FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoe overleef ik mijn vriendje? ( en hij mij!)
Advertisements

BE.
Gemaakt door: Fardau Kleefstra
Boekbespreking van León.
Gemaakt door:Lisanne de Haan
Dertien, dertien, bullebak.
Voorlezen Lees-Mediacoach Marloes Reuvers Jezelf voorstellen
Blok 4.
Volksuniversiteit Zwolle
Briant College Fictie h4 Spanning. Briant College ­ Wat een verhaal spannend maakt ­ Welke ‘trucjes’ de schrijver gebruikt om het verhaal spannend te.
Het schrijven van een verhaal
Lesbrief Kidsbios Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je weleens naar het NFF geweest?
Briant College Fictie h4 Tijd. Briant College ­ Op welke manier een schrijver ‘tijd’ gebruikt in een verhaal. 2 Wat ga je deze les leren.
Boekverslag: Mees Kees Bloedje link
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
De theorie achter de verhalen
LAATSTE LES! 13 JANUARI WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? Lesdoelen Leesvaardigheid Feedback geven Verrassingsles!
Waar is de zevende dwerg?
Leespubliek. Spoorboekje Even opfrissen Oefening leespubliek Bespreken oefening Wat gaan we leren?: Je kunt vertellen wat een leespubliek is en naar welke.
Creatief schrijven. Programma -Klassengesprekje: schrijf je weleens? -Inkomopdracht: een gebeurtenis -Creatief verhaal schrijven: tijdcapsule Wat gaan.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat een verhaalprobleem/thema is en hoe dit verwoord wordt. Hoe spanning ontstaat en welke.
TAALONDER ZOEK 2.10 SOCIOLECTEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Wat groepstaal is. 2.Hoe sociale groepen zich onderscheiden via groepstaal. 3.Het belang.
LEZEN 3.4 PUBLIEK, TEKSTDOEL, TEKSTSOORT. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE.. Hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek bij het schrijven van.
LEZEN 5.2 SOORTEN SAMENVATTINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE.. Welke soorten samenvattingen er zijn. Hoe je deze samenvattingen moet maken.
POETRY Monday 01/01/2016. TRENT SHELTON ‘SPOKEN WORD’
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Het schrijven van een verhaal
Een beoordeling schrijven
Luisteren en begrijpen
Stiftgedichten.
TIO-opdracht 5 ‘dierenpraat’
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Griekse leenwoorden samenstelling en afleiding
S/k/l 1.6 Kritisch kijken.
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
S/k/l interviewen.
Overtuigende tekst/betoog
Fictie 2.1 tijd.
Aantekeningen maken en navertellen
Begin en einde van een boek
Een reisverslag schrijven
Realistische en niet-realistische verhalen
Effect van vertelstandpunt, tijd
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Instructie geven en uitvoeren
Fictie 2.1 tijd.
Mannelijke en vrouwelijke woorden
Lezen in groep 3 Okt 2017.
Lezen samenvatten.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Een instructie schrijven
Zelf schrijven van een ‘grappig’ nieuwsbericht
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Ik heb mijn boek uit… Wat nu?.
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Schrijver Illustrator Uitgeverij De genre hoofdpersonen Waar speelt het verhaal zich af? Samenvatting Stukje Lezen boeken over Rosa waarom heb ik voor.
Informatieve teksten, interviewverslag
Vergelijkingen oplossen
Stellingen Het VMBO-examen verandert m.i.v. examen 2018
Interview verslag schrijven
Vwo 4 – week 39/
DUMMIE DE MUMMIE EN DE DANS VAN DE COBRA. Gemaakt door Guy.
Inleiding, middenstuk, slot
Betrouwbaarheid van teksten: kritisch lezen
Vandaag De Alpen: wat, waar, waarom daar?
Een (informatief) Artikel schrijven
Les 5: Verbale communicatie
Kritiek geven en krijgen
Wat heb je nodig? Een hoop lef.
En natuurlijk wat opdrachten uit het huiswerk
Transcript van de presentatie:

FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN

AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je met sommige verhaalpersonen goed kan identificeren en andere niet. Hoe een karakter zich ontwikkelt in de loop van een verhaal.

WAT GAAN WE DOEN? Voorstellen/afspraken maken Boek uitleggen Kort interview in tweetallen over fictie Stukje lezen en maken van vraag twee Uitleg theorie Aan de slag met je huiswerk!

EVEN LEZEN Luister en lees mee naar tekst 1: ‘jonge wolven’ Maak de vragen van opdracht 1 Ben je eerder klaar dan de rest? Ga vast verder met vraag 2

Ieder verhaal heeft hoofdpersonen en bijpersonen. Hoofdpersonen (round character) leer je kennen door wat je leest over hun: Uiterlijk Leeftijd Leefomstandigheden Karakter Bijpersonen (flat character) spelen een minder belangrijke rol. Ze komen maar even voor en worden dus minder goed uitgewerkt. VERHAALPERSONEN

Terwijl je leest leef je mee met het verhaal. Voor sommige figuren krijg je sympathie aan andere een hekel. De schrijver van het verhaal beïnvloedt jouw mening door wat hij schrijft. De hoofdpersoon is vaak sympathiek. Het is dan leuker en makkelijker om je met die persoon mee te identificeren. VERHAALPERSONEN

Niemand is alleen maar boos, agressief, aardig enz. Karakters kunnen zich ontwikkelen. KARAKTERONTWIKKELING Door gebeurtenissen in het verhaal: Eerst positief/negatief > vervelende /leuke gebeurtenissen > vervolgens negatief/positief

Huiswerk Fictie 5.4 opdr 1,2,3,4,5 Kies een boek uit en neem deze mee om te lezen. OPDRACHTEN