NASK 2 3VMBO-T Thema 6 samenvatting
Basisstof 1: metalen en metaalmengsels Metalen hebben de volgende gemeenschappelijke eigenschappen. Metalen glanzen Metalen geleiden elektriciteit Metalen geleiden warmte De meeste metalen zijn grijs van kleur, behalve goud, en koper.
Verschillen tussen metalen Tussen alle metalen zitten wel verschillen. Zo is de dichtheid van aluminium veel lager dan de dichtheid van ijzer. Dat betekent dat aluminium veel lichter is dan ijzer. Daarom wordt er voor het maken van vliegtuigen geen ijzer gebruikt. Ook de hardheid van de metalen is verschillend. Lood is buigbaar en ijzer niet. Kwik is een metaal dat bij kamertemperatuur vloeibaar is. Toch is de dichtheid van lood en kwik hoger dan de dichtheid van ijzer, ze zijn veel zwaarder. Het bekende spreekwoord is ook: Het is zo zwaar als lood.
Magnetisch Alleen ijzer en nikkel worden aangetrokken door een magneet. Alle andere metalen niet. Als je wilt weten hoe een magneet werkt, klik dan op onderstaande hyperlink: Beeldbank: Magneten
Metaalmengsels Veel metalen die we gebruiken zijn geen zuivere metalen, maar metaalmengsels. Een ander woord voor metaalmengsel is legering. Om legering te maken, worden verschillende metalen in de vloeibare-fase (l) met elkaar gemengd. Een legering krijgt andere eigenschappen als de zuivere metalen. Meestal is een legering harder en/of beter bestand tegen invloeden uit het milieu.
Metaalmengsels die je moet kennen Goud (< 24 karaat)= Amalgaam= Zilveramalgaam= Staal= Brons= Messing= Au met Ag of Cu Hg met ander metaal Hg met Ag Fe met C en een ander metaal Cu en Zn Cu en Sn
Je moet ook weten waarvoor deze legering worden gebruikt. Goud (< 24 karaat)= Zilveramalgaam= Staal= Brons= Messing= Sieraden Tandvullingen Spijkers en bouw Leidingen en kranen Beelden
Basisstof 2: Metalen maken Metalen worden verdeeld in edel en onedel. De volgende edelmetalen moet je kennen: Goud Zilver Platina
Edel en onedel Edele metalen worden zuiver in de natuur gevonden. Onedele metalen worden alleen gevonden als verbinding met andere stoffen. Dit is meestal met zuurstof of met zwavel. Een metaalverbinding met zuurstof noemen we een metaaloxide. IJzeroxide = Fe 2 O 3 (s) Een metaalverbinding met zwavel noemen we een metaalsulfide. Kopersulfide = CuS (s) Hoe onedeler het metaal, hoe sneller het reageert met andere stoffen.
Metaalreactie met water Natrium, kalium en calcium zijn zo onedel, dat ze zelfs reageren met water. Zoals je tijdens de demonstratie gezien hebt gaat natrium in water vanzelf branden. Dat het ook anders kan gaan, laat deze hyperlink zien. Beeldbank: Natrium
IJzer maken Je moet weten hoe een hoogoven werkt. Gebruik daarvoor naar de volgende computerles Nova: Hoogoven Extra: hieronder zie je twee hyperlinks. Deze laten je zien hoe ijzererts wordt gewonnen en hoe het er in een hoogoven in werkelijkheid aan toe gaat. Beeldbank: Winning van ijzererts Het maken van ijzer
IJzer maken Het reactie schema en de reactievergelijking voor het maken van ijzer moet je kennen. Reactieschema: ijzererts (s) + cokes (s) + zuurstof (g) ruw ijzer (l) + koolstofdioxide (g) Reactievergelijking 2 Fe 2 O 3 (s) + 6 C (s) + 3 O 2 (g) 4 Fe (l) + 6 CO 2 (g ) Het is handig om alleen de symbolen te leren, als je zelf kunt kloppend maken.
