Thema 3 hoofdstuk 2 Verplegen van zorgvragers met beperkingen door visus stoornissen
lesdoelen Aan het einde van deze les kunnen jullie: Benoemen welke achteruitgangsverschijnselen van de ogen bij normale ouderdomsverschijnselen horen. Benoemen van 6 oogaandoeningen met daarbij de kenmerken ervan. Benoemen en ervaren van de gevolgen van deze aandoeningen voor het dagelijks leven van de oudere.
Eigen ervaringen Wie heeft te maken gehad met slechtziende oudere? Ervaringen uitwisselen
Achteruitgang bij het zien Normale ouderdomsverschijnselen: Scherp zicht (Presbyopie (ouderdomsverziendheid)Leesbril!) Lichtbehoefte (meer licht nodig) licht- en donkeradaptatie (moeite overgang licht-donker) Contrastgevoeligheid (moeite met details zien) Nachtzien (moeite met zien in het donker) Accomoderen (moeite met scherp stellen) Kleuren zien (blauw, groen en violet) Diepte zien (moeite afstanden in te schatten) Strooilicht (verblinding) Snelheid (tv ondertiteling moeilijker te lezen)
Oogaandoeningen (1) Staar vertroebeling van de lens bij operatie nieuwe lens, dan verziend(afakie) Leesbril nodig na operatie (pseudofakie)
Oogaandoeningen (2) Maculadegeneratie (versleten netvlies) Achteruitgang gele vlek 2 vormen: nat en droog Geen behandeling
Oogaandoeningen (3) Diabetische retinopathie Door diabetes een netvliesafwijking Afhankelijk van plaats ontstaat uitval Stoornissen centrale zien en perifere zien Eilandjes in beeld of vertekend beeld Behandeling: goede instelling en laserbehandeling
Oogaandoeningen (4) Glaucoom of groene staar Achteruitgang in werking oogzenuw Druk op zenuw, waardoor zenuwvezels kapot gaan Begin geen klachten, daardoor vaak laat ontdekt
Corticale visuele stoornissen (1) Stoornissen aan de ogen is gevolg van hersenbeschadiging CVA Problemen met lezen Verkeerde volgorde van letters of letters worden niet begrepen Oorzaken: visuele agnosie (niet herkennen) Hemianopsie (hersenen verwerken deel van visuele prikkels niet)
Corticale visuele stoornissen (2) Dementiesyndroom Minder kleuren zien Gezichtsveld wordt kleiner Stoornissen in ruimtelijke warneming Moeite met herkennen van gezichten en voorwerpen Visuele hallucinaties Oogbewegingen worden langzamer
Film: Oog voor ouderen (slechtziendheid bij ouderen) (beginnen bij 4.20 min. Duur:20 minuten)
opdracht Vorm groepjes van twee Waarvan 1 geblindoekt gaat Loop over etage 4 en 5 van onze school Wat kom je tegen wat voor een zorgvrager met een oogaandoening een probleem zou kunnen zijn. (10-15 minuten) Schrijf tenminste 5 punten op. Benoem bij elk punt bij welke oogaandoening(en) het extra van belang is. Bedenk hoe je deze 5 punten kunt verbeteren voor een persoon met een oogaandoening. Schrijf hiervoor een verbeterplan (15 minuten)
Bespreken van de opdracht Wat hebben jullie gevonden?
Lesdoelen behaald? Aan het einde van deze les kunnen jullie: Benoemen welke achteruitgangsverschijnselen van de ogen bij normale ouderdomsverschijnselen horen. Benoemen van 6 oogaandoeningen met daarbij de kenmerken ervan. Benoemen en ervaren van de gevolgen van deze aandoeningen voor het dagelijks leven van de oudere.