Brief aan de Galaten :7-9 Zaaien en oogsten
Natuurwetmatigheid Dwaalt niet! Galaten 6:7 dwalen: de weg kwijt zijn, dwaler/misleider: Mattheus 27:63; 2 Corinthiërs 6:8
Het verdunnen van het Woord Want wij zijn niet als de meerderheid, die het woord van God versjacheren, maar als uit integerheid, maar als uit God, voor het aangezicht van God, in Christus, spreken wij 2 Corinthiërs 2:17
dwalende, misleidende geesten 1 Timotheüs 4:1 afstand nemen van het geloof: leringen van demonen volgen, systeem van dwaling - Efeziërs 4:14
Dwalers/misleiders: sadduceeën Mattheus 22:29; Marcus 12:24,27 mede-gelovigen: 2 Timotheüs 3:13,13
God laat Zich niet minachten – Galaten 6:7 Minachten: neus ophalen voor * Zijn woord * Evangelie van genade en verzoening * Paulus 2 Corinthiërs 4:2
Paulus wandelde zo: Maar wij verwerpen de verborgen, schandelijke praktijken. Wij wandelen niet in bedrog, en vervalsen het woord van God ook niet. Maar door het openbaar maken van de waarheid, bevelen wij onszelf aan de gewetens van alle mensen voor het aangezicht van God 2 Corinthiërs 4:2
Want wat een mens ook zaait, dat zal hij ook oogsten Galaten 6:7 zaad = woord van God woorden = evangelie van genade groei = wat God geeft
Want wie nb in zijn vlees zaait, Galaten 6:8 op/naar het vlees gericht handelen, leven, doen: - persoonlijk - religieus - tegenover geestelijk
zal uit het vlees verderf oogsten Galaten 6:8 uit het vlees – uit het eigen denken en willen, voelen – oude mens
Zal uit het vlees verderf oogsten Galaten 6:8 de gezindheid van het vlees werken van het vlees; vijandschap tegen God en het evangelie 2 Timotheus 1:15
Zal uit het vlees verderf oogsten Galaten 6:8 oude mens uitleven, wil geen onrecht ondergaan, zich verheffen ten koste van…
Wie op de geest zaait, zal uit de geest eonisch leven oogsten Galaten 6:8
Want wij moeten allen voor de bema geopenbaard worden 2 Corinthiers 5:10 Bema; 1 Cor.3:8,14 Fil.3:4 prijs behalen
Laten wij, terwijl wij het uitstekende doen, niet ontmoedigd zijn, want in de juiste era zullen wij oogsten, niet verzwakkend Galaten 6:9