Scheikunde H4 + structuurformules
Fossiele brandstoffen paragraaf 1 Fossiele brandstoffen: ontstaan uit resten van planten en dieren die miljarden jaren geleden leefden. Door de druk van de aardkorst zijn deze samengeperst. Fossiele brandstoffen: -Steenkool: voornamelijk C ook S -Aardolie: vloeibaar mengsel voornamelijk C x H y -Aardgas: alleen maar CH 4 + N 2 Probleem + O 2 SO 2 / SO 3 H 2 SO 4 + H 2 O Zwavelzuur
Steenkool Bij WOII een belangrijke brandstof voor huishoudens, industrie en vervoer. Afkomstig van afgestorven planten Reactieschema: koolstof + zuurstof koolstofdioxide Reactievergelijking: C(s) + O 2 (g) CO 2 (g) Gevaarlijke stoffen die vrij komen bij verbranding: zwavel en stikstofdioxide zwaveldioxide, stikstofmono-oxide, stikstofdioxide, rook en as (veel vaste deeltjes)
Aardgas Meeste huishoudens in Nederland draaien op aardgas Bestaat voornamelijk uit methaangas (CH 4 ) en stikstofgas Methaan: -brandbare bestanddeel van dit mengsel -Kleurloos -Reukloos Ook stikstofgas is kleurloos en reukloos Gasbedrijf voegt reukstof toe, als je bijvoorbeeld bij een gaslek iets ruikt
Aardgas Reactieschema: methaangas + zuurstofgas koolstofdioxide + waterdamp Reactievergelijking: CH 4 (g) + 2 O 2 (g) CO 2 (g) + 2 H 2 O(g)
(On)volledige verbranding
Aardolie Paragraaf 2 Fossiele brandstof Mengsel van veel stoffen voornamelijk koolwaterstoffen Met aardolie kan je verschillende dingen maken, maar dat moet je eerst bewerken Hiervoor heb je de destillatietoren (bestaat uit 7 fracties (delen)) De vluchtige stoffen condenseren boven in de destillatietoren Gecondenseerde stoffen worden in schotels opgevangen Onder in de toren blijft het residu zitten
Zwaveldioxide Ontstaat als aardolie onvoldoende wordt gezuiverd Ontstaat: water, koolstofdioxide en zwaveldioxidegas Zwaveldioxide: -Wordt gevormd als je zwavel verbrandt -Het is kleurloos -Reukloos -Giftig gas
Zwaveldioxide : Ontstaan zure regen SO 2 (g) komt in de lucht reageert met O 2 en H 2 O tot zwavelzuur Dit komt in opgeloste vorm als neerslag op aarde Dit is zure regen: -Bodem en oppervlaktes verzuren door deze regen -Installaties worden door zure regen aangetast
Stikstofdioxide Uitlaatgassen van een auto: -Waterdamp en Koolstofdioxidegas -Koolstofmono-oxide (ontstaan door onvolledige verbranding) In de motor: -Stikstofdioxiden (uit zuurstofgas en stikstofgas) Vormen salpeterzuur als ze in de lucht komen komt uiteindelijk weer als zure regen In de auto naverbranders (grootste deel van schadelijke stoffen in niet- of minder schadelijke stoffen als CO 2, H 2 O en N 2 ) katalysators Auto’s blijven belangrijke luchtverontreinigers
Verbranden paragraaf 3 Verbrandingsreacties: -Ontstaan oxides (verbindingen van zuurstof en een andere atoomsoort) -Brandstof 1 atoomsoort 1 oxide Bijvoorbeeld: Waterstofgas + zuurstofgas water H 2 O (g) + O 2 (g) H 2 O(l) Hoe toon je verbrandingsproducten aan?: -Waterdamp condenseren -Water aantonen reagens je voert een herkenningsreactie uit
De samenstelling van lucht KEN DEZE AFBEELDING!!!! Lucht= stikstof (78%) + zuurstof (21%) + argon (1%) Aantoningsreactie: -CO 2 kalkwater helder -troebel -H 2 O custard wit – geel wit kopersulfaat wit – blauw - SO 2 joodwater bruin – kleurloos
Luchtverontreiniging Door de aanwezigheid van vervuilde verbrandingsgassen in de lucht, zoals SO 2, NO x en koolwaterstoffen, kan smogvorming optreden Smog: Is een samenvoeging van de Engelse woorden smoke en fog, rook en mist. Treedt met name op bij warme en windstille dagen.
