Advertisements

Urine- en sedimentonderzoek
Weefsel / monsters verzamelen voor laboratoriumonderzoek
FLUO IN DE DISCO WAT IS LICHT ? LICHT = elektromagnetische golven
Bloedonderzoek Op plaats delict.
Producenten doen aan fotosynthese
Wat ziet u aan deze dipslide
Papier chromatografie
Door Joeri Vandekerckhove
Voorkennistoets.
Duikboot Waarom brandt er ‘s nachts rood licht in een duikboot als er gevaar dreigt?
‘Best practice’ Test Specificiteit Sensitiviteit Dipslide > 0,90
‘Suikerziekte’ Gezondheidskunde Symposium Sport & Bewegen Enschede.
Spijsvertering door enzymen
Chemische bindingen Kelly van Helden.
En… Wat zit er in? Het etiket onder de loep!
Transport van stoffen Deze les leer je: – de stappen van wetenschappelijk onderzoek opzetten. – hoe transport van stoffen plaatsvindt in een vloeibaar.
2012.
Bloedonderzoek.
Chemisch rekenen voor oplossingen
LABORATORIUM- WERKZAAMHEDEN.
Urine onderzoek bij de kat
Voedings-typen Energiebron Koolstof (C) -bron Zuurstof HLO BML
Introductie sportvoeding
Valkuilen bij laboratorium onderzoek
delvotest® proeftoets
Urineonderzoek.
HbA1c Leonie van der Heul Klinisch chemicus io Symposium 17 jan 2014.
Hemolytische Anemie KL Wu, ZNA Roadshow titel ondertitel datum 241 Erythrocyten Erythrocyt is biconcaaf schijfje van 8 μ m diameter Levensduur ≈
Hoofdstuk 6 ‘Licht’ Paragraaf 6.1 antwoorden.
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
Bloedonderzoek.
Vergelijking van twee commerciële Kleihauer-Betke kleuringen voor bepaling van foetaal bloed Lindsay Vanhuyse Stagementor: Apr. Eline Verhoye Stagebegeleider:
ZORGPAD HYPERTENSIEVE AANDOENINGEN.  Uitslag risicoselectie  Normale controles in eerste lijn  Controles a 2 weken a terme LAAG RISICO.
Empirisch beleid UWI in WZC 15 dec 2012 Koen Verhofstadt CRA.
Stofwisseling. Organische stof is een stof die gemaakt is in een levend wezen Bevat energie Koolhydraten eiwitten vetten Anorganische stof is een stof.
Ons lichaam heeft energie en bouwstoffen nodig om te kunnen werken en in stand te blijven Bouwstoffen en energie halen we uit drinken en eten 1.Water.
ZGK-V les 2 Blaaskatheter, blaasspoelen, suprapubisch katheter
Taak 3A Urineweginfecties
Triage Ingangsklacht: urinewegen
Scheikunde Chemie overal
Basiskennis bacteriologisch onderzoek
Urine Geproduceerd in nieren
Voeding Bij zaadplanten.
Uitscheidingsstelsel
Taak 3A Urineweginfecties
Taak 3A Urineweginfecties
Basiskennis bacteriologisch onderzoek
Urineonderzoek.
Taak 3A Urineweginfecties
‘Suikerziekte’ Gezondheidskunde Symposium Sport & Bewegen Enschede.
Excretie of uitscheiding
Urinewegen en mannelijke geslachtsorganen H 8 medische kennis (bijgesteld )
Infectie en ontsteking
Groei Micro organismen.
Opdrachten 1 t/m 5: Bekijk het filmpje  (volg tot 12:05 min.).
4H ICT-les 6.5 Lever Nodig: pc met internet, oortjes, boek, Binas, aantekeningenschrift, pen … … (uit darm) lever … … (naar 12v-darm) … Aantekening over.
Bloed en afweer Bloed = weefsel: Cellen en tussencelstof (= plasma)
Voorbereiding op de biologie toets
Hoofdstuk 8 Water Wat gaan we doen vandaag? Opening
“Knuffels” kleuren digibordpeuters.
Hemoglobine.
Hoofdstuk 3 Levenslange diëten
Urinesediment, wat zit er allemaal in en wat betekent dit?
Zuur base titratie Concentratie bepaling Onbekende oplossing zuur
Hoofdstuk 2 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
VOS, FOS en OEB.
Les 2.7 Urinewegen  .
Zelf opstellen halfvergelijking
Urinesediment, wat zit er allemaal in en wat betekent dit?
Transcript van de presentatie:

