International Economics

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het prijs- of marktmechanisme Deel II
Advertisements

De externe waarde van de munt
SIER-spel Doelen: Leren hoe in een markteconomie de verbanden kunnen liggen tussen een aantal kern-concepten uit de algemene economie; Leren dat het moeilijk.
Vandaag.
Het prijs- of marktmechanisme
Marketing 1.2 de consument 19 november 2012.
Hoofdstuk 5: Rekeningrijden
Havo 5 Economie De Nederlandse Economie H4 “Het Handelsspel”
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.
De betalingsbalans Wat is er van af te lezen?.
Europese samenwerking
Internationale handel
Het prijs- of marktmechanisme I
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
Alle Markten Samen Model AA-AV
Elasticiteiten Prijselasticiteit van de vraag Kruislingse elasticiteit
Hoofdstuk 2: Wisselkoersen
Wisselkoersen.
Stop eens een turbo in je portefeuille. Lansceringsslogan ABN -AMRO.
W i s s e l k o e r s Wisselkoersen
Hoofdstuk 5.
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Basisboek Marketing Hoofdstuk 9 Prijs.
Prijs elasticiteit. Prijsstijging van ‘n product heeft gevolg voor de afzet van het product: door prijsstijging beetje minder afzet door prijsstijging.
Antwoorden proeftoets H4, h6 en h7 1 t/m 3. Jaren Schuldrest begin van het jaar InterestAflossing Schuld einde van het jaar Belasting- voordeel Lasten.
Wat gaan we vandaag doen?  Voorbereiding op toets 17 mei 2016 lesuur 7  Eerst luister je / noteer je wat er in de toets komt. Vervolgens mag je:  Naar.
De politieke en economische omgeving Hoofdstuk 5.
PW Wisselkoersen Vraag 1: De uitvoer van Zwitserland naar de EU steeg, maar minder snel dan de invoer uit de EU-landen (= de uitvoer van de EU naar Zwitserland.
Rekenvaardigheid Procenten. Absoluut, relatief, cumulatief Absolute getallen: aantal stuks of eenheden Relatieve getallen: als deel van een groter geheel.
Veronderstel dat de eigen munt deprecieert / daalt ten opzichte van een belangrijke vreemde munt (bv. USD) Prijs van de geëxporteerde goederen daalt Prijs.
De Euro In de Eurozone. De EU bestaat momenteel april 2015 uit 28 landen.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
W ISSELKOERS. V IDEO 1: T HEORIE WISSELKOERS Begrip wisselmarkt  Alle vragers en aanbieders van 2 bepaalde valuta  Wisselmarkt dollars en euro’s.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
International Economics
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
International Economics
H4 Wisselkoers en betalingsbalans
Welkom havo 3..
Welkom VWO 5..
International Economics
Hoe sterk is het verband tussen twee (procentuele) veranderingen.
Lesbrief Vervoer H 4.
H6 laatste deel Salvatore: International Economics, 10th Edition © 2010 John Wiley & Sons, Inc.
International Economics Tenth Edition
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
inkomenselasticiteit
Welkom havo 3..
Hoofdstuk 5 Les 6: Markten.
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Welkom havo 3..
Welkom havo 3..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
eenheden variabele productiefactor (arbeid) productie in aantallen
Hoofdstuk 22 Wisselmarkten.
Welkom Havo 5..
Internationale handel en wisselkoers
Prijselasticiteit Hoofdstuk 5 markt havo 3 & vwo 3.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
De externe waarde van de munt
Vraag en aanbod.
Nederland en de rest van de wereld
H4 Wisselkoers van de euro
Extra uitleg H4 Domein Markten
16. Betalingsbalans en wisselkoers
Transcript van de presentatie:

International Economics Chapter 16.1 t/m 16.4 The Price Adjustment Mechanism with Flexible and Fixed Exchange Rates

Indeling 16.1 Introductie 16.2 Aanpassingen met flexibele wisselkoersen 16.3 Effect wisselkoersen op prijzen 16.4 Stabiliteit wisselkoersen

16.1 Introductie Lopende rekening en de wisselkoers Aannames: Alle geldstromen komen voort uit de handel van goederen en diensten Wisselkoersen zijn variabel

Betalingsbalans en wisselkoers Figure 16.1 Aanname: 2 landen en de vraag en aanbod van de munt komt louter voort uit handel in goederen en diensten. De noodzakelijke verandering voor het bereiken van evenwicht is afhankelijk van de elasticiteit.

