Alinea: kernzin + uitwerking Een goede alinea bevat een kernzin, dat wil zeggen een zin die de belangrijkste informatie van die alinea bevat. De kernzin geeft aan waar de alinea over gaat. De andere zinnen zijn een uitwerking van deze kernzin.
Kernzin + uitwerking: voorbeeld 1 Een woordjes hulp De eerste spiektip kun je gebruiken bij een woordjestoets. Schrijf eerst alle woorden op die je moet vertalen, daarachter zet je steeds het antwoord. Als je een van de gevraagde woorden niet weet, schrijf je een totaal ander woord op dat je wél weet. Natuurlijk zet je hier de juiste vertaling achter. Sommige leraren zullen niet doorhebben dat je een woord hebt opgeschreven en vertaald dat niet werd gevraagd.
Kernzin + uitwerking: voorbeeld 1 Het bord Een andere keer kun je het bord gebruiken. Vaak is het schoolbord in het lokaal waar je een toets hebt, nog helemaal volgeschreven. De docent neemt de moeite niet om het bord uit te vegen. Je kunt daar gebruik van maken, zet de proefwerkstof die je niet zo goed weet tussen de teksten op het bord. Als de docent het doorheeft en hij vraagt wie het heeft gedaan, dan zeg jij natuurlijk niets!
Kernzin + uitwerking: voorbeeld 1 Een ouderwets spiekbriefje Ook een handige tip is een ouderwets spiekbriefje maken. Je schrijft op een klein papiertje een paar sleutelwoorden van de toets die je krijgt. Als de toets begint leg je je briefje zo in je etui dat je het briefje helemaal kunt zien. Je moet er niet vaak naar kijken want heeft de docent je door en krijg je waarschijnlijk een 1! Ook moet je hem zo neerleggen dat als de docent langs loopt hem niet ziet.
Opdracht 1 Kies een van de onderstaande kernzinnen uit. Maak de kernzin af en schrijf een alinea van ten minste tachtig woorden bij deze kernzin. Kernzin 1 Mijn grootste hobby is ...... Kernzin 2 Huiswerk maken vind ik .... Kernzin 3 Ik kan heel boos worden om .... Kernzin 4 Later wil ik .... worden. Kernzin 5 Het Cygnus Gymnasium is ... Kernzin 6 Bedenk zelf een kernzin en een onderwerp
Opdracht 2 Wissel je alinea uit met die van een klasgenoot. Lees elkaars alinea's en bespreek ze. Dekt de kernzin de lading? Sluit de rest van de alinea goed aan bij de kernzin? Zijn alle zinnen een uitwerking van de kernzin?