Aardrijkskunde GOED VOORBEREID NAAR DE PABO. Bevolkingsdichtheid.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.
Advertisements

ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN?
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
Aantekening §1 B-nummers.
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
Par 3.1: Van stad naar stedelijke zone
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Aantekening §2 B-nummers.
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Inzoomen op Zuidoost-Azië Astrid Cijsouw
Indonesië.
Hst 4: De wereld indelen.
Brugklas hoofdstuk 4.
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Kappen, graven en planten rond de evenaar.
Schroeven en schrobben De industrie en de dienstverlening
§ 18: De stad uit, de stad in Urbanisatie: de groei van het aantal stadsbewoners (= verstedelijking) Suburbanisatie: de verstedelijking van het platteland.
Samenvatting: hoofdstuk 1
Hfst 1: de wereld; Het wereldbeeld
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Over steden en verstedelijking
Hoofdstuk 1 Par. 10 en 11.
2.1 - Kloof wordt breder Regionale ongelijkheid op wereldschaal:
Herhaling 1.De slow food-beweging is een reactie op de globalisering en zij willen meer streekgebonden producten. 2.Bij een boer die ook verdient aan toerisme.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv Make poverty history In 2000 zijn millenniumdoelen vastgesteld, bijvoorbeeld: in 2015 moeten armoede.
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
Hoofdstuk 2 Patronen op de wereldkaart: wereldbeeld Paragraaf 1 t/m 4
Hoofdstuk 2 Verbanden tussen patronen Paragraaf 6 t/m 9
Economie 13.3 t/m 13.5.
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
2 vmbo-T/havo 2 steden, §6 en 7
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Een wereld van verschil
Een wereld van verschil
Aardrijkskunde Blok 4.
Een wereld van verschil
Aardrijkskunde Blok 4.
2C Vrijdag 20feb2015 2C en 2B Dinsdag 03maa2015
Stedelijk en landelijk gebied
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
WERELD 2 vwo Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
2 vwo Ontwikkeling, arm en rijk par 7- 8
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par Drie aanwijzingen: koopkracht is hoog dienstenmaatschappij scoort hoog op welzijnsindex Nederland is.
2 th 1 Ontwikkeling § 2-3.
Titel wereld moet weg. 1 havo/vwo 1 Bevolking § 2-4.
1 VWO Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 - 4
Hoofdstuk 4 Bevolkingsontwikkelingen in de wijk.
2 TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §6 en 7
2TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §2 en 3
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
NEDERLAND HANDELSLAND
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Over steden en verstedelijking
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
1 vmbo-T/havo 1 bevolking, §2 en 3
Wie wonen er in Nederland?
Niet alleen op de wereld
1.1 Globalisering: one world?
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

Aardrijkskunde GOED VOORBEREID NAAR DE PABO

Bevolkingsdichtheid

top-10-landen-met-meeste- inwoners/

Belangrijke oorzaken Klimaat Landschap Werkgelegenheid

Hoe groeit een bevolking? Natuurlijke groei ◦Geboortecijfer ◦Het aantal levend geborende per 1000 inwoners per jaar in een bepaald gebied ◦Sterftecijfer ◦Het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners per jaar in een bepaald gebied ◦Meer kinderen dan stervenden: geboorte overschot ◦Meer overledenen dan kinderen geboren: sterfte overschot Niet natuurlijke groei ◦Immigratie ◦Mensen die het land binnen komen ◦Emigratie ◦Mensen die het land verlaten ◦Push en Pull factoren

Bevolkingsgrafieken

Nederland Congo Generatie babyboom: wereldwijs blogspot

Urbanisatie Urbanisatie -> verstedelijking Urbanisatie -> Het gaan wonen in de stad Suburbanisatie  de stad verlaten Re-urbanisatie -> terug naar de stad gaan

Urbanisatiecijfer (VERSIMPELD) Hoe rijker het land hoe meer mensen in de stad wonen = Hoog urbanisatiecijfer Hoe rijker het land hoe minder hard de steden groeien = laag urbanisatie tempo Hoe armer hoe meer mensen er op het platteland wonen = laag urbanisatiecijfer Hoe armer hoe meer mensen er naar de stad toe trekken = hoog urbanisatietempo

Maar wat is dan een stad? Bepaalde omvang Veel mensen werkzaam in de tertiaire sector Hoge bevolkingsdichtheid/hoge bebouwingsdichtheid Voorzieningen die belangrijk zijn voor de omgeving

Industrialisatie

Stadsopbouw 1902 woningwet (regels over de kwaliteit van de woning) Tussen 1900 en 1930 veel kleine arbeiders woningen gebouwd Na 1945 woning te kort Tussen 1950 en 1970 veel flats Vanaf 1970 vooral eengezinswoningen

De stad en zijn omgeving

Agglomeratie  Een centrale stad met de eraan vastgegroeide randgemeenten of voorsteden; het vormt dus een ruimtelijk aaneengesloten geheel. Agglomeraties zijn m.n. ontstaan tijdens de urbanisatiefase van het verstedelijkingsproces.

