De passé composé Nederlands: voltooid tegenwoordige tijd

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het deelwoord ‘t kofschip / soft ketchup
Advertisements

Oefenen voor de toets unité 2
Taaloefeningen. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Vandaag hebben we het over :
Futur van regelmatige werkwoorden
Werkwoordspelling Hoe ging het ook alweer?.
Havo 3 Grammaire chapitre 4.
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -ER
Voltooid tegenwoordige tijd
Tegenwoordig deelwoord
Het hele werkwoord.
Het Voltooid Deelwoord
Voltooid deelwoord.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
PASSÉ COMPOSÉ ÊTRE APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -RE
PASSÉ COMPOSÉ AVOIR APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Past Simple?
Grammaire thème 5 4 vwo.
Grammaire chapitre 1 Havo 3.
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Passé composé.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Brugklas Werkwoordspelling.
2 VWO Werkwoorden.
Grammaire chapitre 3 3 havo.
WERKWOORDSPELLING Met dit overzicht vind je uit hoe je de werkwoordsvorm moet schrijven. Dit is de knop om te beginnen.
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Grammaire chapitre 1 2 vwo (+).
In en naar (à, au, aux, en) 2 VMBO - Frans.
Aan de vis wordt gevraagd waar hij op vakantie geweest is.
Connaitre 3M – week 40 - Frans.
Faire 3 VMBO - Frans.
De ontkenning 2 VMBO - Frans.
De verleden tijd - imparfait
Venir 2 VMBO - Frans.
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
Lire 3 VMBO - Frans. Wat moet je weten om dit onderdeel te begrijpen?: Wat een onregelmatig werkwoord is De tegenwoordige tijd (présent) De verleden tijd.
DE LIJDENDE VORM LA VOIX PASSIVE. De tegenwoordige tijd Een vorm van être + voltooid deelwoord Actif (= bedrijvend): François prépare le repas. Passif.
Het werkwoord être (= zijn)
Bijvoeglijk naamwoord Functie: zegt iets over het zelfstandig naamwoord voorbeeldde grote auto la grande voiture het blauwe boek le livre bleu.
Les verbes.
Avoir (= hebben) vervoegingvertaling j’aiik heb tu asjij hebt il/elle/on ahij/zij/men heeft nous avonswij hebben vous avezjullie hebben/u heeft ils/elles.
De Passive (Voice). De ‘Passive (Voice)’ is geen tijd. Maar hij komt wel in alle tijden voor. Je zult de ‘Passive (Voice)’ gemakkelijker begrijpen als.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Imparfait Nederlands:onvoltooid verleden tijd voorbeeldIk keek een film. Wij waren in Frankrijk.
HERHALING U5 EN U6 2HSP. BRON D – UNIDAD 5 Het bezittelijk vnw geeft aan van wie iets of iemand is. In het Spaans hangt de vorm van het bezittelijk vnw.
Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd. Stam zoeken (infinitief –en) PersoonVormPersoon Ik …Stam Je/JijStam + t StamJe Hij/zij/hetStam + t Wij/jullie/zijStam.
Tot nu toe ken je: De tegenwoordige tijd (ik eet, ik praat etc.) (Yo) como, (Yo) hablo. De toekomende tijd (wat je van plan bent om te gaan doen, morgen.
Leçon 2 Wat gaan we doen? Voyages unité 9 p. 65/66 4a Uitleg TPRS Devoirs (huiswerk) Wat gaan we doen? Voyages unité 9 p. 65/66 4a Uitleg TPRS Devoirs.
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
LE FUTUR Je vais aller en France ce week-end.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Persoonlijk voornaamwoord
Connaître (= kennen) présent ik ken je connais jij kent tu connais
Onregelmatig werkwoord être
Voltooid deelwoord 1A3 en 1A4.
Le futur De futur is de toekomende tijd.
Werkwoorden Koppelwerkwoord Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord
Le passé compose et l’imparfait
Transcript van de presentatie:

De passé composé Nederlands: voltooid tegenwoordige tijd bijvoorbeeld Ik heb een film gekeken. Hij is naar school gegaan. vorm hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Hulpwerkwoord Een vorm van être OF avoir in de présent Hulpwerkwoord Een vorm van être OF avoir in de présent. Vuistregel Wordt het werkwoord in het Nederlands vervoegd met ‘hebben’, dan gebruik je avoir. vervoegd met ‘zijn’, dan gebruik je être.

voorbeelden Ik heb een film gekeken. J’ai regardé un film voorbeelden Ik heb een film gekeken. J’ai regardé un film. Hij is naar school gegaan. Il est allé à l’école.

Uitzondering! Als je être in de passé composé zet, gebruik je het hulpwerkwoord avoir. Dus Ik ben geweest.  Je suis été.  J’ai été.

voltooid deelwoord Dit is voor iedere vorm gelijk, behalve wanneer het hulpwerkwoord être is. hulpwerkwoord is avoir Neem het hele werkwoord. regarder Haal -er ervan af. regard Plak de uitgang –é er achter. regardé voorbeeld Ik heb gekeken. J’ai regardé.

Neem het hele werkwoord. aller Haal -er ervan af. all hulpwerkwoord is être Neem het hele werkwoord. aller Haal -er ervan af. all Kijk in het schema welke uitgang je krijgt. onderwerp Uitgang voorbeeld mannelijk enkelvoud é il est allé vrouwelijk enkelvoud ée elle est allée mannelijk meervoud és ils sont allés vrouwelijk meervoud ées elles sont allées

onregelmatige werkwoorden hulp-werkwoord voltooid deelwoord voorbeeld vertaling être avoir été j’ai été ik ben geweest eu il a eu hij heeft gehad faire fait nous avons fait wij hebben gemaakt prendre pris ils ont pris zij hebben genomen