Uitleg figuur 16.1 Beginsituatie: tekort: 4 miljard voor VS (overschot Europa) Bij S en D is een daling kleine stijging (20%) van de euro voldoende om evenwicht te bereiken Bij D★€ en S★€, is een veel grotere stijging nodig voor evenwicht (100%).

Afleiding van de vraagcurve naar euro’s Vraag naar euro’s: importen VS: 12 miljard

Afleiding vraagcurve naar euro’s Devaluatie van 20%  De dollar zakt 20% Aanbod uit europa blijft in europrijs hetzelfde De Amerikanen vroegen vroeger bijvoorbeeld 10 mrd bij een prijs van €1,25. Nu hebben ze dezelfde vraag bij een prijs van €1,-- Punt 1: Oud vraag bij wisselkoers van 1 en p = 1: 12 miljoen eenheden  12 miljoen euro Punt 2: vraag bij wisselkoers $1 = €0,8: 11 miljoen goederen tegen prijs van €0,91  € 10 miljoen euro Zakken dollar: aanbod Europa blijft gelijke, vraag naar europese producten dlalt.

Afleiding van het aanbod van euro’s (exporten van de VS) 1e punt: Wisselkoers: 1$ = €1  Er worden 4 mrd goederen gevraagd en aangeboden bij een prijs van 2. Het totale aanbod euro’s is dus 8 mrd Aanbod euro’s  exporten VS

Afleiding van het aanbod van euro’s (exporten van de VS) Wisselkoer nieuw: $1 = €0,8 De vraag naar goederen verandert niet omdat de prijs in euro’s niet verandert door depreciatie $ Aanbod stijgt omdat de Amerikanen in € gemeten meer gaan krijgen Punt 1: Wisselkoers = 1 P = 2 hoeveelheid 4  aanbod 8 Punt 2: Wisselkoers = 0,8 P = 1,82 q = 5,5  aanbod 10 Stijging aanbod euro’s: er is geen verandering in vraag omdat het in euro’s wordt vermeld.

FIGURE 16-2 Derivation of the U. S FIGURE 16-2 Derivation of the U.S. Demand and Supply Curves for Foreign Exchange.

Afleiding van de vraagcurve Aanbodlijn euro’s: Punt A: Wisselkoers = 1 P = 2 hoeveelheid 4  aanbod 8 Punt E: Wisselkoers = 0,8 P = 1,82 q = 5,5  aanbod 10 Vraaglijn euro’s: Punt B: Oude vraag bij wisselkoers van 1 en p = 1: 12 miljoen eenheden  12 miljoen euro vraag bij wisselkoers $1 = €0,8: 11 miljoen goederen tegen prijs van €0,91  € 10 miljoen euro

Evenwicht en elasticiteit Of er werkelijk evenwicht op de markt wordt bereikt is afhankelijk van de elasticiteiten: In het voorgaande voorbeeld waren zowel de importen als de exporten elastisch  evenwicht Vraag: Als € daalt: volume exporten stijgen  meer vraag naar €. De vraag naar € zal eigenlijk altijd stijgen bij dalende koers (tenzij elasticiteit = 0) Aanbod Elastisch: Als wk € daalt: volume importen dalen sterker  minder aanbod van munt Inelastisch: Als wk € daalt: volume importen dalen minder sterk  meer aanbod van munt

Wat kan je zeggen over de elasticiteit? * Minder elastisch

Elastisch aanbod munt: stabiel

Inelastisch aanbod munt: wel stabiel

Inelastisch aanbod munt: instabiel Wisselkoer is 1  aanbod groter dan de vraag  verdere daling

Samenvattend: