8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Deeltjesmodel oplossingen.
Advertisements

2 Materie in 3 toestanden: vaste stof, vloeistof en gas
HST 5 Les 1: herhaling hst 4.
Klik nu op de titel van dia 2 om verder te gaan
Bouw van zuivere stoffen
STOFFEN – FASEN EN FASEOVERGANGEN + KOOKPUNT EN SMELTPUNT
Scheikunde 3HV H3 chemische reacties Les 5
Atomen , moleculen en reactieschema
Van reactieschema tot reactievergelijking
Zuivere stoffen en mengsels
Scheikunde stoffen en eigenschappen
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Verdampen.
Stoffen en stofeigenschappen
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Stoffenmoleculen Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan.
Stoffen, moleculen en atomen
Chemische reacties Reactieschema: Beginstoffen -> reactieproducten
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
Atomen , moleculen en reactieschema
4. Atomen in chemische symbolentaal
Quiz Thierry Van Peteghem Benny Temmerman 4 Handel.
3 vmbo Hst 1 - stoffen.
Opstellen reactievergelijkingen
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
Uitzetten en krimpen Faseovergang
Hoofdstuk 3 STOFFEN De leerteksten in dit hoofdstuk zijn oranje gedrukt. Schrijf van elke paragraaf de leertekst in je schrift. Dat is huiswerk.
Stoffen en deeltjes 4T Nask2 1.1 Wat zijn stoffen?
3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
Reactievergelijkingen kloppend maken.
STOFFEN – HET MOLECUULMODEL
Fase-overgangen Fase-overgangen Fase-overgangen Fase-overgangen
Waar haal je de energie vandaan?
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Molecuulformules (voorbeelden)
© Maarten Walraven en Robert Nederlof
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
ZOUTEN METALEN MOLECULAIRE STOFFEN HAVO 4 - BRP.
Scheikunde 4 W&L.
Bindingstypen en eigenschappen van stoffen
Hoofdstuk 3 Kelly van Helden.
Zwijsen College Test jezelf Pulsar Chemie Hfdst 6. Hoofdstuk: Moleculen en atomen. Klik telkens op de driehoek om verder te gaan! Zet deze toetspresentatie.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2.
NAMEN EN SYMBOLEN VAN ELEMENTEN Jasmijn Domburg, Kim Dekker, Tessa Mennen.
Reactievergelijkingen Een kwestie van links en rechts kijken.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Hoofdstuk 4 Mengen en scheiden
Scheikunde klas 3 Herhaling
8.8 Verbrandingsreacties
8.3 Soorten stoffen, soorten reacties
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
8.6 Van reactieschema naar reactievergelijking
Ion aantonen Welk zout zit in het potje
Reactievergelijkingen kloppend maken.
8.5 Molecuulformules Opdracht 16:
Zuivere stoffen en mengsels
Doorstroom Scheikunde les 1
Basisstof 4 module 1 verkennen
H7 Materie §2 Het deeltjesmodel
H7 Materie §2 Het deeltjesmodel
Coëfficiënt: 4 4 NH3.
Apotheekassistentenopleiding
Hier links zie je een overzicht van alle dia’s met hun titels Als je naar de volgende (of een andere dia) wil klik je op de titel Klik nu nogmaals hier!!
Transcript van de presentatie:

8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen: 1: De moleculen kunnen blijkbaar door het lokaal bewegen. 2. Niet iedereen ruikt het tegelijk, omdat de gasmoleculen wat tijd nodig hebben om zich te verplaatsen.

8.4 Moleculen en atomen Praktikum 37: Vragen bij het praktikum: 1: Bellenfront Soda Citroenzuur 2+3: De sodamoleculen bewegen het snelst door het water. Dat weet je omdat die de grootste afstand hebben afgelegd tot aan het bellenfront.

8.4 Moleculen en atomen Praktikum 38: Vraag bij het praktikum: Bij een stof in de gasfase is er veel ruimte tussen de moleculen. Daardoor kunnen de gasmoleculen vrij door elkaar bewegen. Bij een vloeistof is er bijna geen ruimte tussen de moleculen. De moleculen raken elkaar. Ze kunnen weliswaar door elkaar bewegen, maar niet zo vrij zoals bij een gas. Bij een vaste stof zitten de moleculen op een vaste plaats in een soort rooster. Ze trillen rond hun evenwichtsstand.