Het groene hart

Problemen in de stad Te weinig draagkrachtige inwoners ◦Waarom is dat een probleem? ◦Hoe op te lossen? ◦Saneren (het weghalen van hele woningblokken) ◦Renoveren (het opknappen van woningen) ◦Groene ruimtes (aanleggen daarvan) Woningtekort ◦Waarom is dat een probleem ◦Oplossingen: Compacte stad & Vinex locaties Segregatie ◦Wat is dat? ◦Waarom is dat een probleem? ◦Welke oplossingen zijn er?

Tegenovergestelde van integratie. Een groep mensen zondert zich af van de rest van de mensen en probeert binnen het eigen gebied bepaalde waarden en normen te handhaven. Segregatie Maatschappelijke segregatie? Geen contact, niet gebruik maken van dezelfde voorzieningen.

Hoe verdienen wij ons geld

Economische sectoren

Primaire sector Landbouw ◦Veeteelt ◦Bosbouw ◦Visserij ◦Akkerbouw Mijnbouw

Secundaire sector

Tertiaire sector Dienstverlening

Quartaire sector Dienstverlening zonder winstoogmerk

Verband tussen welvaart (BNP) en economische sectoren

Informele sector

(wereldwijde) handel Import -> Invoeren van producten ◦Wat importeert Nederland? Export -> uitvoeren van producten ◦Wat exporteert Nederland? Grondstof  halffabricaat  eindproduct  Recycling Delfstoffen: ijzerets, steenkool, aardolie, aardgas

Ruilvoet Ruilvoet = ◦Prijspeil exportgoederen versus prijspeil importgoederen Ruilvoetverslechtering= ◦Je kunt minder producten importeren terwijl je er nog evenveel exporteert

Europese export

Afstand Relatieve afstand & Absolute afstand Het Panamakanaal 

Infrastructuur

Globalisering

De ontwikkeling waarbij bedrijven op het gebied van productie, afzet en communicatie steeds meer op internationaal niveau opereren. Aantal vragen: ◦Welke voorwaardes zijn er nodig voor globalisering? ◦Hoe zie jij globalisering terug in het dagelijks leven?

De reis van de spijkerbroek

Of die van Nutella

Kolonies

transport

Digitale aansluitingen

Belangrijkste voorwaardes Economisch voorwaarde ◦Landen moeten geld hebben om om zich heen te kijken Technologische voorwaarde ◦Men moet in staat zijn om in afzienbare tijd ergens heen te reizen/contact te leggen Politiek ◦Het moet ‘’mogen’’/politiek moet op het buitenland georiënteerd zijn

Omvang van buitenlandse handel

Schaalvoordelen Massaproductie ◦Schaalvoordelen: de productiekosten per product worden lager Grotere afzetmarkt Multinational

Voorbeeld: Toyota

Global shift maakindustrie uit West-Europa en Noord-Amerika is verplaatst naar andere landen, vooral naar Azië. In die landen is het arbeidsloon laag en zijn ook andere randvoorwaarden, denk aan belastingen of (milieu)vergunningen, vaak gunstiger voor bedrijven. Deze verschuiving van economische activiteiten wordt wel de global shift genoemd.

Ruimtelijke spreiding industriële productiviteit in 2009

MC Donaldization

Herkenbaar over de hele wereld

Blauwe Banaan Londen Rotterdam Antwerpen Ruhrgebied Milaan

Arm en Rijk

De wereld in BNP Waarom is het BNP niet een goed middel om welvaart te meten?

Je neemt de koopkracht niet mee Hoe zelfvoorzienend je bent wordt niet meegenomen Zegt niets over sociale ongelijkheid Zegt niets over regionale ongelijkheid Neemt de informele sector niet mee Alternatief: VN welvaartsindex Nadelen meten in BNP

Sociale en regionale ongelijkheid

VN welzijnsindex Analfabetisme Levensverwachting Eiwitconsumptie

De armoedegrens $1,25 per dag volgens de wereldbank ◦1,2 miljard mensen (in 1990: 2 miljard) Landen hanteren ook eigen armoedegrens

Noord/Zuid verdeling

Centrum/periferie

Centrum – periferie

Hoe….

Hoe… Welk verband zit er tussen rijkdom en bevolkingsopbouw?

Verklaring: