…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Thema: verzorgingsstaat
Advertisements

Do’s and Don’ts presentaties
4.3 Politieke stromingen.
de tijd van burgers en stoommachines
Liberalen, socialisten confessionelen
De staatsinrichting van Nederland.
QUIZ Katern Politiek.
Traditionele Belgische breuklijnen
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
1.
Politieke stromingen LiNKS RECHTS.
De staatsinrichting van Nederland.
Politiek.
de tijd van burgers en stoommachines
Inleiding politieke stromingen
Politieke partijen en stromingen tot 1940
De liberale revolutie in 1848
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Typen verzorgingsstaten
Politieke stromingen De liberalen
Par. 5: Politieke opvattingen over de verzorgingsstaat
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
§2: politieke stromingen en partijen:
Politiek – maatschappelijke stromingen:
Op wie kan jij stemmen? Links: Gelijkheid/ gelijkwaardigheid Actieve overheid/ grote rol voor de staat. komen op voor mensen met een zwakke positie in.
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over het onderwerp: “Voor de rechter”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over het onderwerp: “Voor de rechter”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland en Europa
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over “Van politie naar officier”
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over het onderwerp: “Waarom straffen we”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Burgers, de media en pressiegroepen”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over “Ons beeld van criminaliteit”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
Thema 3: De verzorgingsstaat
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de gemeente en de provincie
Maatschappelijk vraagstuk
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Knelpunten in de politiek.
de tijd van burgers en stoommachines
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Regels en rechten”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over het onderwerp: “Het beleid van de overheid”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Oorzaken van criminaliteit”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Politieke besluitvorming.
Socialisme: wij Meer gelijkheid (einde maken aan armoede en ongelijkheid) Meer sociale rechtvaardigheid De zwakkeren in de samenleving moeten beschermd.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over het onderwerp: “Preventie”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over “Van politie naar officier”
de tijd van burgers en stoommachines
Thema 3: De verzorgingsstaat
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
H2 Op wie ga jij stemmen?.
Les politieke stromingen
Politiek Paragraaf 1-3.
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Hoofdstuk 6: De verzorgingsstaat
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
§3.4 Politieke stromingen
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Duurzaamheid C en D Hoofdstuk 2 People.
Transcript van de presentatie:

…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk met succes te kunnen maken. Zorg dus dat je ALLES goed kent en door hebt wat er in deze POWERPOINT staat. Vergeet niet ook het BOEK te bestuderen/raadplegen. Zonder deze basiskennis is het maken van inzichtvragen, die veel op het examen voorkomen onbegonnen werk. VEEL SUCCES Hoofdstuk 10

Politieke stromingen Centrale gegeven Poltieke stromingen is: “Een geheel van ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven” Centraal in dit hoofdstuk staat de deelvraag: “Wat willen het liberalisme, het socialisme en het confesionalisme?” Liberalisme Ontstaan in de eerste helft van de 19de eeuw vanuit de Franse revolutie. Burgers eisten vrijheid tegenover de macht van koning en de adel.  Persoonlijke vrijheid Burgers willen individuele vrijheid. Iedereen moet zoveel mogelijk zijn eigen beslissingen nemen. Overheid moet deze persoonlijke vrijheid beschermen. Economische vrijheid Mensen moeten vrij zijn om voor zichzelf te zorgen; bedrijven te starten. Er moet zo weinig mogelijk regelgeving zijn zodat de economie maximaal de ruimte krijgt. Persoonlijke belangen Mensen die hard werken mogen gerust meer verdienen. Grote inkomensverschillen is geen probleem voor liberalen. Lage belastingen (bevordert de economie) en lage uitkeringen (zet mensen eerder aan tot werken) zijn liberale items. VVD is een voorbeeld van een liberale partij Hoofdstuk 10

Socialisme Ontstaan tijdens de industriële revolutie in de tweede helft van de 19de eeuw. Het liberalisme leidde tijdens de industriële revolutie (ontstaan van fabrieken) tot uitbuiting van de arbeiders door de rijke industriëlen. Economische vrijheid leidde zo tot misstan-den Gelijkheid Socialisten (ook wel sociaaldemocraten genoemd) streven naar gelijke kansen voor iedereen ongeacht de afkomst. Gelijkheid en gelijkwaardigheid staan bij hen hoog in het vaandel. Gelijke kansen Sociaaldemocraten zijn voorstander van een actieve overheid. Zwakkeren moeten meer kansen krijgen en daarin heeft de overheid een belangrijke rol. Sociaal- democraten willen dan ook graag dat lagere inkomens sneller stijgen dan hoge (dit heet nivelleren = verschil verkleinen) en dat mannen en vrouwen zowel thuis als in de samenleving het werk eerlijk verdelen. PvdA en SP zijn voorbeelden van partijen voor wie het socialisme belangrijk is. Hoofdstuk 10

Confessionalisme: christendemocratie Ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw als tegenhanger van het liberalisme en later ook het socialisme die als heidens werden gezien. Bijbelse waarden Naastenliefde en verantwoordelijkheid voor de medemens staan centraal. Mensen moeten zorgvuldig met elkaar en de aarde omgaan (= rentmeesterschap). Het gezin is de hoeksteen van de samenleving. Menselijk leven is van grote waarde en daardoor staan christen-democraten zeer huiverig t.o.v. abortus en euthanasie. Beperkte rol overheid Christendemocraten zijn voorstanders van particuliere organisaties die zorgen voor zaken als onderwijs, gezondheidszorg, kunst enz. De overheid dient de zwakkeren te beschermen. Middenpositie Leggen niet de nadruk op economische vrijheid (= liberaal) of financiële gelijkheid (= sociaaldemocratisch) maar op gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers. CDA, CU en SGP zijn voorbeelden hiervan waarbij CU en SGP erg Bijbelgericht zijn. Hoofdstuk 10

Rechts extremisme Volgens het rechts extremisme zijn niet alle mensen gelijkwaardig. Ongelijkwaardigheid Eigen volk is superieur. Sommige rassen zijn beter dan anderen. Eigen volk eerst. Buitenlanders zijn de schuld van ellende zoals werkeloosheid, criminaliteit en woningnood.  Geweld Rechts extremisten schuwen geen geweld om hun doel te bereiken.  Voorbeelden van dit soort partijen in Nederland zijn de NSB in de jaren 30 van de vorige eeuw, en de CD (Centrum Democraten) en de Volksunie aan het eind van de vorige eeuw. Hoofdstuk 10