SCHRIJVEN 1.5 DE UITEENZETTING LASTIGE WOORDPAREN.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Schrijfvaardigheid en argumentatie
Tekstdoelen Wat wil de tekst?.
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Stijlkwesties op woordniveau
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Wat gaan we doen vandaag?
Inleiding, middenstuk, slot
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
SET schrijfvaardigheid H5
Opdracht 26 Uiteenzetting schrijven
Examen schrijven Kan de volgende tekstsoorten bevatten:
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
Leesvaardig Examentraining.
Het schrijven van een betoog
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
LEZEN 4.2 BETOOG, SOORTEN ARGUMENTEN EN KRITISCH LEZEN VAN EEN BETOOG.
Effecten van taal Onderzoek naar wat woorden, zinsconstructies en tekststructuren doen met de ontvanger.
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
LEZEN 3.4 PUBLIEK, TEKSTDOEL, TEKSTSOORT. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE.. Hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek bij het schrijven van.
LEZEN 2.4 INFORMATIEVE TEKSTEN, INTERVIEWVERSLAG, INLEIDING EN SLOT EN FUNCTIES DAARVAN.
INFORMATIE 2.8 HET SCHRIJVEN VAN JE ENQUÊTEVERSLAG.
WOORDEN 2.7 HOMONIEMEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.De betekenis van de leerwoorden in deze paragraaf. 2.Wat homoniemen zijn.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Schrijfvaardigheid en argumentatie
Lezen, schrijven en argumenteren
Scrijven 1.6 (vervolg) Een Verslag.
Groep 8 Begrijpend lezen lezen
SET schrijfvaardigheid H5
GEDOCUMENTEERD SCHRIJVEN Revisited
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Schrijven beschouwing.
Overtuigende tekst/betoog
Trappen van vergelijking Dan mij?…als ik?
Een reisverslag schrijven
Essay Een essay is een beschouwende tekst over een literair, maatschappelijk of wetenschappelijk onderwerp, met een duidelijk persoonlijke inslag. Een.
Verwijswoorden.
Aantrekkelijk formuleren
Woorden 4.7 Stijlfiguren.
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Hoofdstuk 1 Meningen en argumenten
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Lezen Onderwerp en hoofdgedachte
Lezen 1.3 en 2.1 Woordenschat 1.1 en 1.2
Lezen samenvatten.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Betoog Hoe herken ik een betoog en hoe weet ik hoe de schrijver mij probeert te overtuigen? NU Nederlands 2F.
Een RECENSIE schrijven
Hoe schrijf je een recensie?
Schrijven 4.3 Formuleren en stijl 1.1
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
4 havo Schrijflijn les 2
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Informatieve teksten, interviewverslag
Interview verslag schrijven
Schrijven 2.5 en 2.6 Formuleren en stijl 2.3 en 2.4
Les 1: - Schrijven Spreken en gesprekken
Betoog.
Vwo 4 – week 39/
Inleiding, middenstuk, slot
4 havo Schrijflijn les 5
Een (informatief) Artikel schrijven
De zakelijke brief – schrijven 3.3
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
Hoofdstuk 4 Taalverzorging
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
OVERTUIGEN.
Transcript van de presentatie:

SCHRIJVEN 1.5 DE UITEENZETTING LASTIGE WOORDPAREN

WAT GAAN WE DOEN DEZE LES? Start paragraaf 1.5 lezen met korte opdracht Stuk theorie uiteenzetting/lastige woordparen Maak opdracht 4 blz 30 Start met de opdracht op Google Classroom ‘de uiteenzetting’ Afsluiting Kahoot lastige woordparen

WAT WEET JIJ NOG VAN SCHRIJVEN? 1. Wat moet de lezer in elk geval te weten komen als hij de inleiding leest van een tekst? 2.Als je een betoog schrijft, wat maak je dan duidelijk? 3.Als je een ingezonden brief schrijft, noem je de aanleiding van je brief. Wat betekent dit? 4.Een binnenkomer is een pakkend begin van een tekst. Daarmee trek je meteen de aandacht van de lezer. Geef drie voorbeelden van soorten binnenkomers.

DE UITEENZETTING Tekstdoel: informeren Wat is een uiteenzetting: 1.Er wordt uitleg (iets uiteenzetten) gegeven over een onderwerp. 2.Vrijwel alleen objectieve informatie (geen mening van de auteur!) 3.Gebruikelijke opbouw: Inleiding (introductie van het onderwerp) Kern (de informatie over het onderwerp) Slot (conclusie/samenvatting)

ALTERNATIEVE OPBOUW ZIE BLZ 28 van je boek!

VOORBEELDEN VAN UITEENZETTINGEN Beschrijven van een (natuur)verschijnsel. Er wordt een probleem uitgelegd (bijvoorbeeld vluchtelingenprobleem). Uitkomsten van een onderzoek.

LASTIGE WOORDPAREN Dat is niet eerlijk, hun/zij deden het ook! Ik kon/ken hem nog van vroeger! De lekkage is te danken/te wijten aan de kapotte dakgoot. Doordat/omdat het regende ben ik drijfnat geworden Hij heeft het beter gedaan dan/als mij/ik Dat was een heel/hele mooie ervaring! Gaan jullie echt een heel/hele week naar Zeeland?

LASTIGE WOORDPAREN Soms weet je niet welk woord je moet gebruiken: Ze lijken op elkaar qua vorm kennen/konden Niet weten van de regels omdat/doordat als/dan Lijken op elkaar qua betekenis wijten aan/danken aan Naslagwerk: Hen/hun: Als/dan: Doordat/omdat: Functioneren/fungeren: Danken aan/wijten aan: Heel/hele:

LASTIGE WOORDPAREN ALS/DAN Grootst (overtreffende trap Groot (stellende trap) Groter (vergrotende trap Gebruik ALS Gebruik DAN

HEN/HUN Je gebruikt hen als lijdend voorwerp en na een voorzetsel. De tuinman heeft hen niet gezien, Wij hebben steeds aan hen gedacht. Je gebruikt hun als meewerkend voorwerp. We hebben hun een bos bloemen gegeven. We hebben hun geantwoord Je gebruikt hun nooit als onderwerp. Fout is: Hun zijn stom geweest. Goed is: Zij zijn stom geweest.