Arbeid is de bron van alle rijkdom Is het verstandig als de vakbeweging doorgaat met een beleid van ‘verantwoorde’ loonontwikkeling? Sjaak van der Velden, De Burcht 22 maart 20176
Aanpak Onderzoek omvat drie delen De neoklassieke theorie Geschiedverhaal loonbeleid 1945-heden Cijfermatig testen van de neoklassieke stelling Plus 42 pagina’s bijlagen
Basis van loonaanpak ligt in neoklassieke theorie. Klassieken zagen loon als som van levenskosten, gecombineerd met vraag en aanbod. Neoklassieken in reactie keken naar vraag en aanbod (nut) voor het individu.
De theorie vertaalt micro-gedrag naar de macro-economie. En wordt vervolgens gevulgariseerd door belanghebbenden: ‘Als de AIQ stijgt, daalt het winstinkomen. Dat betekent minder geld voor investeringen en dus een lagere groei van de werkgelegenheid.’ (VNO-NCW). ‘loon (+,-) → winst (-,+) → investeringen (-,+) → werkgelegenheid (-,+)’
Geschiedenis 1945-heden Geleide loonpolitiek, 1945-1970 Wet op de Loonwet 1970. Loslaten staatsmacht maar nog wel toezicht (loonmaatregelen) Akkoord van Wassenaar 1982 (onder druk van weer een loonmaatregel). Wijziging Loonwet 1987, geen loonmaatregelen meer. Een nieuwe Koers, 1994 (ongewijzigde verhouding arbeid – kapitaal, aiq op 80)
Laten we eens achteraan beginnen
Ondanks gematigde loonontwikkeling en stijgende winsten, geen stijgende investeringen.
Ontwikkeling reel loon
Maar levert de loonmatiging toch banen op en beperkt ze de werkloosheid?
Correlaties tussen lonen en werkgelegenheid Verwachte teken Waarde Trend verwijderd Vertraging R R2 T+1 T+2 Loonquote en arbeidsparti-cipatie - 1971-2015 -0,59 0,35 -0,32 0,10 -0,13 -0,09 Ontwikkeling contractloon en aantal banen 1971-2012 -0,52 0,27 -0,23 0,05 -0,04 -0,10
Problemen met cijferreeksen
Maar dit blijft het eindoordeel
Aanbevelingen Richt een eigen bureau op dat de prognoses van CBS en CPB kritisch analyseert
Conclusie Het neoklassieke standaardmodel verklaart slechts hooguit 35% van de veranderingen in de werkloosheid. In de cijfers van CBS en CPB zitten nogal wat twijfelachtige aannames De werkelijkheid laat een beperkte marktwerking zien als gevolg van wettelijke maatregelen (minimumloon) en de macht van de marktpartijen. De vakbeweging zou afstand moeten nemen van de neoklassieke opvattingen en moeten inzetten op herstel van de loonquote en de afbraak van sociale voorzieningen.