International Economics Chapter 16.1 t/m 16.4 The Price Adjustment Mechanism with Flexible and Fixed Exchange Rates
Indeling 16.1 Introductie 16.2 Aanpassingen met flexibele wisselkoersen 16.3 Effect wisselkoersen op prijzen 16.4 Stabiliteit wisselkoersen
16.1 Introductie Lopende rekening en de wisselkoers Aannames: Alle geldstromen komen voort uit de handel van goederen en diensten Wisselkoersen zijn variabel
Betalingsbalans en wisselkoers Figure 16.1 Aanname: 2 landen en de vraag en aanbod van de munt komt louter voort uit handel in goederen en diensten. De noodzakelijke verandering voor het bereiken van evenwicht is afhankelijk van de elasticiteit.
Uitleg figuur 16.1 Beginsituatie: tekort: 4 miljard voor VS (overschot Europa) Bij S en D is een daling kleine stijging (20%) van de euro voldoende om evenwicht te bereiken Bij D★€ en S★€, is een veel grotere stijging nodig voor evenwicht (100%).
Afleiding van de vraagcurve naar euro’s Vraag naar euro’s: importen VS: 12 miljard
Afleiding vraagcurve naar euro’s Devaluatie van 20% De dollar zakt 20% Aanbod uit europa blijft in europrijs hetzelfde De Amerikanen vroegen vroeger bijvoorbeeld 10 mrd bij een prijs van €1,25. Nu hebben ze dezelfde vraag bij een prijs van €1,-- Punt 1: Oud vraag bij wisselkoers van 1 en p = 1: 12 miljoen eenheden 12 miljoen euro Punt 2: vraag bij wisselkoers $1 = €0,8: 11 miljoen goederen tegen prijs van €0,91 € 10 miljoen euro Zakken dollar: aanbod Europa blijft gelijke, vraag naar europese producten dlalt.
Afleiding van het aanbod van euro’s (exporten van de VS) 1e punt: Wisselkoers: 1$ = €1 Er worden 4 mrd goederen gevraagd en aangeboden bij een prijs van 2. Het totale aanbod euro’s is dus 8 mrd Aanbod euro’s exporten VS
Afleiding van het aanbod van euro’s (exporten van de VS) Wisselkoer nieuw: $1 = €0,8 De vraag naar goederen verandert niet omdat de prijs in euro’s niet verandert door depreciatie $ Aanbod stijgt omdat de Amerikanen in € gemeten meer gaan krijgen Punt 1: Wisselkoers = 1 P = 2 hoeveelheid 4 aanbod 8 Punt 2: Wisselkoers = 0,8 P = 1,82 q = 5,5 aanbod 10 Stijging aanbod euro’s: er is geen verandering in vraag omdat het in euro’s wordt vermeld.
FIGURE 16-2 Derivation of the U. S FIGURE 16-2 Derivation of the U.S. Demand and Supply Curves for Foreign Exchange.
Afleiding van de vraagcurve Aanbodlijn euro’s: Punt A: Wisselkoers = 1 P = 2 hoeveelheid 4 aanbod 8 Punt E: Wisselkoers = 0,8 P = 1,82 q = 5,5 aanbod 10 Vraaglijn euro’s: Punt B: Oude vraag bij wisselkoers van 1 en p = 1: 12 miljoen eenheden 12 miljoen euro vraag bij wisselkoers $1 = €0,8: 11 miljoen goederen tegen prijs van €0,91 € 10 miljoen euro
Evenwicht en elasticiteit Of er werkelijk evenwicht op de markt wordt bereikt is afhankelijk van de elasticiteiten: In het voorgaande voorbeeld waren zowel de importen als de exporten elastisch evenwicht Vraag: Als € daalt: volume exporten stijgen meer vraag naar €. De vraag naar € zal eigenlijk altijd stijgen bij dalende koers (tenzij elasticiteit = 0) Aanbod Elastisch: Als wk € daalt: volume importen dalen sterker minder aanbod van munt Inelastisch: Als wk € daalt: volume importen dalen minder sterk meer aanbod van munt
Wat kan je zeggen over de elasticiteit? * Minder elastisch
Elastisch aanbod munt: stabiel
Inelastisch aanbod munt: wel stabiel
Inelastisch aanbod munt: instabiel Wisselkoer is 1 aanbod groter dan de vraag verdere daling
Samenvattend: