Stoebel Daphne.
Inleiding Begrip verlegenheid en de kenmerkende aspecten De verschillende aspecten van verlegenheid 1. Situatie 2. Gedrag 3. Gedachten 4. Gevoelens Achtergronden en mogelijke oorzaken Leertheorieën Diagnose Behandeling Sociale-vaardigheidstrainingen voor kinderen Samenvatting en conclusie
KORTE TERMIJN Gepest Depressie Uitbreiding fobische klachten LANGE TERMIJN Agorafobie Alcoholmisbruik Zelfmoordgedachten en- pogingen
Van der Molen (1985) Definitie: Sprake van verlegenheid als bij navraag en/of gedragsobservatie blijkt dat hij in bepaalde typen sociale situaties gewoonlijk te kampen heeft met: Gevoelens van spanning Gedragsproblemen Negatieve gedachten
SITUATIES Bepaalde situaties beoordelingssituatie competentie beoordeeld Opvalsituaties of karakteriseren: uiterlijk beoordeeld GEDRAG Gedragskenmerken: Oogcontact vermijden Zachtjes of binnensmonds praten Vertonen weinig initiatief Psychologisch vakjargon: Vermijdingsgedrag
GEDACHTEN Soort gedachten: Voorafgaand de situatie Tijdens de situatie Na-gedachten Negatieve ervaringen denkpatronen = Irrationeel Onderscheid gedachten Eigen functioneren Verwachte reacties van anderen GEVOELENS Negatieve verwachtingen negatieve evaluatie negatieve gevoelens manifesteren in lichamelijke uiting: bv: blozen, zweten, buikpijn,… Autonome zenuwstelsel
Factoren ONTSTAAN Complex proces Veel factoren belangrijk Menselijk gedrag meervoudig gedetermineerd leertheorieën
Vicieuze cirkel
LEERTHEORIEËN Verlgenheid in sociale situaties Vaardigheidstekort of remming/angst Negatieve zelfevaluatie Negatief gevoel: Spanning lichamelijke verschijnselen Negatief gevoel: Spanning lichamelijke verschijnselen Vermijding van sociale situaties Weinig oefening berkrachtiging van vaardigheden Weinig oefening berkrachtiging van vaardigheden Anticipatieangst Ontstaan door Perceptie van spanning
Gesprekken Situatie Gedragingen Gedachten Gevoelens Meetinstrumenten ‘De sociale Angst Schaal voor kinderen’ (cohen-kettenis & Dekking. 1980) ‘De Netagtieve Zelf Evaluatie Schaal’ (Citroen, Franzen & Wijnen. 1977) ‘De Schaal voor Interpersoonlijk Gedrag’ (Arrindell, De Groot & Walburg. 1984) ‘De Sociale Cognitielijst’ (Van Kamp & Klip. 1981)
Hulpverlenende diensten “Vanzelf” overgaan Stimulerende opvang Uitgaande van het leer theoretisch ontstaansmodel komt een gestructureerde sociale- vaardigheidstraining het meest in aanmerking
Ringrose en Nijenhuis 3 fasen Opbouwfase Middenfase Consolidatie- of afbouwfase
Kindertijd & adolescentie Prognose onduidelijk Groeien eroverheen Blijven verlegen Factoren onbekend
Bedankt voor jullie aandacht