Meiose.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De cel.
Advertisements

Thema 4 DNA Ongeslachtelijke voortplanting.
DNA Thema 4.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
T6. Erfelijkheid en evolutie
Thema 3 Genetica Paragraaf 1
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Thema 2 Planten Basisstof 1 K4
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Thema 4 DNA.
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
3. Ongeslachtelijke voortplanting
Erfelijkheid chromosomen.
Bij geslachtelijke voortplanting Ei- en zaadcel
Voortplanting bij bloemplanten
Voortplanting bij bloemplanten
Cellen en weefsels.
Oefenvragen 4.1 t/m 4.4.
Schrijfregels bij genetica
Voortplanting & Ontwikkeling
Groei -Dankzij cel-cel communicatie: bevruchte eicel groeit uit tot individu: juiste vormen en alles op juiste plaats. -Gezonde voeding is nodig, veel.
Even opfrissen… In lichaamscel 46 chromosomen
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
T4. DNA B1. Van genotype tot fenotype B2. Mitose en celdeling
Thema 4 DNA Basisstof 1 Van genotype tot fenotype
Thema 4 DNA 4.1 t/m 4.5.
Quiz.
Voortplanting & ontwikkeling
Thema 7 Erfelijkheidswetten
Erfelijkheid Thema 4.
Examentraining Biologie
Vorige keer… Wat weten we nog?.
Doorgeven van DNA tijdens celdelingen
Vorige keer…. Fenotype: Het uiterlijk van een organisme (zichtbare eigenschappen/eigenschappen die tot uiting komen) Genotype: Informatie voor alle erfelijke.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Basisstof 6 & 7: Chromosomen en Celdeling
HAVO 4 Boek: biologie voor jou HAVO A
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
Erfelijkheid.
DNA Thema 4 Watson en Crick.
Erfelijkheid 4 havo.
ERFELIJKHEID.
Planten Thema 2.
Mitose Kerndeling.
Basisstof 5 Voortplanting
Erfelijkheid. mitose Mitose = gewone celdeling Hierbij ontstaan cellen met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel De mitose zorgt voor vervanging.
Klas 4 KGT Thema 4 Erfelijkheid
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
B1: Genotype en fenotype
Erfelijkheid Hoofdstuk 10 Kees van den Bergh.
ERFELIJKHEID.
VMBO – 2 kader Thema: Erfelijkheid en Evolutie Basisstof 2
ERFELIJKHEID.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
H4 Voortplanting § 1. Reductiedeling.
ERFELIJKHEID.
Bloemen, vruchten, zaden
Thema 1 Planten.
Transcript van de presentatie:

Meiose

Wat is meiose en wat is het nut ervan? Meiose is de vorming van gameten (geslachtscellen) Bij mannen: in de testis Bij vrouwen: in de eierstok Een deel van de eicellen is al voor de geboorte gevormd en in rusttoestand halverwege meiose. Door meiose zijn wij ervan verzekerd dat we voor nageslacht kunnen zorgen.

Meiose bestaat uit 2 delen Wordt ook wel reductiedeling genoemd. Diploide cel  haploide cel + haploide cel ofwel: 2n  n + n De chromosomenparen worden uit elkaar getrokken.

Meiose bestaat uit 2 delen

Meiose bestaat uit 2 delen 2 haploide cellen  4 haploide cellen Ofwel: n + n  n + n + n + n Zoals je ziet in de afbeelding van sheet 3 zijn de chromosomen al gerepliceerd voorafgaande aan meiose 1.

Foutjes in de meiose Non-disjunctie (ofwel: niet-loslaten) Non-disjunctie in meiose 1: Chormosomen van een paar blijven bij elkaar. Gevolg: de chromosomen komen samen in een van de dochtercellen terecht. Gevolg: dochtercellen met een chromosoom teveel (syndroom van down) en dochtercellen met een chromosoom te weinig. Er kan ook non-disjunctie plaatsvinden in meiose 2!

Foutjes in de meiose

Meiose uitgelegd http://www.youtube.com/watch?v=uh7c8YbYGqo Met crossing over: http://www.youtube.com/watch?v=D1_-mQS_FZ0&NR=1

Geslachtelijke voortplanting Eicellen/zaadcellen betrokken. Chromosomen van een paar hebben een verschillende inhoud: Bij Meiose 1 gaan de chromosomen van een paar uit elkaar. Dus: de geslachtscellen zullen altijd van elkaar verschillen.

Geslachtelijke voortplanting Als n = 2 2n = 4 (2 paren) Paar 1 Paar 2 Mogelijkheden: A met C A met D B met C B met D Dus: 22 = 4 mogelijkheden A B C D

Geslachtelijke voortplanting 23 = 8 mogelijkheden

Geslachtelijke voortplanting Als n = 3 2n = 6 (3 paren) A en B C en D E en F Mogelijkheden: 23= 2 . 2 . 2 = 8 Bijbehorende formule: 2n verschillende geslachtscellen.

De mens 223 = 8.388.606 Aantal verschillende mogelijkheden voor het genotype voor 1 zaadcel of 1 eicel = 223 = 8.388.606 Aantal verschillende mogelijke genotypen voor een bevruchte eicel (een zygote): 8.388.606 x 8.388.606 = 70.368.727.400.448

Ongeslachtelijke voortplanting Geen geslachtscellen voor nodig. Natuurlijke manieren: D.m.v. deling (bij amoeben, pantoffeldiertjes); Knollen (bij aardappelplanten); Knoppen (in bolgewassen, zoals tulpen).

Ongeslachtelijke voortplanting Kunstmatig: Stekken; Enten; Ongeslachtelijke voortplanting vindt plaats door mitose. De nakomelingen van OV noemen we een KLOON.