Marco valt op Leontine. De rem loopt aan. Zijn team bestaat uit vier vrouwen en een man. Hij heeft plezier in zijn werk Zijn schoenen loopt hij altijd eerst in. Die rode jas valt meteen op. Hij zwemt liever in een chloorzwembad. De tas valt op de grond. Gisteren is Yasmin pas uit New York vertrokken. Peter hangt nogal aan Fatma. Aan de zuidzijde is de ingang. De vrachtwagen kon nog net remmen en week uit. Verdeel op basis van de voorzetsels in 4 groepen van 3
Marco valt op Leontine. De rem loopt aan. Zijn team bestaat uit vier vrouwen en een man. Hij heeft plezier in zijn werk Zijn schoenen loopt hij altijd eerst in. Die rode jas valt meteen op. Hij zwemt liever in een chloorzwembad. De tas valt op de grond. Gisteren is Yasmin pas uit New York vertrokken. Peter hangt nogal aan Fatma. Aan de zuidzijde is de ingang. De vrachtwagen kon nog net remmen en week uit. Verdeel op basis van de voorzetsels in 3 groepen van 4. B eschrijf iedere groep: wat is de overeenkomst?
Marco valt op Leontine. Die rode jas valt op. De tas valt op de grond. Welke betekenissen heeft iedere zin? V ertaal iedere zin in een taal naar keuze.
Marco valt op Leontine. De rem loopt aan. Zijn team bestaat uit vier vrouwen en een man. Hij heeft plezier in zijn werk Zijn schoenen loopt hij altijd eerst in. Die rode jas valt meteen op. Hij zwemt liever in een chloorzwembad. De tas valt op de grond. Gisteren is Yasmin pas uit New York vertrokken. Peter hangt nogal aan Fatma. Aan de zuidzijde is de ingang. De vrachtwagen kon nog net remmen en week uit.