en temperatuurverandering

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HOOFDSTUK 3 : ELEKTRISCHE POTENTIAAL.
Advertisements

Warmte.
Energie Wanneer bezit een lichaam energie ?
Soorten evenwichten 5 Havo.
Thermodynamica.
Kwalitatief en kwantitatief verband
Calorimetrie.
Samenvatting H 5 Energie.
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
3.1 Zwaartekracht, massa en gewicht
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
Stoffen en stofeigenschappen
Warmte herhaling hfd 2 (dl. na1-2)
Energie en Warmte Samenvattend….
Hoofdstuk 6 THERMODYNAMICA
THERMODYNAMICA Hoofdstuk 1 + 2
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
Molair Volume (Vm).
Reactiesnelheid 1 4 Havo/VWO.
Title Fysica Faseovergangen FirstName LastName – Activity / Group.
Title Warmte en energie
Aard van de prikkel: gevoel
Transport van warmte-energie
Stoffen en stofeigenschappen
5.1 Definitie van vermogen
Warmte.
Schema massa GROOTHEID Massa Het aantal deeltjes in een stof bepaald
Kinetische energie massa (kg) energie (J) snelheid (m/s)
Opdracht 1 a) b) c) d) Stand B, door de zwaartekracht
Warmte inhoud 1. Inleiding (deze les dus) 2. Warmtecapaciteit
Newton - VWO Warmte en energie Samenvatting.
Samenvatting H 7 Verwarmen en Isoleren.
Newton - HAVO Warmte en energie Samenvatting.
Warmtecapaciteit en soortelijke warmtecapaciteit
Natuurkunde 1.3 Meten en 1.4 Massa. Door Sylvia en Arniko.
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
Lynsey Jordaans & Marie-Louise Alblas
Presentatie 2.2 Warmte en temperatuur
Bouwfysica.
Op de maan opdracht 10.
1.4 Chemische reacties.
Omgekeerd evenredig Het inhuren van een band voor een schoolfeest kost € 600. Hoe meer leerlingen er komen, hoe minder je per leerling betaalt. a: aantal.
1.6 DIAGRAMMEN: Van kromme naar rechte
NTC en LDR N A S K I klas 3.
Conceptversie.
Samenvatting Conceptversie.
Chemie van water Mevrouw Baeten.
© Maarten Walraven en Robert Nederlof
Warmte. Warmte Warmte verwarmen kost energie in de vorm van warmte smelten kost warmte verdampen kost warmte afkoelen levert energie in de vorm van.
WINA.
WINA.
Warmte en temperatuur Een thermometer is een instrument om warmte te meten Klopt deze uitspraak? Een thermometer is een instrument om temperatuur te meten.
6 Vaardigheden 6.1 Rekenvaardigheden Rekenen in verhouding
1 T/H Klimaten Hoofdstuk 2 § 2 - 4
Door: Sophie Lathouwers Decoderen:. Het hele plaatje gaat over natuurkundige eenheden, waarvan dit kleine stukje over de eenheden van tijd gaat. 1 (42/100)
Herhaling Hoofdstuk 4: Breking
Grootheden en Eenheden
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
eenheden variabele productiefactor (arbeid) productie in aantallen
Oefeningen Elektriciteit 2 AH
Negatieve getallen Klas 1 | Hoofdstuk 4
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Kun je vertellen wat de samenhang is tussen massa (m), Volume (V) en
De Kookproef Doel, Bepalen van: Alcohol percentage van de wijn
Drijven zinken zweven basisstof 6.
Fasen en faseovergangen
G13 2 Recht en omgekeerd evenredige grootheden M A R T X I
De natuurlijke getallen op een getallenas en in een assenstelsel
Schooljaar Mr. Coussens 4MO MO MO OMC
Transcript van de presentatie:

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof en temperatuurverandering We stellen ons de vraag wat er gebeurt met de temperatuur van het water in de beker wanneer we een grotere warmtehoeveelheid toevoegen, en wanneer we een grotere hoeveelheid water gebruiken. Daarvoor brengen we een dompelkoker in het water, waarvan we weten hoeveel warmte-energie die op een bepaalde tijd afstaat.

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof en temperatuurverandering Als je meer warmte-energie toevoegt (door een sterkere dompelkoker, of door langer te verwarmen), zal de temperatuur sterker stijgen. ? Als je dubbel zoveel warmte-energie toevoegt, zal het temperatuurverschil dubbel zo groot zijn. ? Door aan een kilogram water 4186 J warmte toe te voegen, stijgt de temperatuur met 1°C. Hoeveel warmte moet je dan toevoegen om de temperatuur van het water 2°C te laten stijgen? 8273 J ?

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof en temperatuurverandering Besluit: Als er meer warmte wordt toegevoegd (door langer te verwarmen), zal de temperatuursverandering groter worden. De temperatuursverandering is recht evenredig met de toegevoegde warmtehoeveelheid. Q ∼ Δθ

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof Verband tussen de temperatuursverandering en de massa Door aan een kilogram water 4186 J warmte toe te voegen, stijgt de temperatuur met 1°C. Als je evenveel warmte toevoegt aan 2 kg water, hoeveel zal de temperatuur dan stijgen? 0,5 °C ? Door aan een kilogram alcohol 2430 J warmte toe te voegen, stijgt de temperatuur met 1°C. Als je evenveel warmte toevoegt aan 0,5 kg alcohol, hoeveel zal de temperatuur dan stijgen? 2°C ?

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof Verband tussen de massa van de stof en temperatuurverandering Besluit: Als je met dezelfde warmtehoeveelheid een grotere massa gaat verwarmen, zal de temperatuursverandering kleiner worden. De temperatuursverandering is omgekeerd evenredig met de massa. Δθ ∼ 𝟏 𝒎

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof Verband tussen de aard van de stof en temperatuurverandering Besluit: De temperatuursverandering is afhankelijk van de aard van de stof.

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof Besluit: Δθ∼ Q en Δθ∼ 𝟏 𝒎 ⇒ Δθ ∼ 𝑸 𝒎 ? Δθ ∼ 𝑸 𝒎 ⇒ 𝑸 𝒎 = Cte .Δθ ? Deze constante is afhankelijk van de aard van de stof. Voor een andere stof moet je een andere hoeveelheid warmte-energie toevoegen voor een zelfde temperatuurtoename van een zelfde massa. Deze constante noemt men de specifieke warmtecapaciteit en het symbool is c. (kleine letter)

4. Verband tussen warmtehoeveelheid, temperatuur, massa en aard van de stof Dus: 𝑸 𝒎 = Cte .Δθ ⇒ 𝑸 𝒎 = 𝒄.Δθ ? ⇒ Q = 𝒄.m . Δθ ? Hiermee bepaal je de warmtehoeveelheid (Q) die je moet toevoegen om een bepaalde massa van een stof (m) met een bepaalde temperatuur (Δθ) te laten stijgen. Je moet voor die stof de waarde van c kennen, die je in een tabel kan terugvinden.