Fossiele brandstoffen en het broeikaseffect Natuurlijk broeikaseffect: 1.Er komt zonlicht op de aarde. De oppervlakte wordt opgewarmd en kaatst terug de atmosfeer in. 2. Dan komt er warmte die terugkaatst van de aarde. 3. CO 2 houdt warmte tegen en kaatst het terug naar de aarde. (Komt door de natuur ) Versterkt broeikaseffect: Door de mensen komt er een te grote hoeveelheid CO 2 in de atmosfeer. Er wordt dus meer warmte vastgehouden waardoor de temperatuur op aarde stijgt. (Komt dus door de mens) Licht atmosfeer warmte CO Nadelen versterkt broeikaseffect: Temperatuur stijgt op aarde Hierdoor smelt ijs op de zuidpool. Die zorgt voor stijging van de zeespiegel
Snelle verbranding (vuur). En hoe blus je het? Voor het maken van vuur heb je het volgende nodig: -Brandstof -Zuurstof -Ontbrandingstemperatuur (de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden) Voor het blussen van vuur doe je het volgende: -De brandstof weghalen -De aanvoer van lucht onmogelijk maken -De brandende ‘materialen’ afkoelen tot onder de ontbrandingstemperatuur
Schoorsteenbrand Brandstof : hout verbranding is meestal onvolledig Doordat het een onvolledige verbranding is ontstaat: -Roet -Teer Die aanslag kan gaan branden bij de hoge temperatuur die in de schoorsteen heerst. Je schoorsteen brandt uit schoorsteenbrand
Langzame verbranding paragraaf 4 Fotosynthese: planten maken van koolstofdioxidegas en water door middel van zonlicht zuurstof en glucose. Reactieschema: koolstofdioxide + water glucose + zuurstof Reactievergelijking: 6 CO 2 (g) + 6 H 2 O(l) C 6 H 12 O 6 (s) + 6 O 2 (g) Voor mensen geldt dit precies anders om: glucose + zuurstof koolstofdioxide + water Al het leven is afhankelijk van dit fotosynthese-proces zonlicht
Langzame verbranding Ons lichaam: -Haalt energie uit voedsel (vetten, koolhydraten) -Zuurstof adem je heel de tijd in en wordt door hemoglobine via je bloed door je lichaamscellen getransporteerd -Je lichaam gebruikt geen hoge temperaturen voor verbranding -Er worden verschillende stappen gedaan -En dit noemt men nou langzame verbranding
Koolstof(dioxide)kringloop
Biobrandstoffen Biobrandstoffen: -zijn brandstoffen uit plantenresten -Bij verbranding komt ook CO 2 vrij in de lucht -Die CO 2 is echter tijdens het groeien van de planten uit de lucht opgenomen, dus ontstaat er geen extra koolstofdioxide Brandstoffen: -Zijn stoffen zoals fossiele brandstoffen -Maar nu komt er wel meer CO 2 in de lucht aangezien het niet kan compenseren met het groeien van planten. Biobrandstoffen zijn daarom dus beter, omdat er dus hetzelfde aantal CO 2 in de lucht is. Zowel voor als na de verbranding.
Structuurformules Niet metalen vormen bindingen Aantal bindingen= aantal stapjes dichtstbijzijnde edelgas. Bijvoorbeeld: -Molecuulformule: CH 4 C HH HH