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 7: Zout bestaat uit zoutmoleculen. Zout is een vaste stof, dus de zoutmoleculen zijn dicht opeengepakt en vormen samen de stof zout. Zout water is een mengsel van zout en water. Het bestaat dus uit watermoleculen en zoutmoleculen. = zoutmolecuul = watermolecuul

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 8: a) Als je de gaskraan opendraait, hoor je het gas eruit komen en je ruikt het ook. b) De faseovergang van vloeibaar naar gas heet verdampen. c) Door het gas flink samen te persen wordt het vloeibaar. d) De moleculen in een gas zijn gemakkelijk samen te persen. Dan moet er wel veel ruimte tussen de gasmoleculen zijn.

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 9: Water bestaat uit heel veel moleculen, die dicht langs elkaar bewegen. Bij het kookpunt gaan ze zo hard angs elkaar bewegen dat ze uit de vloeistof kunnen schieten; het verdampt dan. Van 1 losse molecuul kun je niet zeggen dat het in een fase zit, laat staan in welke. - In water kun je suiker oplossen. Je kunt geen suiker oplossen in een molecuul water. - De dichtheid van water is 1 gram per cm³ Je kunt niet zeggen of dat ook voor een enkele molecuul geldt. - Het smeltpunt van water is 0 °C. Een watermolecuul heeft geen smeltpunt.

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 10: Koper (s) + zuurstof (g) tenoriet (s) Tenoriet is een reactieprodukt, dus is het ook weer ontleedbaar. Tenorietmoleculen moeten kopermoleculen en zuurstofmoleculen bevatten Koper en zuurstof verdwijnen en tenoriet wordt gevormd. Opdracht 11: Sn is het symbool van het metaal tin. SN is een molecuul dat is opgebouwd uit een combinatie van atomen S (zwavel) en N (stiksof) .

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 12: Uit praktikum 37 blijkt dat moleculen in een vloeistof vrij kunnen bewegen. De stoffen citroenzuur en soda moeten door de vloeistof bewegen zodat ze, als ze elkaar ontmoeten, kunnen reageren tot bubbeltjes. Uit praktikum 36 blijkt dat er ruimte zit tussen moleculen in de gasfase. Als er geen ruimte tussen de luchtmoleculen zou zijn, zou de ammonia-moleculen niet in heel het lokaal te ruiken zijn. Ook in de vloeibare fase zit er ruimte tussen de moleculen, want uit de ammoniak kunnen de ammonia-moleculen ontsnappen. De watermoleculen blijven achter in het petri-schaaltje.

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 13: A Onjuist, het was een mengsel totdat de reactie begon. B Juist, want je weet dat mangaan en zwavel elementen zijn en die zijn per definitie niet ontleedbaar. (zie overzicht blz. 70) C Juist, want je weet dat mangaan en zwavel elementen zijn. D Onjuist; alabandiet is opgebouwd uit zwavelatomen en mangaanatomen.

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 14: De eiwitten worden gebruikt voor visvoer en veevoer. Koolstof C Stikstof N Waterstof H Zuurstof O

8.4 Moleculen en atomen Sn W F Cu Ag Fe Br O H Ne Cl S K P Na Si Opdracht 15: Voorbeeld: Sn W F Cu Ag Fe Br O H Ne Cl S K P Na Si

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 16: Een mengsel, want er zijn verschillende moleculen aanwezig. 6 moleculen en 17 atomen 2 moleculen CBr4 3 moleculen Br2 en 1 molecuul S Opdracht 17: 1 atoom waterstof, 1 atoom stikstof en 3 atomen zuurstof 12 atomen koolstof, 22 atomen waterstof en 11 atomen zuurstof

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 18: In totaal 6 atomen koolstof en 12 atomen zuurstof. 24 atomen aluminium en 36 atomen zuurstof. Opdracht 19: a) C2H6O H2SO4 Opdracht 20 : Fe (s) He (g) N2 (l) Ni (s) U (s)

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 21: Magnesiumoxide Koolstofdioxide Natriumchloride Calciumsulfide Stikstofoxide Opdracht 22: N2O4 (g) P2O5 (s) SO3 (g) CS2 (l)

8.4 Moleculen en atomen Opdracht 23: Bij koolstofdioxide, CO2, zijn twee zuurstofatomen aan een koolstofatoom gekoppeld. Bij koolstofmonoxide, CO, is er een zuurstofatoom aan een koolstofatoom gekoppeld. Opdracht 24: Ammoniak NH3 Propaan C3H8 Zwaveldioxide SO2