Semi-kwantitatief chemisch urineonderzoek pH Normaal zwak zuur pH te laag: veel eiwit, koorts, jicht, CARA pH te hoog: urineweginfectie, hyperventilatie Bepaling d.m.v. teststrook: Indicator verandert van kleur (mengindicator) Gebruik verse urine i.v.m. kans op foutief verhoogde pH

Glucose Normaal afwezig Nierdrempel glucose ±10 mmol/l, indien hoger: glucosurie Kwalitatieve bepaling door teststrook (redoxreactie): Glucose + O2 + H2O + GOD  gluconzuur + H2O2 2 H2O2 + indicator + POD  2 H2O + O2 + kleuromslag

Eiwitten Normaal eiwitvrij Eiwit in urine: proteïnurie of albuminurie Bepaling van belang voor diagnostiek van nierziekten Kwalitatieve bepaling door teststrook of troebelingsreactie Teststrook: aanwezig eiwit (zure urine)verkleurt de zuur-base indicator, geel -> (licht) groen Troebelingsreactie: koken in zuur milieu geeft troebeling (kookproef van Bang)

Nitriet Normaal afwezig Bij urineweginfecties door E.coli, Klebsiella e.a. Test alleen voor nitrietvormende bacteriën Overige bacteriën aantonen d.m.v. dipslide en/of sediment Bij voorkeur verse ochtendurine gebruiken Aromatisch amine + nitriet  roze-rode kleur

Leukocyten Normaal afwezig O.a. bij ontstekingen van urinewegen Bepaling d.m.v. teststrook: Leucocytenesterase splitst stof teststrookje, kleuromslag beige blauw-violette kleur Teststrook alleen gevoelig voor granulocyten

Erythrocyten en hemoglobine Normaal afwezig O.a. bij bloedingen en ontstekingen in urinewegen Bepaling d.m.v. teststrook: 2 H2O2  2 H2O + O2 o.i.v. pod activiteit hb indicator + O2  blauwe/groene kleur Gevoeligheid voor vrij Hb hoger dan voor intacte ery’s

Ketonen Normaal geen ketonen aanwezig Bepaling ketonen met teststrook: Nitroprusside-natrium + ketonen  paarse kleur Alleen reactie met aceton en acetylazijnzuur Gevoeligheid voor acetylazijnzuur 10x hoger dan voor aceton

Bilirubine Afbraakproduct van hemoglobine Normaal niet aanwezig O.a. bij: afsluiting galtoevoer (stenen), leverziekten (hepatitis) Urine donker bewaren i.v.m. afbraak bilirubine o.i.v. UV-licht Bepaling d.m.v. schudproef: na schudden geel schuim Bepaling d.m.v. teststrook: bilirubine + diazoniumzout  roze/paars in zuur milieu

Urobilinogeen Afbraakproduct van hemoglobine Normaal spoortje aanwezig Verse urine gebruiken i.v.m. omzetting in urobiline o.i.v. O2 O.a. bij ernstige hemolyse of leverfunctiestoornissen Bepaling d.m.v. teststrook: urobilinogeen geeft in zuur milieu een rode kleur

Dipslide Snel inzicht in kiemgetal bacteriën Kiemgetal: aantal bacteriën per ml urine Voor diagnose cysitis (blaasontsteking) Aan beide zijden voedingsbodem met suikers, eiwitten etc. Aan één kant groeien alleen Gram-negatieve bacteriën Aan andere kant Gram-positieve én Gram-negatieve bacteriën

Gram-kleuring Preparaat met bacteriën behandelen met kristalviolet en jodium Oplossen kristalviolet-jodium-verbinding door ethanol Nabehandeling met fuchsine of saffranine (rode kleurstof) Preparaat bekijken onder de microscoop Bacteriën paars  Gram-positief (verbinding niet opgelost) Bacteriën rood  Gram-negatief (verbinding opgelost) Tevens onderscheid tussen staven en kokken

Gram positieve en negatieve bacterien

Gram-kleuring Voorbeelden Gram-negatieve bacteriën: meningokokken (meningitis: hersenvliesontsteking) gonokokken (gonorroe) E.coli bacteriën tyfusbacteriën Voorbeelden Gram-positieve bacteriën: stafylokokken (MRSA) streptokokken (keelontsteking) pneumokokken (longontsteking) tuberkelbacteriën (tuberculose) Veroorzakers urineweginfectie meestal Gram-negatief

Dipslide Gebruik gewassen mid-stream ochtendurine (max. 2 uur oud!) Dus voor urineren blaasuitgang wassen Eerste deel van de plas niet opvangen Na 16-24 uur bij 37°C incuberen resultaat aflezen Bij 105 Gram-negatieve bacteriën/ml urineweginfectie Bij minder dan 104 bacteriën/ml geen urineweginfectie Tussen 104 en 105 bacteriën/ml test herhalen