Presentatie studiefinanciering Hans Sint Decaan Mode 15 oktober 2015
Recht op Studiefinanciering Recht op studiefinanciering: –ingeschreven op een MBO voor een opleiding met beroepsopleidende leerweg (BOL) –tussen 18 en 30 jaar Uitbetaling vanaf het eerstvolgende kwartaal nadat men 18 jaar is geworden.
Prestatiebeurs 1 Niveau 1 en 2 geen prestatiebeurs, vanwege de kwalificatieplicht de beurs is van ‘onbeperkte’ duur. Niveau 3 en 4 prestatiebeurs, de beurs wordt verstrekt voor maximaal 48 maanden.
Onderdelen van de beurs De studiefinanciering bestaat uit: –basisbeurs, onafhankelijk van ouderlijk inkomen –de aanvullende financiering, afhankelijk van ouderlijk inkomen –de OV-kaart –lening
Prestatiebeurs 2 De basisbeurs + aanvullende financiering + OV-kaart is een lening, die wordt omgezet in een gift als binnen 10 jaar na aanvang van de financiering een niveau 3- of 4-diploma wordt behaald. De lening moet onherroepelijk worden terugbetaald.
Ouderlijk inkomen Uitgangspunt voor het vaststellen van aanvullende beurs is het inkomen van de natuurlijke ouders.
Hardheidsclausule Als een van de ouders onvindbaar is of er van voor het 12 e levensjaar al een ernstig of onverzoenlijk conflict is, kan er een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. De decaan moet daarbij helpen.
Berekeningen
Lening Gedurende 3 jaar na de prestatiebeurs is het nog mogelijk per maand maximaal € 916,96 te lenen. Tevens blijft dan het recht op de OV-kaart bestaan.
Stopzetten De student moet zelf de studiefinanciering stopzetten en de OV- kaart omzetten naar een normaal reisproduct bij beëindiging van de studie met of zonder diploma. Ten onrechte ontvangen studiefinanciering moet direct worden terugbetaald + een boete voor het gebruik van de OV-kaart van € 97,- per halve maand.
Doorstroom HBO Bij doorstroom naar het HBO geldt het sociale leenstelsel. Hierbij geldt dat iedere student tot een bedrag van € 1016,71 kan lenen. De regeling daarvoor is zo gunstig dat dit geen belemmering mag zijn voor het volgen van een HBO.