Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Presentatie UNICEF.
Advertisements

H3 Industralisatie en Ismen.
Hoofdstuk 4: Burgers en stoommachines
Industriële revolutie
 Paragraaf 4. Sterke uitbreiding van het personeel in de dienstensector  Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector.
Over het arbeidersklasse in Nederland
De Verenigde Staten en hun federale overheid Een wereldmacht in wording § 2.1.
de tijd van burgers en stoommachines
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE Periode aan klas 8A door Nathalie French.
4.2 de sociale kwestie..
Gemaakt door Max jolita isabella fleur demi max
De staatsinrichting van Nederland.
Voorbereidingscursus op Toelatingsexamen HSAO geschiedenis Marten Douma.
de tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 2. Recht op een stem
8.4 Hoe help je een ontwikkelingsland?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
UITDAGING 2 Wat is het kinderrecht dat hoort bij ‘onderwijs’ en bij ‘bescherming tegen kinderarbeid’? De wet dat hierbij hoort is het kinderwetje van houten.
De sociale kwestie.
Is China nummer 1 in de wereld met hun kinderarbeid?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Hoofdstuk 1: Nederland Historisch Overzicht Hoofdstuk 1: Nederland
Industriële Revolutie
Tijd van burgers en stoommachines,
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
7.2: Geschiedenis van de verzorgingsstaat
5.2 De sociale kwestie.
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Geschiedeniswerkplaats – 2KGT Hoofdstuk 2
Tijd van burgers en stoommachines,
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Arm vs. Rijk (1910) 'Wij zijn vegetariërs, wij eten nooit vleesch.'
Tijd van burgers en stoommachines,
Europeanen in Amerika, Afrika en Azië
Het Kapitalisme Handelskapitalisme Oostzeevaart VOC/WIC
De industrialisatie van het westen
De twintigte eeuw 1900 – 1919.
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
‘De Industriële revolutie is goed geweest voor de mensheid’
De tijdslijn Wereldoriëntatie thema 5 kinderen van alle tijden Les 6 Met Celina naar de fabriek.
H9.1 De Industriële revolutie
Revoluties in Europa. Les 3 Naar de fabriek Doelen van les 3 Je kunt het begrip Industriële Revolutie uitleggen. Je kunt beschrijven welke rol de stoommachine.
5.1 Industriële Revolutie Tijd van burgers en stoommachines
Kinderarbeid door de eeuwen heen Tijd van burgers en stoommachines.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
De industriële revolutie
Burgers en stoommachines 4.2 De sociale kwestie
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Blok 3 De stad verandert Deelvraag: Hoe de stad verandert na 1870?
Tijd van burgers en stoommachines
Industrie en samenleving
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
de tijd van burgers en stoommachines
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Blok 2 Milieuvervuiling,
§3.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
§3.1 Industrie en samenleving
§2.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
§2.1 Industrie en samenleving
Hoofdstuk 3 Eerlijke handel
Blok 2 Aantekening: Stoommachines Gevolgen voor de samenleving
Transcript van de presentatie:

Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie Hoofdstuk 5 Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie

Opdracht Lees de tekst van § 5.2 Leg de volgende begrippen uit met behulp van de tekst: Sociale kwestie Klassenmaatschappij Kapitalisme

Antwoorden Sociale kwestie Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders tijdens de industriële revolutie Klassenmaatschappij Samenleving waarin de bevolking is ingedeeld op basis van bezit en beroep Kapitalisme Vorm van produceren die is gericht op het behalen van een zo hoog mogelijke winst

Kinderarbeid Door armoede werkten ook kinderen in fabrieken (ongezond en gevaarlijk). In 1874 kwam het Kinderwetje van Van Houten die fabrieksarbeid voor kinderen onder 12 jaar verbood. Eind 19e eeuw afname kinderarbeid, door: Stijging van de lonen arbeiders Mechanisatie in de landbouw Leerplichtwet (1900)

Kinderarbeid

Kinderarbeid in de grafische industrie.

Jongen aan werkbank Er was echter nauwelijks controle op de uitvoering van de wet, het Kinderwetje van Van Houten, waardoor er ook na 1874 nog kinderen onder de 12 jaar werkten in de fabrieken. De wet op de leerplicht uit 1900 maakte hier een einde aan. Deze wet verplichtte kinderen van 6 tot 12 jaar tot het volgen van onderwijs.

Arbeid en ellende De rijke burgerij profiteerde van de industriële revolutie. Onder de arbeiders was veel ellende: Kinderarbeid Slechte woonomstandigheden Lage lonen en lange werkdagen Gevaarlijke machines Gemakkelijk ontslagen Geen inkomen bij ziekte of invaliditeit

Sociale wetten Na 1889 werden sociale wetten gemaakt die de zwakkere mensen beschermden. Bijvoorbeeld: Uitkering voor mensen die door werk invalide raakten Minimumeisen voor woningen Na 1900 verdwenen de ergste misstanden.

Kinderarbeid anno nu In de derde wereld komt nog veel kinderarbeid voor. In Afrika en Azië bijvoorbeeld. Hierdoor kunnen de kinderen niet naar school. UNICEF is een organisatie die zich inzet om deze kinderen te helpen.