De houtzaagmolen De industriemolen
Beesel Limburg
Beesel Limburg 1891 De Grauwe Beer.
Zaandam 1604 Dirck Sybrantsz. koopt een deel van het octrooi van Cornelis Cornelisz. om de eerste zaagmolen bovenkruier te kunnen bouwen. In 1604 (of 1614) ontstaat de industriezaagmolen. Dirck Sybrantsz. doopte zijn molen met “De Grauwe Beer” en deze molen heeft tot 1889 aan de Zaan hout gezaagd. In april 1891 is de molen tot stellinghoogte afgebroken om toen naar Limburg te verhuizen. Hier werd hij omgebouwd tot korenmolen.
De achtkante bovenkruier
Het Groot Volkomen Moolenboek
De achtkante bovenkruier Enkele voorbeelden en de uiterlijke kenmerken.
De achtkante bovenkruier IJlst, De Rat. Een Zaanse zaagmolen in Friesland. Een vierkante ondertoren met zaagschuren. Het balkengat. De sleephelling. Hoge penanten onder de werkvloer. Oudhollands met fokwieken. Een flinke uitbreiding van de werkruimte. De invoerzijde.
De achtkante bovenkruier Woudsend, De Jager. De uitvoerzijde.
De achtkante bovenkruier Leidschendam, De Salamander.
Vier gelijke spanten vormen de onderbouw van het achtkant Vier gelijke spanten vormen de onderbouw van het achtkant. Daar bovenop ligt het achtkante ondertafelement.
De achtkante bovenkruier De onderslagbalken waar de vier spantbenen op staan. Een vrije werkvloer is dus gegarandeerd.
De zeskante bovenkruier
De zeskante bovenkruier De specifieke kenmerken. Het zeskant staat met vier stijlen op de penanten en met twee stijlen in het midden van de werkvloer.
De zeskante bovenkruier
De zeskante bovenkruier De posities van de zes stijlen op de werkvloer. De doorgang voor de zaagramen is vrij.
De zeskante bovenkruier Het ondertafelement is bij de zeskante industriemolen niet zeskant. In de breedte liggen vier balken waar de stijlen op gezet zijn . De vloerbalken liggen hier in de lengte overheen en zorgen voor het nodige verband. Dit is de midden doorsnede over het losse bint.
De zeskante bovenkruier Kapzolder. Krukzolder. Raamzolder. Werkvloer of sleegrond.
Het Jonge Schaap Zeskante rietgedekte industrie houtzaagmolen. Bovenkruier stellingmolen.
Kapzolder Bovenwiel.
Kapzolder IJzerbalk en middenbalk. Typisch Zaans.
Kapzolder Koningspil en bovenbonkelaar.
Kapzolder Hollandse- of stutvang.
Kapzolder onderzijde De kromme bintbalk.
Kapzolder De bouwtekening van Het Jonge Schaap. Uit de molenmap van Anton Sipman.
Kapzolder Drie van de zes stijlen. Een van de twee vaste bintbalken van een zeskant.
Kapzolder De logische positie van de losse bintbalk. Recht naar de overkant. Alleen staat er hier een koningspil in de weg.
Kapzolder Daarom wordt er een kromme bintbalk toegepast.
Krukzolder De koningspil en de onderbonkelaar. De schaarstijlen van het spilkalf.
Krukzolder Onderbonkelaar.
Krukzolder De twee schaarstijlen staan op de krukzolder met daartussen het spilkalf. Hierin een vaste taatspot met puntlager.
Krukzolder De onderbonkelaar drijft een forse schijfloop als krukwiel aan.
Krukzolder Krukas? Tja. Even schoonmaken….
Krukzolder Zo, dat ziet er wat netter uit. Maar waar is die kolderstok nu ?
Krukzolder onderzijde Hier is de losse bintbalk gewoon recht. Links en rechts de krukbalken met daarop de lagerblokken van de krukas.
Raamzolder De kolderstok of wuivelaar.
Raamzolder Twee van de drie zaagramen. Twee raamstijlen, het draaihoofd met binnenlagers en de strijkplaten.
Raamzolder Het grote dubbele zaagraam.
Raamzolder De krabbelstokken van de winderijen.
Raamzolder De krabbelstokken van de winderijen.
Raamzolder onderzijde Drie winderijen. In het midden (hier links) de sleewinder voor het terughalen van de sledes. De linker en rechter winderij voor het binnen trekken van de te zagen stam.
Zaaggrond Het middelraam met een zaagslede en krabbelwerk. Het sleehoofd (links) is verlengd en voorzien van proken of een klauwijzer. Deze duwt de plank door het schulpraam over de neuten van de schulpvloer. Het linker raam is het schulpraam. Hier worden de planken gekantrecht en kan vlak werk worden opgedeeld. Bovenaan de stamwinderij met touw, ketting en stam.
Zaaggrond Het grote dubbele zaagraam. Links de slede en rechts de neuten van de schulpvloer. Hierboven hangen twee steunborden. Let ook op de positie van de zeskantstijlen.
Zaaggrond Een den in bewerking op het middelraam. De gang zit er goed in. Schijnt een zaagmolen uitdrukking te zijn.
Zaaggrond De proken of klauwijzers tussen de bladen van het grote raam. Het krabbelrad van de slee bij het middelraam.
Sleephelling De stammen worden, direct nadat ze op de helling zijn getrokken, van de bast ontdaan met schillers.
Het kot Tussen de penanten aan de noordkant onder de sleegrond ligt het brandhout te drogen. Het extraatje op het zaagloon van de zager en de knechten.
De afschotzijde Aan de achterkant van de zaagschuur zitten de deuren voor het afschieten van de gezaagde planken. Tussen de penanten aan de noordzijde zitten een werkschuurtje en staat de zaagslijpmachine.
Droogloods Al het gezaagde hout wordt opgelat zodat de wind vrij spel heeft tussen de bladen. (planken). Eikenhout moet regelmatig worden omgekeerd. Een zware klus.