Kinkhoest surveillance: variatie, onderrapportage en vertraging Jeanne Heil PhD-student GGD Zuid-Limburg en MUMC+
Introductie & Methode Hoe accuraat zijn kinkhoest surveillancedata? Welke factoren beïnvloeden deze data bij de diagnostiek en de melding? Limburg ( ) Huisarts vragenlijsten (n=122) Laboratoria (n=6) GGD (n=2)
Resultaten HA: 25% test op basis van risicogroep HA: 70% test ‘ter confirmatie’, 57% ‘op verzoek van patiënt’, slechts 7% ‘om behandeling te starten’ 44% <1 jaar serologie i.p.v. PCR/kweek HA: Variatie in aantal testaanvragen, diagnoses en behandelingen Labs: variatie testprocedures/interpretatie Onderrapportage: 18% Duur EZD tot melding: gem. 46 dagen Preventieve acties: 1% v.d. meldingen
Conclusie Beperkte betekenis van kinkhoestmeldingen voor surveillance en bescherming van zuigelingen Aanbevelingen Meer aandacht voor risicogroepen Eerdere preventieve maatregelen Meer uniformiteit laboratoria Geautomatiseerde meldingen Vaccinatie zwangere vrouwen
Dankwoord Alle deelnemende huisartsen Verpleegkundigen GGD-ZL Henriëtte ter Waarbeek Christian Hoebe Nicole Dukers-Muijrers Verpleegkundigen GGD-LN Peter Jacobs Inge van Loo Peter Terporten Jochen Cals Dick van Dam Jos Bus Thera Trienekens Trix van Dijke RIVM nr