Aluminium maken Ook de reactie voor het maken van aluminium uit bauxiet moet je kennen. Reactieschema: aluminiumoxide (l) aluminium (l) + zuurstof (g) Reactievergelijking: 2 Al 2 O 3 (l) 4 Al (l) + 3 O 2 (g) Het is handig om alleen de symbolen te leren, als je zelf kunt kloppend maken. Het maken van aluminium uit aluminiumoxide is een ontledingsreactie
Metalen hergebruiken Omdat de voorraden erts steeds minder worden, wordt er steeds meer gerecycled. Voordelen van recyclen zijn: Minder grondstof nodig Minder afval Omdat het al een metaal is heb je minder energie nodig. Het internationale teken voor recyclen is: Je moet het proces van recyclen kunnen beschrijven.
Basisstof 4: Fossiele Brandstoffen Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die miljoenen jaren geleden zijn ontstaan uit dierlijke en plantaardige resten. We kennen de volgende organische stoffen: Steenkool Aardolie Aardgas Om te zien hoe steenkool is gevormd, kun je de computeropdracht uitvoeren. Malmberg: Vorming van steenkool
Samenstelling van de brandstoffen Je moet weten waaruit de fossiele brandstoffen bestaan. Steenkool: Aardolie: Aardgas: Bestaat voornamelijk uit koolstof (C). Steenkool bevat ook veel zwavel (S). Daardoor komt er bij de verbranding veel SO 2 vrij, een belangrijke veroorzaker van zure regen. Bestaat uit veel verschillende koolwaterstoffen. Dit zijn stoffen die opgebouwd zijn uit koolstof (C) en waterstof (H), zoals bijvoorbeeld C 3 H 8 Bestaat voornamelijk uit methaan (CH 4 )
Basisstof 5: Aardolie Veel stoffen worden gemaakt van aardolie. Omdat aardolie uit veel verschillende stoffen bestaat, worden deze stoffen eerst in groepjes uit elkaar gehaald door te destilleren. Dit noem je een gefractioneerde destilatie. Hoe de gefractioneerde destillatie gaat, laat de website van malmberg prima zien. Gebruik daarom de volgende hyperlink. Nova: gefractioneerde destillatie.
Brandstof:Mengsel van:Formule: Aardgas Methaan en ethaan CH 4 C 2 H 4 LPG Propaan en butaan C 3 H 8 C 4 H 10 Campinggas Propaan en butaan C 3 H 8 C 4 H 10 Aansteker- benzine Pentaan en hexaan C 5 H 12 C 6 H 14 De volgende brandstoffen en hun samenstelling moet je kennen:
Basisstof 6: Kunststoffen Uit aardolie worden kunststoffen gemaakt. Kunststoffen worden gemaakt door de aardoliefractie (deel) nafta eerst wordt gekraakt. Dat betekend dat een lange ketting van koolstofatomen in kleine stukjes wordt gebroken. Van deze kleine stukjes worden vervolgens hele lange kettingen van koolstofatomen gemaakt. Dit maken van lange kettingen, noemen we polymeriseren. Zo’n lange ketting noem je een macromolecuul.
De bekendste kunststoffen zijn: PE= PP= PS= PVC= Polyetheen Polypropeen Polystyreen Polyvinylchloride Polyetheen, betekend dat het een polymeer is van etheen.
Basisstof 7: Kunststoffen gebruiken Een aantal algemene eigenschappen van kunststoffen zijn: Ze zijn licht van gewicht Ze gaan lang mee Ze zijn makkelijk te maken Ze zijn sterk Ze kunnen goed teken warmte en kou Ze zijn gemakkelijk te kleuren
Een aantal nadelen van kunststoffen zijn: Ze zijn moeilijk te recyclen, omdat er veel verschillende kunststoffen bestaan Ze vergaan in vuilnisbelten niet of nauwlijks en dus ook niet in het milieu Sommige kunststoffen worden zacht bij het verwarmen.
Thermoplast en thermoharder Alle kunststoffen worden verdeeld in twee groepen: namelijk in thermoplasten en thermoharders. Hieronder staan de eigenschappen van beide groepen Thermoplast: Meestal makkelijk te buigen Worden zacht als ze worden verwarmt Thermoharder: Meestal moeilijk te buigen Als ze verwarmt worden ontleden ze en verliezen ze hun eigenschappen
Veel succes bij het proefwerk.